Chords for Robert Long - (Zij deed het) Omspres
Tempo:
63.1 bpm
Chords used:
G
D
F
C
Cm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
En dan is het nu, geachte cursisten, tijd voe je een lied.
Maar geen gewoon lied.
Het is een lied zo uit het rauwe leven gegrepen.
Het is een hard lied, maar een eerlijk lied.
En het heet
Zij deed ons pres!
Zij
[G] [D]
[G] kwam uit een heel groot en arm gezin,
waar bittere [F] armoede heerste.
[D] Haar pa [C] sloeg z'n kinderen vaak,
[D] maar haar sloeg hij altijd als [F#] eerste.
[G] Haar moeder was prostituee,
en soms, als ze tijd had, [F] ook hoer.
[D] Ze hadden geen bed, [B] dus het moest op de grond.
[D] En dat was [G] natuurlijk bepaald [D] niet gezond.
Zodoende lag [G] moeder al vroeg in het graf.
Haar vader sprak [A] dreigend, [C] nou ga je
[Cm] voor geld mee met kerels [G] vooruit.
Hup, hup!
[D] Want de tent moet [G] gewoon blijven draaien.
[D]
[G] En hoe zij ook smeekte, en hoe zij ook bakte,
ze moest en ze zou [F] van haar vader.
[D] Dus deed ze wat hij van haar vroeg.
Maar steeds werd ze kwaader en [G] kwaader.
Oh, [G] haar moeder was prostituee.
En nu [D] was ze zelf [F] ook een hoer.
[D] Dus toen ze daar lag, met een klant op de grond,
die iets van haar wou, [G] wat ze vreselijk vond,
toen [D] dacht zij opeens aan haar [G] moeder in het graf.
En sprak tot [C] zichzelf, meid, daar ga je.
En [Cm] toen weet zij in één keer [G] zijn dingen straf.
[D] Dus hij kon [G] voorgoed niet meer naaien.
[D] En ze [Am] deed ons best, [G] ja ze deed ons best.
[Bm] Ze kon het gewoon [G] weg niet laten.
Ze deed ons best, ja ze deed ons best.
[D] Omdat [F#] ze die [G] kerel zo haatte.
[D] [G] Zij vluchtte voorgoed weg uit Groot-Amsterdam.
En vestigde zich [C] in Koeverde.
[D] Daar leefde zij met één vriendin.
Want ze zei, ik ben Liesbeth geworden.
[G] Ze bedoelde natuurlijk lesbisch.
En dat is altijd nog [F] beter dan hoer.
[D] Ze stampte een actiegroep, wraak, uit de grond.
Waarmee ze de strijd [G] tegen mannen aanvond.
Zij stroopde desavonds de pareken af.
En liet zich dan zogen [C] aan paaien.
[Cm] Soms beet zij wel drie, wat zeg ik, vier [G] geslachtsdelen af.
[D] Ja, wat dat betreft was het [G] een taaie.
[D] En ze deed ons best, ja ze deed ons [Bm] best.
Ze kon het [G] gewoon weg niet laten.
[D] Ze [Am] deed ons best, ja [G] ze deed ons best.
[F#] Omdat ze die [G] kerels zo hatten.
[D] [D]
Maar, [N]
[G] het leven is vreed.
En ook zij werd bejaard.
Zij kreeg [F] reumatiek in hun handen.
[D] En dat was het ergste niet, o godmens, nee.
Maar zij verloor [G] ook tanden.
Toch ging zij nog vaak naar het park, hoewel ze geen [F] hap meer kon doen.
[D] Maar toen, op een nacht, viel zij dood op den grond.
Waar een van haar slachtoffers [G] haar smorgens vond.
En die stond als enige man aan haar graf.
En dacht goed, [C] ik kan niet meer naaien.
[Cm] Want jij beet destijds mijn [G] Johannes eraf.
[D] Maar in jouw bijten strak [G] is de maaier.
[D] En [Am] daarom spreekt [G] jij dat ons je omspreekt.
[D] Want dat zijn het [G] nikken en laden.
[Am] [G] [D] [G]
[D] [G] [D]
[G] [N]
Maar geen gewoon lied.
