Chords for Venlo stedje (van lol en plezeer) 1936
Tempo:
130.95 bpm
Chords used:
F
C
Gm
Ab
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Dm] [Bb]
[C]
[Gm] [Am] [C]
[F] [Ab] [C]
[F] Wendels [Dm]
ontstat, [C] zo besteed ze maar een, met een schoen [F] [C] statuus.
[F] [D] Floddergat [Gm] vindste we ons [C] maar alleen, door
[F] Amersmoes.
[Bb]
Hinge streutjes, [F] hem grekende luw, [Gm] [C] wij straatjes, zorves [F] en vreers [Gm] revu.
[Am] [Bb] Biers, cafés, [Bbm] [F] die zinder
[D] present, [G] en is
[C] zo [F] talent.
[C] [F]
Wendels statje, [C] van lol en plezier, [Gm] die kan [C] ik toch [Ab] nooit [Abm]
[F] vergeten.
Bin ik in de [Ab] [Gm] vreemde, [Eb] denk ik [C] altijd weer, de [Gm] Gens dat kan [C] met [Fm] Wendel mij.
[F] Dordten zie met vriend, [Gm] en al [C] waar ik leef, [Gm] dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, herten, [C] leef.
[F]
[Abm] Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, aan [Gm] Wendel [C] denk ik [F] altijd [Fm] weer.
[C] [F]
Speelden [Am] wij vroeger, [Gm] met stuiter [C] of wal, [Gm]
in [Am] [F] stille stor.
[C] [F]
Woudjes, [Ab] [Gb] beloerden [Gm] ons dan [C] overal, [Gm] hun [C] het [F] gatenkwoor.
[Gm] [F] [Bb] Jordek, heel moder, [F] was puur de strafdoos, [C] einde van ons [F] had weer paddoets [C] gespoes.
[Bb] Speulend net op, [Bbm] als [F] de perre op het [D] lets, [G] een [Gm] ruutje [F] geflets.
[C] [F]
[Abm] Wendels [Ab] statje, [Gm] [C] van lol en plezier, [Gm] die kan ik [C] toch [Fm] nooit
[Ab] [F] vergeten.
Bin ik [Abm] in de [Ab] vreemde, [C] denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Fm] Wendel mij.
[F] [Db] Dordten [D] zie met vriend, [G] en al waar ik leef, [B] dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, [C] herten, leef.
[F] Wendels [Ab] statje, [Eb] van lol [C] en plezier, [Gm] aan Wendel [C] denk ik [Am] [F] altijd weer.
Wendel [Eb] het statje, [Gm] van [C] spontane lol, [Gm]
gas, [Am] vrij [E] en [F] [B] goed.
[F]
[D] Iedereen is er [Gm] van, jen maken [C] vol, het is [F] wendeloos bloot.
[Gm] [Dm] [Bb]
Trekke muziek, [F] zovens boemsen ons pap, [C] de [F] vastgelovend hiaknel.
Het [Gm] is [F] wat, [Bb]
kermis [Bbm] vieren, [F] twee keer [D] in het jaar, [G] juks, [C] [F]
stijterkloos.
[C] [F]
Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, die kan ik toch [Fm] nooit [F] vergeten.
Bin ik in de [Ab] [C] vreemde, denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Ab] Wendel mij.
[F]
[A] [Db] Dordten [D] zie met [Ebm] vriend, [G] en al waar ik leef, [Db] dorten [C] kunnen leven [F] met [Ab] tienen, [C] herten, leef.
[F] Wendels [Abm] statje, [C] van lol en plezier, aan [G] [E] Wendel [F] denk ik [G] [A] altijd [F] weer.
[Bbm]
[Dm]
[C]
[Gm] [Am] [C]
[F] [Ab] [C]
[F] Wendels [Dm]
ontstat, [C] zo besteed ze maar een, met een schoen [F] [C] statuus.
[F] [D] Floddergat [Gm] vindste we ons [C] maar alleen, door
[F] Amersmoes.
[Bb]
Hinge streutjes, [F] hem grekende luw, [Gm] [C] wij straatjes, zorves [F] en vreers [Gm] revu.
[Am] [Bb] Biers, cafés, [Bbm] [F] die zinder
[D] present, [G] en is
[C] zo [F] talent.
[C] [F]
Wendels statje, [C] van lol en plezier, [Gm] die kan [C] ik toch [Ab] nooit [Abm]
[F] vergeten.
Bin ik in de [Ab] [Gm] vreemde, [Eb] denk ik [C] altijd weer, de [Gm] Gens dat kan [C] met [Fm] Wendel mij.
[F] Dordten zie met vriend, [Gm] en al [C] waar ik leef, [Gm] dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, herten, [C] leef.
[F]
[Abm] Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, aan [Gm] Wendel [C] denk ik [F] altijd [Fm] weer.
[C] [F]
Speelden [Am] wij vroeger, [Gm] met stuiter [C] of wal, [Gm]
in [Am] [F] stille stor.
[C] [F]
Woudjes, [Ab] [Gb] beloerden [Gm] ons dan [C] overal, [Gm] hun [C] het [F] gatenkwoor.
[Gm] [F] [Bb] Jordek, heel moder, [F] was puur de strafdoos, [C] einde van ons [F] had weer paddoets [C] gespoes.
[Bb] Speulend net op, [Bbm] als [F] de perre op het [D] lets, [G] een [Gm] ruutje [F] geflets.
[C] [F]
[Abm] Wendels [Ab] statje, [Gm] [C] van lol en plezier, [Gm] die kan ik [C] toch [Fm] nooit
[Ab] [F] vergeten.
Bin ik [Abm] in de [Ab] vreemde, [C] denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Fm] Wendel mij.
[F] [Db] Dordten [D] zie met vriend, [G] en al waar ik leef, [B] dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, [C] herten, leef.
[F] Wendels [Ab] statje, [Eb] van lol [C] en plezier, [Gm] aan Wendel [C] denk ik [Am] [F] altijd weer.
Wendel [Eb] het statje, [Gm] van [C] spontane lol, [Gm]
gas, [Am] vrij [E] en [F] [B] goed.
[F]
[D] Iedereen is er [Gm] van, jen maken [C] vol, het is [F] wendeloos bloot.
[Gm] [Dm] [Bb]
Trekke muziek, [F] zovens boemsen ons pap, [C] de [F] vastgelovend hiaknel.
Het [Gm] is [F] wat, [Bb]
kermis [Bbm] vieren, [F] twee keer [D] in het jaar, [G] juks, [C] [F]
stijterkloos.
[C] [F]
Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, die kan ik toch [Fm] nooit [F] vergeten.
Bin ik in de [Ab] [C] vreemde, denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Ab] Wendel mij.
[F]
[A] [Db] Dordten [D] zie met [Ebm] vriend, [G] en al waar ik leef, [Db] dorten [C] kunnen leven [F] met [Ab] tienen, [C] herten, leef.
[F] Wendels [Abm] statje, [C] van lol en plezier, aan [G] [E] Wendel [F] denk ik [G] [A] altijd [F] weer.
[Bbm]
[Dm]
Key:
F
C
Gm
Ab
Bb
F
C
Gm
[Dm] _ _ _ [Bb] _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ [Am] _ _ [C] _
[F] _ _ _ [Ab] _ [C] _ _
_ [F] _ _ Wendels [Dm]
ontstat, [C] zo besteed ze maar een, _ met een schoen [F] _ _ [C] statuus.
[F] _ _ _ _ [D] Floddergat _ [Gm] vindste we ons [C] maar alleen, door _
_ _ _ [F] _ Amersmoes.
_ [Bb] _ _ _ _
Hinge streutjes, [F] hem _ grekende luw, [Gm] [C] wij straatjes, zorves [F] en vreers [Gm] revu.
[Am] _ [Bb] _ Biers, cafés, [Bbm] [F] die zinder _
[D] present, [G] en is _
[C] zo _ [F] talent. _
[C] _ _ _ [F] _ _
Wendels statje, [C] van lol en plezier, [Gm] die kan [C] ik toch [Ab] nooit [Abm] _ _
[F] _ vergeten.
Bin ik in de _ [Ab] [Gm] vreemde, [Eb] denk ik [C] altijd weer, de [Gm] Gens dat kan [C] met _ [Fm] Wendel mij.
[F] _ _ _ _ Dordten zie met vriend, [Gm] en al [C] waar ik leef, _ [Gm] _ dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, herten, [C] leef.
_ [F] _ _
[Abm] Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, aan [Gm] _ Wendel [C] denk ik [F] altijd [Fm] weer.
[C] _ _ _ _ [F] _
Speelden [Am] wij vroeger, [Gm] met stuiter [C] of wal, _ [Gm] _
in _ _ [Am] [F] stille stor.
_ [C] _ _ _ [F] _
Woudjes, [Ab] _ [Gb] beloerden [Gm] ons dan _ [C] _ overal, [Gm] hun [C] het _ _ [F] gatenkwoor.
_ _ [Gm] _ [F] [Bb] Jordek, heel moder, [F] was puur de _ strafdoos, [C] _ einde van ons [F] had weer paddoets [C] gespoes.
_ [Bb] _ Speulend net op, [Bbm] als [F] de perre op het [D] lets, [G] een _ [Gm] ruutje _ _ [F] _ geflets.
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[Abm] Wendels [Ab] statje, [Gm] [C] van lol en plezier, [Gm] die kan ik [C] toch [Fm] nooit _
[Ab] _ [F] vergeten.
_ Bin ik [Abm] in de [Ab] vreemde, [C] denk ik altijd weer, de Gens dat kan met _ [Fm] Wendel mij. _
[F] _ _ _ [Db] _ Dordten [D] zie met vriend, [G] en al waar ik leef, _ [B] _ dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, [C] herten, leef.
_ [F] _ Wendels [Ab] _ statje, [Eb] van lol [C] en plezier, [Gm] aan Wendel [C] denk ik [Am] [F] altijd weer.
_ _ _ _ _ _
Wendel [Eb] het statje, [Gm] van _ [C] spontane lol, _ [Gm] _
gas, [Am] vrij [E] en [F] [B] goed.
[F] _ _ _ _
_ [D] Iedereen is er [Gm] van, jen maken [C] vol, _ het is _ [F] wendeloos bloot.
_ [Gm] _ [Dm] _ [Bb] _
Trekke muziek, [F] zovens boemsen ons pap, _ [C] de _ _ [F] vastgelovend hiaknel.
Het [Gm] is [F] wat, [Bb] _ _
kermis [Bbm] vieren, [F] twee keer [D] in het jaar, _ [G] _ juks, [C] _ _ _ [F] _ _
stijterkloos.
[C] _ _ _ [F] _
Wendels [Ab] statje, _ [C] van lol en plezier, die kan ik toch [Fm] nooit _ [F] vergeten.
_ Bin ik in de [Ab] [C] vreemde, denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Ab] Wendel mij.
_ [F] _ _
_ [A] _ [Db] Dordten [D] zie met [Ebm] vriend, [G] en al waar ik leef, [Db] _ dorten [C] kunnen leven [F] met [Ab] tienen, [C] herten, leef.
[F] _ _ Wendels [Abm] statje, [C] van lol en plezier, aan [G] _ [E] Wendel [F] denk ik [G] _ [A] altijd [F] weer. _
_ [Bbm] _ _ _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ [Am] _ _ [C] _
[F] _ _ _ [Ab] _ [C] _ _
_ [F] _ _ Wendels [Dm]
ontstat, [C] zo besteed ze maar een, _ met een schoen [F] _ _ [C] statuus.
[F] _ _ _ _ [D] Floddergat _ [Gm] vindste we ons [C] maar alleen, door _
_ _ _ [F] _ Amersmoes.
_ [Bb] _ _ _ _
Hinge streutjes, [F] hem _ grekende luw, [Gm] [C] wij straatjes, zorves [F] en vreers [Gm] revu.
[Am] _ [Bb] _ Biers, cafés, [Bbm] [F] die zinder _
[D] present, [G] en is _
[C] zo _ [F] talent. _
[C] _ _ _ [F] _ _
Wendels statje, [C] van lol en plezier, [Gm] die kan [C] ik toch [Ab] nooit [Abm] _ _
[F] _ vergeten.
Bin ik in de _ [Ab] [Gm] vreemde, [Eb] denk ik [C] altijd weer, de [Gm] Gens dat kan [C] met _ [Fm] Wendel mij.
[F] _ _ _ _ Dordten zie met vriend, [Gm] en al [C] waar ik leef, _ [Gm] _ dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, herten, [C] leef.
_ [F] _ _
[Abm] Wendels [Ab] statje, [C] van lol en plezier, aan [Gm] _ Wendel [C] denk ik [F] altijd [Fm] weer.
[C] _ _ _ _ [F] _
Speelden [Am] wij vroeger, [Gm] met stuiter [C] of wal, _ [Gm] _
in _ _ [Am] [F] stille stor.
_ [C] _ _ _ [F] _
Woudjes, [Ab] _ [Gb] beloerden [Gm] ons dan _ [C] _ overal, [Gm] hun [C] het _ _ [F] gatenkwoor.
_ _ [Gm] _ [F] [Bb] Jordek, heel moder, [F] was puur de _ strafdoos, [C] _ einde van ons [F] had weer paddoets [C] gespoes.
_ [Bb] _ Speulend net op, [Bbm] als [F] de perre op het [D] lets, [G] een _ [Gm] ruutje _ _ [F] _ geflets.
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[Abm] Wendels [Ab] statje, [Gm] [C] van lol en plezier, [Gm] die kan ik [C] toch [Fm] nooit _
[Ab] _ [F] vergeten.
_ Bin ik [Abm] in de [Ab] vreemde, [C] denk ik altijd weer, de Gens dat kan met _ [Fm] Wendel mij. _
[F] _ _ _ [Db] _ Dordten [D] zie met vriend, [G] en al waar ik leef, _ [B] _ dorten [C] kunnen leven [F] met tienen, [C] herten, leef.
_ [F] _ Wendels [Ab] _ statje, [Eb] van lol [C] en plezier, [Gm] aan Wendel [C] denk ik [Am] [F] altijd weer.
_ _ _ _ _ _
Wendel [Eb] het statje, [Gm] van _ [C] spontane lol, _ [Gm] _
gas, [Am] vrij [E] en [F] [B] goed.
[F] _ _ _ _
_ [D] Iedereen is er [Gm] van, jen maken [C] vol, _ het is _ [F] wendeloos bloot.
_ [Gm] _ [Dm] _ [Bb] _
Trekke muziek, [F] zovens boemsen ons pap, _ [C] de _ _ [F] vastgelovend hiaknel.
Het [Gm] is [F] wat, [Bb] _ _
kermis [Bbm] vieren, [F] twee keer [D] in het jaar, _ [G] _ juks, [C] _ _ _ [F] _ _
stijterkloos.
[C] _ _ _ [F] _
Wendels [Ab] statje, _ [C] van lol en plezier, die kan ik toch [Fm] nooit _ [F] vergeten.
_ Bin ik in de [Ab] [C] vreemde, denk ik altijd weer, de Gens dat kan met [Ab] Wendel mij.
_ [F] _ _
_ [A] _ [Db] Dordten [D] zie met [Ebm] vriend, [G] en al waar ik leef, [Db] _ dorten [C] kunnen leven [F] met [Ab] tienen, [C] herten, leef.
[F] _ _ Wendels [Abm] statje, [C] van lol en plezier, aan [G] _ [E] Wendel [F] denk ik [G] _ [A] altijd [F] weer. _
_ [Bbm] _ _ _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _