Chords for RUBEN ANNINK – NIET OF NOOIT GEWEEST (PROD. MEMRU RENJAAN)
Tempo:
121.9 bpm
Chords used:
C
F
Bb
G
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[Bb]
[F] [C]
Ik [F] zie twee mensen op het strand, vaak bij het water hand in hand.
[C] De zon zakt, ze zwijgen van geluk.
Ik ken haar net, [F] want dat ben jij.
Ze lacht naar hem, hij lijkt op mij.
Maar [C] dat kan niet, [Dm] want ik maak [Am] alles stuk.
[C] [F] Ik kan die jongen [Am] toch nooit zijn.
[Dm] Die rust, die liefde, [C] niks voor mij.
Maar [Bb] waarom lijkt het [Am] dan, of zo [G] [C] vertrouwd?
[F] Ik heb je lief, zoals je ziet.
Maar ergens klopt [Bb] er iets niet.
Ik draag een ring, maar [Dm] ik heb jou nooit [G] [F] gedraaid.
[C] [F] Ik ben mezelf in [C] ieder geval die jaren [Bb] nooit geweest.
[F] Ik ben de gangmaker [C] op het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Bb] Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Eb]
[F] Ik zie twee kindzussen [Bb] gaan slaan, ze [F] draait zich [Bb] onbemoed.
[F] Ik kijk in hun ogen, zie inzelf [C] de pijn.
Twee [F] mensen, ieder aan verbond.
Al die van liefde waren zonder, ze zijn het allebei.
[Dm] En al veelen dat [G] niet [F]
[C] twijfelen.
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
Ik [F] ben de schoenmaker [C] bij het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, [F] die er nooit [C] geweest.
[Bb] Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Eb]
[Am] Oh, laat [G] het de zon zijn.
[F] Oh, laat [Bb] het het zand zijn.
Laat het [G] de zee zijn.
Laat [C] mij iets doen nu, [Db] waardoor je mij nooit meer [Am] wilt zien.
Oh, laat [G] het het zand zijn.
[F] Laat het met alle [Bb] do's de fout zijn.
Maar [G] laat me dit nooit [C] meer vergeten.
[Db] Nooit meer [Bb] vergeten.
[C] Laat me dit nooit meer vergeten, [Bb] bovendien.
[F] Ik ben mezelf in ieder geval [C] die jaren [Bb] nooit geweest.
[F]
Ik ben de gangmaker op [C] het [Bb] verkeerde feest.
[F]
Ik ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die jaren [C] nooit geweest.
[N]
[Bb]
[F] [C]
Ik [F] zie twee mensen op het strand, vaak bij het water hand in hand.
[C] De zon zakt, ze zwijgen van geluk.
Ik ken haar net, [F] want dat ben jij.
Ze lacht naar hem, hij lijkt op mij.
Maar [C] dat kan niet, [Dm] want ik maak [Am] alles stuk.
[C] [F] Ik kan die jongen [Am] toch nooit zijn.
[Dm] Die rust, die liefde, [C] niks voor mij.
Maar [Bb] waarom lijkt het [Am] dan, of zo [G] [C] vertrouwd?
[F] Ik heb je lief, zoals je ziet.
Maar ergens klopt [Bb] er iets niet.
Ik draag een ring, maar [Dm] ik heb jou nooit [G] [F] gedraaid.
[C] [F] Ik ben mezelf in [C] ieder geval die jaren [Bb] nooit geweest.
[F] Ik ben de gangmaker [C] op het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Bb] Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Eb]
[F] Ik zie twee kindzussen [Bb] gaan slaan, ze [F] draait zich [Bb] onbemoed.
[F] Ik kijk in hun ogen, zie inzelf [C] de pijn.
Twee [F] mensen, ieder aan verbond.
Al die van liefde waren zonder, ze zijn het allebei.
[Dm] En al veelen dat [G] niet [F]
[C] twijfelen.
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
Ik [F] ben de schoenmaker [C] bij het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, [F] die er nooit [C] geweest.
[Bb] Ik ben mezelf, die er [F] nooit [C] geweest.
[Eb]
[Am] Oh, laat [G] het de zon zijn.
[F] Oh, laat [Bb] het het zand zijn.
Laat het [G] de zee zijn.
Laat [C] mij iets doen nu, [Db] waardoor je mij nooit meer [Am] wilt zien.
Oh, laat [G] het het zand zijn.
[F] Laat het met alle [Bb] do's de fout zijn.
Maar [G] laat me dit nooit [C] meer vergeten.
[Db] Nooit meer [Bb] vergeten.
[C] Laat me dit nooit meer vergeten, [Bb] bovendien.
[F] Ik ben mezelf in ieder geval [C] die jaren [Bb] nooit geweest.
[F]
Ik ben de gangmaker op [C] het [Bb] verkeerde feest.
[F]
Ik ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die jaren [C] nooit geweest.
[N]
Key:
C
F
Bb
G
Am
C
F
Bb
_ _ _ [C] _ _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ Ik [F] zie twee mensen op het strand, vaak bij het water hand in hand. _
[C] De zon zakt, ze zwijgen van _ geluk. _ _
Ik ken haar net, [F] want dat ben jij.
Ze lacht naar hem, hij lijkt op mij.
Maar [C] dat kan niet, [Dm] want ik maak [Am] alles stuk.
_ [C] _ [F] Ik kan die jongen [Am] toch nooit zijn.
[Dm] Die rust, die liefde, [C] niks voor mij.
Maar [Bb] waarom lijkt het [Am] dan, of zo [G] _ _ [C] vertrouwd? _
[F] Ik heb je lief, zoals je ziet.
Maar ergens klopt [Bb] er iets niet.
Ik draag een ring, maar [Dm] ik heb jou nooit [G] _ _ [F] gedraaid. _ _
[C] _ _ _ _ [F] Ik ben mezelf in [C] ieder geval die jaren [Bb] nooit geweest.
_ _ [F] Ik ben de gangmaker [C] op het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Bb] _ Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
[F] Ik zie twee kindzussen [Bb] gaan slaan, ze [F] draait zich _ [Bb] onbemoed.
[F] Ik kijk in hun ogen, zie inzelf [C] de pijn.
_ _ Twee [F] mensen, ieder aan verbond.
Al die van liefde waren zonder, ze zijn het allebei.
[Dm] En al veelen dat [G] niet _ _ [F] _ _
[C] twijfelen.
_ _ _ Ik [F] ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
_ _ Ik [F] ben de schoenmaker [C] bij het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, [F] die er nooit _ [C] geweest. _ _
[Bb] _ Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ Oh, laat [G] het de zon zijn. _ _ _
[F] _ _ _ Oh, laat [Bb] het het zand zijn.
Laat het [G] de zee zijn.
_ Laat [C] mij iets doen nu, [Db] waardoor je mij nooit meer [Am] wilt zien.
_ Oh, laat [G] het het zand zijn. _ _
[F] _ Laat het met alle [Bb] do's de fout zijn.
_ Maar [G] laat me dit nooit [C] meer vergeten.
[Db] Nooit meer [Bb] _ vergeten.
_ _ [C] Laat me dit nooit meer vergeten, [Bb] _ bovendien.
_ _ _ _ _ _
[F] Ik ben mezelf in ieder geval [C] die jaren [Bb] nooit geweest.
[F] _
Ik ben de gangmaker op [C] het [Bb] verkeerde feest.
_ [F] _
Ik ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest. _
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die jaren [C] nooit geweest. _
_ _ _ _ [N] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ Ik [F] zie twee mensen op het strand, vaak bij het water hand in hand. _
[C] De zon zakt, ze zwijgen van _ geluk. _ _
Ik ken haar net, [F] want dat ben jij.
Ze lacht naar hem, hij lijkt op mij.
Maar [C] dat kan niet, [Dm] want ik maak [Am] alles stuk.
_ [C] _ [F] Ik kan die jongen [Am] toch nooit zijn.
[Dm] Die rust, die liefde, [C] niks voor mij.
Maar [Bb] waarom lijkt het [Am] dan, of zo [G] _ _ [C] vertrouwd? _
[F] Ik heb je lief, zoals je ziet.
Maar ergens klopt [Bb] er iets niet.
Ik draag een ring, maar [Dm] ik heb jou nooit [G] _ _ [F] gedraaid. _ _
[C] _ _ _ _ [F] Ik ben mezelf in [C] ieder geval die jaren [Bb] nooit geweest.
_ _ [F] Ik ben de gangmaker [C] op het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Bb] _ Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
[F] Ik zie twee kindzussen [Bb] gaan slaan, ze [F] draait zich _ [Bb] onbemoed.
[F] Ik kijk in hun ogen, zie inzelf [C] de pijn.
_ _ Twee [F] mensen, ieder aan verbond.
Al die van liefde waren zonder, ze zijn het allebei.
[Dm] En al veelen dat [G] niet _ _ [F] _ _
[C] twijfelen.
_ _ _ Ik [F] ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest.
_ _ Ik [F] ben de schoenmaker [C] bij het [Bb] verkeerde feest.
Ik ben mezelf, [F] die er nooit _ [C] geweest. _ _
[Bb] _ Ik ben mezelf, die er [F] nooit _ [C] geweest. _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ Oh, laat [G] het de zon zijn. _ _ _
[F] _ _ _ Oh, laat [Bb] het het zand zijn.
Laat het [G] de zee zijn.
_ Laat [C] mij iets doen nu, [Db] waardoor je mij nooit meer [Am] wilt zien.
_ Oh, laat [G] het het zand zijn. _ _
[F] _ Laat het met alle [Bb] do's de fout zijn.
_ Maar [G] laat me dit nooit [C] meer vergeten.
[Db] Nooit meer [Bb] _ vergeten.
_ _ [C] Laat me dit nooit meer vergeten, [Bb] _ bovendien.
_ _ _ _ _ _
[F] Ik ben mezelf in ieder geval [C] die jaren [Bb] nooit geweest.
[F] _
Ik ben de gangmaker op [C] het [Bb] verkeerde feest.
_ [F] _
Ik ben mezelf in ieder geval die [C] jaren [Bb] nooit geweest. _
Ik [F] ben mezelf in ieder geval die jaren [C] nooit geweest. _
_ _ _ _ [N] _ _