Het is een lied zo uit het rauwe leven gegrepen.
Het is een hard lied, maar een eerlijk lied.
En het heet
Zij deed ons pres!
Zij
[G] [D]
[G] kwam uit een heel groot en arm gezin,
waar bittere [F] armoede heerste.
[D] Haar pa [C] sloeg z'n kinderen vaak,
[D] maar haar sloeg hij altijd als [F#] eerste.
[G] Haar moeder was prostituee,
en soms, als ze tijd had, [F] ook hoer.
[D] Ze hadden geen bed, [B] dus het moest op de grond.
[D] En dat was [G] natuurlijk bepaald [D] niet gezond.
Zodoende lag [G] moeder al vroeg in het graf.
Haar vader sprak [A] dreigend, [C] nou ga je
[Cm] voor geld mee met kerels [G] vooruit.
Hup, hup!
[D] Want de tent moet [G] gewoon blijven draaien.
[D]
[G] En hoe zij ook smeekte, en hoe zij ook bakte,
ze moest en ze zou [F] van haar vader.
[D] Dus deed ze wat hij van haar vroeg.
Maar steeds werd ze kwaader en [G] kwaader.
Oh, [G] haar moeder was prostituee.
En nu [D] was ze zelf [F] ook een hoer.
[D] Dus toen ze daar lag, met een klant op de grond,
die iets van haar wou, [G] wat ze vreselijk vond,
toen [D] dacht zij opeens aan haar [G] moeder in het graf.
En sprak tot [C] zichzelf, meid, daar ga je.
En [Cm] toen weet zij in één keer [G] zijn dingen straf.
[D] Dus hij kon [G] voorgoed niet meer naaien.
[D] En ze [Am] deed ons best, [G] ja ze deed ons best.
[Bm] Ze kon het gewoon [G] weg niet laten.
Ze deed ons best, ja ze deed ons best.
[D] Omdat [F#] ze die [G] kerel zo haatte.
[D] [G] Zij vluchtte voorgoed weg uit Groot-Amsterdam.
En vestigde zich [C] in Koeverde.
[D] Daar leefde zij met één vriendin.
Want ze zei, ik ben Liesbeth geworden.
[G] Ze bedoelde natuurlijk lesbisch.
En dat is altijd nog [F] beter dan hoer.
[D] Ze stampte een actiegroep, wraak, uit de grond.
Waarmee ze de strijd [G] tegen mannen aanvond.
Zij stroopde desavonds de pareken af.
En liet zich dan zogen [C] aan paaien.
[Cm] Soms beet zij wel drie, wat zeg ik, vier [G] geslachtsdelen af.
[D] Ja, wat dat betreft was het [G] een taaie.
[D] En ze deed ons best, ja ze deed ons [Bm] best.
Ze kon het [G] gewoon weg niet laten.
[D] Ze [Am] deed ons best, ja [G] ze deed ons best.
[F#] Omdat ze die [G] kerels zo hatten.
[D] [D]
Maar, [N]
[G] het leven is vreed.
En ook zij werd bejaard.
Zij kreeg [F] reumatiek in hun handen.
[D] En dat was het ergste niet, o godmens, nee.
Maar zij verloor [G] ook tanden.
Toch ging zij nog vaak naar het park, hoewel ze geen [F] hap meer kon doen.
[D] Maar toen, op een nacht, viel zij dood op den grond.
Waar een van haar slachtoffers [G] haar smorgens vond.
En die stond als enige man aan haar graf.
En dacht goed, [C] ik kan niet meer naaien.
[Cm] Want jij beet destijds mijn [G] Johannes eraf.
[D] Maar in jouw bijten strak [G] is de maaier.
[D] En [Am] daarom spreekt [G] jij dat ons je omspreekt.
[D] Want dat zijn het [G] nikken en laden.
[Am] [G] [D] [G]
[D] [G] [D]
[G] [N]
Key:
G
D
F
C
Cm
G
D
F
En dan is het nu, geachte cursisten, tijd voe je een lied.
Maar geen gewoon lied.
_ Het is een lied zo uit het rauwe leven gegrepen.
Het is een hard lied, maar een eerlijk lied.
En het heet_
Zij deed ons pres!
Zij _
[G] _ _ _ _ _ [D] _ _
[G] kwam uit een heel groot en arm gezin,
waar bittere [F] armoede heerste.
[D] Haar pa [C] sloeg z'n kinderen vaak,
[D] maar haar sloeg hij altijd als [F#] eerste.
[G] Haar moeder was prostituee,
en soms, als ze tijd had, [F] ook hoer.
[D] Ze hadden geen bed, [B] dus het moest op de grond.
[D] En dat was [G] natuurlijk bepaald [D] niet gezond.
Zodoende lag [G] moeder al vroeg in het graf.
Haar vader sprak [A] dreigend, [C] nou ga je
[Cm] voor geld mee met kerels [G] vooruit.
Hup, hup!
[D] Want de tent moet [G] gewoon blijven draaien.
[D] _ _ _ _
_ [G] En hoe zij ook smeekte, en hoe zij ook bakte,
ze moest en ze zou [F] van haar vader.
[D] Dus deed ze wat hij van haar vroeg.
Maar steeds werd ze kwaader en [G] kwaader.
Oh, [G] haar moeder was prostituee.
En nu [D] was ze zelf [F] ook een hoer.
[D] Dus toen ze daar lag, met een klant op de grond,
die iets van haar wou, [G] wat ze vreselijk vond,
toen [D] dacht zij opeens aan haar [G] moeder in het graf.
En sprak tot [C] zichzelf, meid, daar ga je.
En [Cm] toen weet zij in één keer [G] zijn dingen straf.
[D] Dus hij kon [G] voorgoed niet meer naaien. _
[D] En ze [Am] deed ons best, [G] ja ze deed ons best.
[Bm] Ze kon het gewoon [G] weg niet laten.
Ze deed ons best, ja ze deed ons best.
[D] Omdat [F#] ze die [G] kerel zo haatte. _ _ _ _
[D] _ [G] Zij vluchtte voorgoed weg uit Groot-Amsterdam.
En vestigde zich [C] in Koeverde.
[D] Daar leefde zij met één vriendin.
Want ze zei, ik ben Liesbeth geworden.
_ [G] _ Ze bedoelde natuurlijk lesbisch.
En dat is altijd nog [F] beter dan hoer.
[D] Ze stampte een actiegroep, wraak, uit de grond.
Waarmee ze de strijd [G] tegen mannen aanvond.
Zij stroopde desavonds de pareken af.
En liet zich dan zogen [C] aan paaien.
[Cm] Soms beet zij wel drie, wat zeg ik, vier [G] geslachtsdelen af.
[D] Ja, wat dat betreft was het [G] een taaie.
_ [D] _ En ze deed ons best, ja ze deed ons [Bm] best.
Ze kon het [G] gewoon weg niet laten.
[D] Ze [Am] deed ons best, ja [G] ze deed ons best.
[F#] Omdat ze die [G] kerels zo hatten.
_ [D] _ _ _ [D] _ _ _
Maar, _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ [G] het leven is vreed.
En ook zij werd bejaard.
Zij kreeg [F] reumatiek in hun handen.
[D] En dat was het ergste niet, o godmens, nee.
Maar zij verloor [G] ook _ tanden.
_ _ _ _ Toch ging zij nog vaak naar het park, _ hoewel ze geen [F] hap meer kon doen.
[D] Maar toen, op een nacht, viel zij dood op den grond. _ _ _
Waar een van haar slachtoffers [G] haar smorgens vond.
En die stond als enige man aan haar graf.
En dacht goed, [C] ik kan niet meer naaien. _
[Cm] Want jij beet destijds mijn [G] Johannes eraf.
_ [D] Maar in jouw bijten strak [G] is de maaier.
[D] _ _ _ En [Am] daarom spreekt [G] jij dat ons je omspreekt.
[D] Want dat zijn het [G] nikken en laden.
[Am] _ _ [G] _ [D] _ _ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ [D] _ _
[G] _ [N] _ _ _ _ _ _ _
Maar geen gewoon lied.
_ Het is een lied zo uit het rauwe leven gegrepen.
Het is een hard lied, maar een eerlijk lied.
En het heet_
Zij deed ons pres!
Zij _
[G] _ _ _ _ _ [D] _ _
[G] kwam uit een heel groot en arm gezin,
waar bittere [F] armoede heerste.
[D] Haar pa [C] sloeg z'n kinderen vaak,
[D] maar haar sloeg hij altijd als [F#] eerste.
[G] Haar moeder was prostituee,
en soms, als ze tijd had, [F] ook hoer.
[D] Ze hadden geen bed, [B] dus het moest op de grond.
[D] En dat was [G] natuurlijk bepaald [D] niet gezond.
Zodoende lag [G] moeder al vroeg in het graf.
Haar vader sprak [A] dreigend, [C] nou ga je
[Cm] voor geld mee met kerels [G] vooruit.
Hup, hup!
[D] Want de tent moet [G] gewoon blijven draaien.
[D] _ _ _ _
_ [G] En hoe zij ook smeekte, en hoe zij ook bakte,
ze moest en ze zou [F] van haar vader.
[D] Dus deed ze wat hij van haar vroeg.
Maar steeds werd ze kwaader en [G] kwaader.
Oh, [G] haar moeder was prostituee.
En nu [D] was ze zelf [F] ook een hoer.
[D] Dus toen ze daar lag, met een klant op de grond,
die iets van haar wou, [G] wat ze vreselijk vond,
toen [D] dacht zij opeens aan haar [G] moeder in het graf.
En sprak tot [C] zichzelf, meid, daar ga je.
En [Cm] toen weet zij in één keer [G] zijn dingen straf.
[D] Dus hij kon [G] voorgoed niet meer naaien. _
[D] En ze [Am] deed ons best, [G] ja ze deed ons best.
[Bm] Ze kon het gewoon [G] weg niet laten.
Ze deed ons best, ja ze deed ons best.
[D] Omdat [F#] ze die [G] kerel zo haatte. _ _ _ _
[D] _ [G] Zij vluchtte voorgoed weg uit Groot-Amsterdam.
En vestigde zich [C] in Koeverde.
[D] Daar leefde zij met één vriendin.
Want ze zei, ik ben Liesbeth geworden.
_ [G] _ Ze bedoelde natuurlijk lesbisch.
En dat is altijd nog [F] beter dan hoer.
[D] Ze stampte een actiegroep, wraak, uit de grond.
Waarmee ze de strijd [G] tegen mannen aanvond.
Zij stroopde desavonds de pareken af.
En liet zich dan zogen [C] aan paaien.
[Cm] Soms beet zij wel drie, wat zeg ik, vier [G] geslachtsdelen af.
[D] Ja, wat dat betreft was het [G] een taaie.
_ [D] _ En ze deed ons best, ja ze deed ons [Bm] best.
Ze kon het [G] gewoon weg niet laten.
[D] Ze [Am] deed ons best, ja [G] ze deed ons best.
[F#] Omdat ze die [G] kerels zo hatten.
_ [D] _ _ _ [D] _ _ _
Maar, _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ [G] het leven is vreed.
En ook zij werd bejaard.
Zij kreeg [F] reumatiek in hun handen.
[D] En dat was het ergste niet, o godmens, nee.
Maar zij verloor [G] ook _ tanden.
_ _ _ _ Toch ging zij nog vaak naar het park, _ hoewel ze geen [F] hap meer kon doen.
[D] Maar toen, op een nacht, viel zij dood op den grond. _ _ _
Waar een van haar slachtoffers [G] haar smorgens vond.
En die stond als enige man aan haar graf.
En dacht goed, [C] ik kan niet meer naaien. _
[Cm] Want jij beet destijds mijn [G] Johannes eraf.
_ [D] Maar in jouw bijten strak [G] is de maaier.
[D] _ _ _ En [Am] daarom spreekt [G] jij dat ons je omspreekt.
[D] Want dat zijn het [G] nikken en laden.
[Am] _ _ [G] _ [D] _ _ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ [D] _ _
[G] _ [N] _ _ _ _ _ _ _