Chords for Rowwen Hèze - Zondag In 'T Zuiden
Tempo:
160.75 bpm
Chords used:
D
G
C
F#
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[D] [F#m] [G]
Het was zondag in het zuiden, niks aan de hand, en wat er [C] gebeurde, het kneer, [D] het was in de kraan.
En de zon op de roet, de ribanes naboeete, de kreeg ik niet binnen, verraden [G] van zin en van daag.
En ik huurde de mensen op stro, gewaag en gebrood, en hiel in de bedden [C] een demo, [D]
muziek goedkwaam.
En de klok dicht te doen, sloeg elke hoek, ik wil wat beginnen, ik moet wat [G] verzinnen [G] van daag.
En ik leef wat vervallen beneden, verkoop niet op pier, banaan of een ei op, [C] pak ik [D] het altijd mee.
Op iers nacht wat sparen, honger bewaren, ik kies maar op dat water, de rest haak ik later van daag.
[C] De zondag ging voorbij, [D] de zondag ging [G] voorbij, [C] de
[D] zondag ging [G] voorbij.
Zondag in het zuiden, zoals zondag begon, te muien, te kieken, [C] te muien, [D] nog op de stoom.
[Bm]
[Bm] [D]
En de regen die woont, het gevecht met de zon, de regen die kwam, een [F#] schietzien [G] verhaal op de raam.
Die zakgrazige meiden, hun geven op lucht, hun geven op [C] wolken, die [D] deinden op elk gezeur.
[G] [D]
Engels zong met geluk hoe de lommen, de lommen baden, ik zing hoe de lommen [G] baden, nee.
[D]
[C]
Zondag [G] ging voorbij,
[D] zondag ging [G] voorbij,
[C] zondag
[D] [G] ging voorbij.
[C]
[D]
[F#]
[D]
[A] [C]
[G]
[C]
[G]
[D] [G]
[C]
[D] [G]
[C]
[D]
[A] [F#]
[G]
[D] [F#m] [G]
Het was zondag in het zuiden, niks aan de hand, en wat er [C] gebeurde, het kneer, [D] het was in de kraan.
En de zon op de roet, de ribanes naboeete, de kreeg ik niet binnen, verraden [G] van zin en van daag.
En ik huurde de mensen op stro, gewaag en gebrood, en hiel in de bedden [C] een demo, [D]
muziek goedkwaam.
En de klok dicht te doen, sloeg elke hoek, ik wil wat beginnen, ik moet wat [G] verzinnen [G] van daag.
En ik leef wat vervallen beneden, verkoop niet op pier, banaan of een ei op, [C] pak ik [D] het altijd mee.
Op iers nacht wat sparen, honger bewaren, ik kies maar op dat water, de rest haak ik later van daag.
[C] De zondag ging voorbij, [D] de zondag ging [G] voorbij, [C] de
[D] zondag ging [G] voorbij.
Zondag in het zuiden, zoals zondag begon, te muien, te kieken, [C] te muien, [D] nog op de stoom.
[Bm]
[Bm] [D]
En de regen die woont, het gevecht met de zon, de regen die kwam, een [F#] schietzien [G] verhaal op de raam.
Die zakgrazige meiden, hun geven op lucht, hun geven op [C] wolken, die [D] deinden op elk gezeur.
[G] [D]
Engels zong met geluk hoe de lommen, de lommen baden, ik zing hoe de lommen [G] baden, nee.
[D]
[C]
Zondag [G] ging voorbij,
[D] zondag ging [G] voorbij,
[C] zondag
[D] [G] ging voorbij.
[C]
[D]
[F#]
[D]
[A] [C]
[G]
[C]
[G]
[D] [G]
[C]
[D] [G]
[C]
[D]
[A] [F#]
[G]
Key:
D
G
C
F#
Bm
D
G
C
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [F#m] _ _ [G] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Het was zondag in het zuiden, _ niks aan de hand, en wat er [C] gebeurde, het kneer, [D] het was in de kraan. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En de zon op de roet, de ribanes naboeete, de kreeg ik niet binnen, verraden [G] van zin en van _ daag. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En ik huurde de mensen op stro, gewaag en gebrood, en hiel in de bedden [C] een demo, [D]
muziek _ goedkwaam. _ _ _ _
_ _ _ _ _ En de klok dicht te doen, sloeg elke hoek, ik wil wat beginnen, ik moet wat [G] verzinnen [G] van daag. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ En ik leef wat vervallen beneden, verkoop niet op pier, banaan of een ei op, [C] pak ik [D] het altijd mee. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Op iers nacht wat sparen, honger bewaren, ik kies maar op dat water, de rest haak ik later van _ daag. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ De _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ zondag ging voorbij, _ [D] de zondag ging [G] _ voorbij, [C] de _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ zondag ging [G] voorbij. _ _
Zondag in het zuiden, _ zoals zondag begon, te muien, te kieken, [C] te muien, [D] nog op de stoom.
_ _ [Bm] _ _
_ _ [Bm] _ _ [D] _ _ _
En de regen die woont, het gevecht met de zon, de regen die kwam, een [F#] schietzien [G] verhaal op de raam. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Die zakgrazige meiden, hun geven op lucht, hun geven op [C] wolken, die [D] deinden op elk _ _ gezeur. _
_ _ _ _ [G] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Engels zong met geluk hoe de lommen, de lommen baden, ik zing hoe de lommen [G] baden, nee. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Zondag [G] ging voorbij, _ _
[D] _ _ zondag ging [G] voorbij, _
[C] _ _ _ _ _ _ zondag
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] ging voorbij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [C] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [F#] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ [C] _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ [F#] _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [F#m] _ _ [G] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Het was zondag in het zuiden, _ niks aan de hand, en wat er [C] gebeurde, het kneer, [D] het was in de kraan. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En de zon op de roet, de ribanes naboeete, de kreeg ik niet binnen, verraden [G] van zin en van _ daag. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En ik huurde de mensen op stro, gewaag en gebrood, en hiel in de bedden [C] een demo, [D]
muziek _ goedkwaam. _ _ _ _
_ _ _ _ _ En de klok dicht te doen, sloeg elke hoek, ik wil wat beginnen, ik moet wat [G] verzinnen [G] van daag. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ En ik leef wat vervallen beneden, verkoop niet op pier, banaan of een ei op, [C] pak ik [D] het altijd mee. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Op iers nacht wat sparen, honger bewaren, ik kies maar op dat water, de rest haak ik later van _ daag. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ De _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ zondag ging voorbij, _ [D] de zondag ging [G] _ voorbij, [C] de _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ zondag ging [G] voorbij. _ _
Zondag in het zuiden, _ zoals zondag begon, te muien, te kieken, [C] te muien, [D] nog op de stoom.
_ _ [Bm] _ _
_ _ [Bm] _ _ [D] _ _ _
En de regen die woont, het gevecht met de zon, de regen die kwam, een [F#] schietzien [G] verhaal op de raam. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Die zakgrazige meiden, hun geven op lucht, hun geven op [C] wolken, die [D] deinden op elk _ _ gezeur. _
_ _ _ _ [G] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Engels zong met geluk hoe de lommen, de lommen baden, ik zing hoe de lommen [G] baden, nee. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Zondag [G] ging voorbij, _ _
[D] _ _ zondag ging [G] voorbij, _
[C] _ _ _ _ _ _ zondag
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] ging voorbij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [C] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [F#] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ [C] _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ [F#] _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _