Chords for Sela - Mijn toevlucht psalm 91 (CD/DVD Live in Utrecht)
Tempo:
130.75 bpm
Chords used:
Eb
F
Bb
Ab
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] [Eb] [Fm]
[Cm]
[Bb]
[Eb]
[Ab] De Heer [Gm] is je [F] schild [Eb] en bevrijder, [Cm] [Ab] de [Bb] redder die [F] niet [Eb] van [Ab] je wijkt.
[Gm] Onder zijn [Dm] vleugels ben [Eb] je veilig, [Ab] zijn wieken [Gm] [Dm] beschermen, [Ab] zijn trouw [Ebm] is een [Fm] [Db] veilig [Eb] schild.
[Ab]
In Gods [Eb] [Dm] nabijheid [Eb] is geen angst meer [Ab] voor [Gm] de plaag [Eb]
van de [Ab] dag.
Jou [Bb] zal niets [Eb]
overkomen,
[Ab] open [Gm] je ogen [Ab] en zie [Eb] dat het [Cm] kwaad [Db]
vergaat.
[Fm]
Wie in [Eb] de schuilplaats van [Ab] de [Eb] Allerhoogste [Bb]
[Fm] loopt, kent [Eb] overnacht in [Db] zijn schaduw.
[Bb] Zeg tegen de Heer, [Eb] mijn toevlucht, [D] mijn [G]
vesting, [Cm] mijn [Eb] God,
[Ab] ik [F] betrouw [Bb] op U.
[Eb] Zeg tegen de Heer, mijn [D] toevlucht, mijn
[G] vesting, [Cm] mijn [Bb]
God, [Ab] ik [Eb]
betrouw [Db] op U.
[Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Ab] [Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Eb]
[F] [Gm] [F]
[Em] [Bb] Als je [C] mag wonen bij [F] de Hoogste, [Gm] ben [C] je veilig [F] voor [Bb] het kwaad.
[C] Engelen zullen [F] je dragen, [Dm] je zult je [C] niet stoten, maar [Bb] verdrakt [F] de
[Gm] [Eb] tegenstam.
[Gm] Wie in [F] de schuilplaats [Bb] van de [C] Allerhoogste [Gm] loopt, kent [F] overnacht in [Eb] zijn schaduw.
[C] Zeg tegen de Heer, [F] mijn toevlucht, [Em] mijn
[A] vesting, [Dm] mijn [F] God,
[Bb] ik [Bm] [G]
betrouw [C] op U.
Zeg tegen de Heer, [F] mijn toevlucht, [Em] mijn
[Db] vesting, [D] mijn [Dm] [F] God, [Bb] ik [C]
betrouw [F] op U.
[Dm] Ik begrijp wie mijn [Em] liefheid is en bescherm wie mijn [F] kerst is.
Roep je mij aan, [Bb] ik geef aan [C] God.
[Dm] In de noodverwijder [Em] en de vijndje van angst, ik [F] zal roem en [Bb] overvloed geven.
[Gm] Ik zal [F] je redding [Bb] zijn.
[Gm] [F]
[D] [Gbm] [D] Mijn
[G] toevlucht, [B] mijn vesting, [Em] mijn [G] God, [Bm] [C]
ik [A] vertrouw [D] op U.
Mijn [G]
toevlucht, [Gb] mijn [B] [Em] vesting, mijn [D] God, [C]
ik [D] vertrouw [G] op [D] U.
[Em] [G] [C]
Ik [D] vertrouw [C] op U.
[G]
[N]
[Cm]
[Bb]
[Eb]
[Ab] De Heer [Gm] is je [F] schild [Eb] en bevrijder, [Cm] [Ab] de [Bb] redder die [F] niet [Eb] van [Ab] je wijkt.
[Gm] Onder zijn [Dm] vleugels ben [Eb] je veilig, [Ab] zijn wieken [Gm] [Dm] beschermen, [Ab] zijn trouw [Ebm] is een [Fm] [Db] veilig [Eb] schild.
[Ab]
In Gods [Eb] [Dm] nabijheid [Eb] is geen angst meer [Ab] voor [Gm] de plaag [Eb]
van de [Ab] dag.
Jou [Bb] zal niets [Eb]
overkomen,
[Ab] open [Gm] je ogen [Ab] en zie [Eb] dat het [Cm] kwaad [Db]
vergaat.
[Fm]
Wie in [Eb] de schuilplaats van [Ab] de [Eb] Allerhoogste [Bb]
[Fm] loopt, kent [Eb] overnacht in [Db] zijn schaduw.
[Bb] Zeg tegen de Heer, [Eb] mijn toevlucht, [D] mijn [G]
vesting, [Cm] mijn [Eb] God,
[Ab] ik [F] betrouw [Bb] op U.
[Eb] Zeg tegen de Heer, mijn [D] toevlucht, mijn
[G] vesting, [Cm] mijn [Bb]
God, [Ab] ik [Eb]
betrouw [Db] op U.
[Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Ab] [Eb]
[Cm] [Fm]
[Db] [Eb]
[F] [Gm] [F]
[Em] [Bb] Als je [C] mag wonen bij [F] de Hoogste, [Gm] ben [C] je veilig [F] voor [Bb] het kwaad.
[C] Engelen zullen [F] je dragen, [Dm] je zult je [C] niet stoten, maar [Bb] verdrakt [F] de
[Gm] [Eb] tegenstam.
[Gm] Wie in [F] de schuilplaats [Bb] van de [C] Allerhoogste [Gm] loopt, kent [F] overnacht in [Eb] zijn schaduw.
[C] Zeg tegen de Heer, [F] mijn toevlucht, [Em] mijn
[A] vesting, [Dm] mijn [F] God,
[Bb] ik [Bm] [G]
betrouw [C] op U.
Zeg tegen de Heer, [F] mijn toevlucht, [Em] mijn
[Db] vesting, [D] mijn [Dm] [F] God, [Bb] ik [C]
betrouw [F] op U.
[Dm] Ik begrijp wie mijn [Em] liefheid is en bescherm wie mijn [F] kerst is.
Roep je mij aan, [Bb] ik geef aan [C] God.
[Dm] In de noodverwijder [Em] en de vijndje van angst, ik [F] zal roem en [Bb] overvloed geven.
[Gm] Ik zal [F] je redding [Bb] zijn.
[Gm] [F]
[D] [Gbm] [D] Mijn
[G] toevlucht, [B] mijn vesting, [Em] mijn [G] God, [Bm] [C]
ik [A] vertrouw [D] op U.
Mijn [G]
toevlucht, [Gb] mijn [B] [Em] vesting, mijn [D] God, [C]
ik [D] vertrouw [G] op [D] U.
[Em] [G] [C]
Ik [D] vertrouw [C] op U.
[G]
[N]
Key:
Eb
F
Bb
Ab
C
Eb
F
Bb
[F] _ [Eb] _ _ _ _ _ [Fm] _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
_ [Ab] De _ Heer [Gm] is je [F] schild [Eb] en _ _ _ _ _ bevrijder, [Cm] [Ab] de _ _ [Bb] redder die [F] _ niet [Eb] van [Ab] je wijkt.
_ _ _ _ [Gm] Onder zijn _ [Dm] vleugels ben [Eb] je _ _ _ _ veilig, [Ab] zijn _ wieken [Gm] _ _ [Dm] beschermen, [Ab] zijn _ trouw [Ebm] is een _ [Fm] _ [Db] veilig _ [Eb] schild.
_ _ _ _ [Ab] _ _
In Gods [Eb] _ [Dm] nabijheid [Eb] is geen _ _ _ angst meer _ [Ab] voor _ [Gm] de _ plaag [Eb] _
van de _ [Ab] dag. _ _
Jou [Bb] zal niets _ _ [Eb] _
_ _ _ overkomen, _ _ _
[Ab] _ open [Gm] je ogen [Ab] en zie _ [Eb] dat het _ [Cm] kwaad [Db] _
_ vergaat.
_ _ _ _ [Fm] _
Wie in [Eb] de schuilplaats van [Ab] de _ _ [Eb] Allerhoogste [Bb] _ _
[Fm] loopt, _ kent [Eb] overnacht in [Db] zijn _ _ schaduw. _ _ _
[Bb] _ Zeg tegen de Heer, [Eb] mijn _ toevlucht, [D] mijn _ [G]
vesting, [Cm] mijn _ _ [Eb] God, _
_ [Ab] _ ik _ [F] _ betrouw _ [Bb] op U. _ _ _
[Eb] Zeg tegen de Heer, mijn _ _ [D] toevlucht, mijn _
[G] vesting, [Cm] mijn _ _ [Bb] _ _
God, [Ab] _ ik _ [Eb] _
betrouw [Db] op U.
_ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ [Ab] _ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [F] _ _ [Gm] _ _ [F] _ _
[Em] _ _ [Bb] _ _ Als je [C] mag wonen bij [F] de _ _ _ Hoogste, _ _ [Gm] ben _ [C] je _ veilig [F] _ voor [Bb] het _ kwaad.
_ _ _ [C] Engelen _ zullen [F] je _ _ _ _ dragen, [Dm] je _ zult je [C] niet stoten, maar [Bb] _ _ verdrakt [F] de _
[Gm] _ _ [Eb] _ _ tegenstam. _ _
_ _ [Gm] Wie in [F] de schuilplaats [Bb] van de _ _ [C] Allerhoogste _ _ [Gm] loopt, kent _ [F] overnacht in [Eb] zijn _ _ schaduw. _
_ _ [C] _ Zeg tegen de _ Heer, [F] mijn _ toevlucht, [Em] mijn _
[A] vesting, [Dm] mijn _ [F] God, _
_ _ [Bb] _ ik _ [Bm] _ [G]
betrouw [C] op U.
Zeg _ _ tegen de Heer, [F] mijn _ toevlucht, [Em] mijn _
[Db] vesting, [D] mijn [Dm] _ _ [F] God, _ _ [Bb] _ ik _ [C] _
betrouw [F] op U. _ _ _ _
_ [Dm] Ik begrijp wie mijn [Em] liefheid is en bescherm wie mijn [F] kerst is.
Roep je mij aan, [Bb] ik geef aan [C] God.
[Dm] In de _ noodverwijder [Em] en de vijndje van angst, ik [F] zal roem en [Bb] overvloed geven.
[Gm] _ _ Ik zal [F] je _ redding [Bb] _ _ _ _ _ zijn.
[Gm] _ _ _ _ [F] _ _ _ _
[D] _ [Gbm] _ _ _ [D] _ Mijn _
[G] _ _ toevlucht, [B] mijn _ vesting, [Em] mijn _ [G] God, [Bm] _ _ _ [C] _
ik _ [A] _ vertrouw [D] op _ U.
_ _ Mijn [G] _
_ toevlucht, [Gb] mijn _ [B] [Em] vesting, mijn _ [D] God, _ _ _ [C] _
ik _ [D] _ _ vertrouw [G] op [D] U.
_ [Em] _ _ [G] _ _ [C] _
Ik _ [D] _ vertrouw [C] op U.
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
_ [Ab] De _ Heer [Gm] is je [F] schild [Eb] en _ _ _ _ _ bevrijder, [Cm] [Ab] de _ _ [Bb] redder die [F] _ niet [Eb] van [Ab] je wijkt.
_ _ _ _ [Gm] Onder zijn _ [Dm] vleugels ben [Eb] je _ _ _ _ veilig, [Ab] zijn _ wieken [Gm] _ _ [Dm] beschermen, [Ab] zijn _ trouw [Ebm] is een _ [Fm] _ [Db] veilig _ [Eb] schild.
_ _ _ _ [Ab] _ _
In Gods [Eb] _ [Dm] nabijheid [Eb] is geen _ _ _ angst meer _ [Ab] voor _ [Gm] de _ plaag [Eb] _
van de _ [Ab] dag. _ _
Jou [Bb] zal niets _ _ [Eb] _
_ _ _ overkomen, _ _ _
[Ab] _ open [Gm] je ogen [Ab] en zie _ [Eb] dat het _ [Cm] kwaad [Db] _
_ vergaat.
_ _ _ _ [Fm] _
Wie in [Eb] de schuilplaats van [Ab] de _ _ [Eb] Allerhoogste [Bb] _ _
[Fm] loopt, _ kent [Eb] overnacht in [Db] zijn _ _ schaduw. _ _ _
[Bb] _ Zeg tegen de Heer, [Eb] mijn _ toevlucht, [D] mijn _ [G]
vesting, [Cm] mijn _ _ [Eb] God, _
_ [Ab] _ ik _ [F] _ betrouw _ [Bb] op U. _ _ _
[Eb] Zeg tegen de Heer, mijn _ _ [D] toevlucht, mijn _
[G] vesting, [Cm] mijn _ _ [Bb] _ _
God, [Ab] _ ik _ [Eb] _
betrouw [Db] op U.
_ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ [Ab] _ [Eb] _ _
_ _ [Cm] _ _ _ _ [Fm] _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [F] _ _ [Gm] _ _ [F] _ _
[Em] _ _ [Bb] _ _ Als je [C] mag wonen bij [F] de _ _ _ Hoogste, _ _ [Gm] ben _ [C] je _ veilig [F] _ voor [Bb] het _ kwaad.
_ _ _ [C] Engelen _ zullen [F] je _ _ _ _ dragen, [Dm] je _ zult je [C] niet stoten, maar [Bb] _ _ verdrakt [F] de _
[Gm] _ _ [Eb] _ _ tegenstam. _ _
_ _ [Gm] Wie in [F] de schuilplaats [Bb] van de _ _ [C] Allerhoogste _ _ [Gm] loopt, kent _ [F] overnacht in [Eb] zijn _ _ schaduw. _
_ _ [C] _ Zeg tegen de _ Heer, [F] mijn _ toevlucht, [Em] mijn _
[A] vesting, [Dm] mijn _ [F] God, _
_ _ [Bb] _ ik _ [Bm] _ [G]
betrouw [C] op U.
Zeg _ _ tegen de Heer, [F] mijn _ toevlucht, [Em] mijn _
[Db] vesting, [D] mijn [Dm] _ _ [F] God, _ _ [Bb] _ ik _ [C] _
betrouw [F] op U. _ _ _ _
_ [Dm] Ik begrijp wie mijn [Em] liefheid is en bescherm wie mijn [F] kerst is.
Roep je mij aan, [Bb] ik geef aan [C] God.
[Dm] In de _ noodverwijder [Em] en de vijndje van angst, ik [F] zal roem en [Bb] overvloed geven.
[Gm] _ _ Ik zal [F] je _ redding [Bb] _ _ _ _ _ zijn.
[Gm] _ _ _ _ [F] _ _ _ _
[D] _ [Gbm] _ _ _ [D] _ Mijn _
[G] _ _ toevlucht, [B] mijn _ vesting, [Em] mijn _ [G] God, [Bm] _ _ _ [C] _
ik _ [A] _ vertrouw [D] op _ U.
_ _ Mijn [G] _
_ toevlucht, [Gb] mijn _ [B] [Em] vesting, mijn _ [D] God, _ _ _ [C] _
ik _ [D] _ _ vertrouw [G] op [D] U.
_ [Em] _ _ [G] _ _ [C] _
Ik _ [D] _ vertrouw [C] op U.
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _