Chords for Venlo - Veur altied eine Venlonaer
Tempo:
113.95 bpm
Chords used:
E
B
A
F#m
C#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[E] [B] [C#m]
[F#m] [E] [F#m] [E] [A]
[E] [A] [E] [E]
Toen speelde de man op zijn trutje een nieuwe [B] melodie.
[C#] [F#m] Bij het leeg van de [B] sterren en het herfstje van [E] [A] Parijs.
[E]
Toen zingen de mannen de struutjes hun prachtig [B] stoer lied.
[C#] [F#m] [B]
[E]
[A] Toen kreeg de man het hoogste bord.
Maar wat [E] deed hij?
[F#m] Een man vastgelopen, [B]
[F#m] geen vriend [E] nog te zien.
[A] [E]
[A] Leegste in het bord, hij klopt ik [E] normaal [B] uit.
[C#m]
[F#m] Ik lijk niet meer te zijn,
[A] ik sluit [E] de tijd af.
[E] [F#m]
[E] Wat laat je [A] schieten, ik hoor nog [E] nooit.
Ik wou een blievek [F#m] in Parijs, wat [B] verlo is mijn doos.
[E] Ik [A] ben zeker hier beneden, [B] [E] geen breed en [G#m] ik heb [C#m] in je benen.
[F#m] Ik ben een verdieping, [B] een [F#m]
[B] verdieperding.
Ik ben [F#m] een
[B] verdieperding, een [F#m] [E]
[A] verdieperding.
[E] Maar [A]
[E] [B]
[C#m] [F#m]
[E] [A] [E] [A] [E]
[E] geen ding moest ze wel weten, ik heb [B] dich zo lief.
[C#] Gluif [F#m] maar dat ik heb zitten [B] zwijgen, voordat ik [E] dich [A]
[E] verliep.
Ik wist de leeftijd van mijn leven, hoe ik [B] gelast was.
[F#m] Ik wil niet alles [B]
schrikken, maar ik wil [E] zitten met jou.
[Em]
[E] [A] Wil zitten met mijn brood, schat, want [E] hij derpt niet.
[F#m] Hoor mij vast, [B] onnoordelijk, ik ben [E] dood dus.
[C] [E]
[A] Lees de huisdak goed, ik zing niet meer [E] alleen.
[B] [C#m]
[F#m] Alle [A] vijandeneren, [E] ken het het [E] redelijk.
[F#m] [E]
Je vader, die [A] je schiet, ik [E] kon ook niet.
[A] [E]
Je kan niet varen, det kan [F#m] wél niet zijn.
Want het is [B] mee te doen.
[E] [A] Eén helikopter komt er bij.
[B] [E] Gijt het niet hier aanbieden.
[B] [C#m]
[F#m] Maar wat valt [B] bedoel je makker [A] ben je [E] niet.
[A]
[E] Waar rijdt [D#] je, cherie?
Ik hoor no no.
Vuur geen Frank, blijf ik in Parijs.
Want Van Lo is mien doos.
[A] Ik ben zeker geen meneer.
[B] [E] Ben een meneer en ik heb een [C#m]
jurist.
[F#m] Maar veraltijd [B] blijf ik.
Veraltijd [G#m] en altijd [C#m] blijf ik.
Verlief ik [F#m] en altijd [B] blijf ik.
Hij is een echte vrouw, [A] nee.
[E]
[E] [B] [C#m]
[F#m] [E] [F#m] [E] [A]
[E] [A] [E] [E]
Toen speelde de man op zijn trutje een nieuwe [B] melodie.
[C#] [F#m] Bij het leeg van de [B] sterren en het herfstje van [E] [A] Parijs.
[E]
Toen zingen de mannen de struutjes hun prachtig [B] stoer lied.
[C#] [F#m] [B]
[E]
[A] Toen kreeg de man het hoogste bord.
Maar wat [E] deed hij?
[F#m] Een man vastgelopen, [B]
[F#m] geen vriend [E] nog te zien.
[A] [E]
[A] Leegste in het bord, hij klopt ik [E] normaal [B] uit.
[C#m]
[F#m] Ik lijk niet meer te zijn,
[A] ik sluit [E] de tijd af.
[E] [F#m]
[E] Wat laat je [A] schieten, ik hoor nog [E] nooit.
Ik wou een blievek [F#m] in Parijs, wat [B] verlo is mijn doos.
[E] Ik [A] ben zeker hier beneden, [B] [E] geen breed en [G#m] ik heb [C#m] in je benen.
[F#m] Ik ben een verdieping, [B] een [F#m]
[B] verdieperding.
Ik ben [F#m] een
[B] verdieperding, een [F#m] [E]
[A] verdieperding.
[E] Maar [A]
[E] [B]
[C#m] [F#m]
[E] [A] [E] [A] [E]
[E] geen ding moest ze wel weten, ik heb [B] dich zo lief.
[C#] Gluif [F#m] maar dat ik heb zitten [B] zwijgen, voordat ik [E] dich [A]
[E] verliep.
Ik wist de leeftijd van mijn leven, hoe ik [B] gelast was.
[F#m] Ik wil niet alles [B]
schrikken, maar ik wil [E] zitten met jou.
[Em]
[E] [A] Wil zitten met mijn brood, schat, want [E] hij derpt niet.
[F#m] Hoor mij vast, [B] onnoordelijk, ik ben [E] dood dus.
[C] [E]
[A] Lees de huisdak goed, ik zing niet meer [E] alleen.
[B] [C#m]
[F#m] Alle [A] vijandeneren, [E] ken het het [E] redelijk.
[F#m] [E]
Je vader, die [A] je schiet, ik [E] kon ook niet.
[A] [E]
Je kan niet varen, det kan [F#m] wél niet zijn.
Want het is [B] mee te doen.
[E] [A] Eén helikopter komt er bij.
[B] [E] Gijt het niet hier aanbieden.
[B] [C#m]
[F#m] Maar wat valt [B] bedoel je makker [A] ben je [E] niet.
[A]
[E] Waar rijdt [D#] je, cherie?
Ik hoor no no.
Vuur geen Frank, blijf ik in Parijs.
Want Van Lo is mien doos.
[A] Ik ben zeker geen meneer.
[B] [E] Ben een meneer en ik heb een [C#m]
jurist.
[F#m] Maar veraltijd [B] blijf ik.
Veraltijd [G#m] en altijd [C#m] blijf ik.
Verlief ik [F#m] en altijd [B] blijf ik.
Hij is een echte vrouw, [A] nee.
[E]
Key:
E
B
A
F#m
C#m
E
B
A
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ [C#m] _ _ _ _
[F#m] _ [E] _ [F#m] _ _ _ _ [E] _ [A] _
_ [E] _ _ [A] _ [E] _ [E] _ _
Toen speelde de man op zijn trutje een nieuwe [B] _ _ _ melodie. _
_ [C#] [F#m] Bij het leeg van de _ [B] sterren en het herfstje van [E] _ _ [A] Parijs.
[E] _
_ Toen zingen de mannen de struutjes hun prachtig [B] stoer lied. _ _
_ _ [C#] _ [F#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ [A] Toen kreeg de man het hoogste bord.
Maar wat [E] deed hij? _ _ _
_ _ _ [F#m] Een man vastgelopen, [B] _
[F#m] geen vriend [E] nog te zien.
[A] _ [E] _
_ _ _ [A] _ Leegste in het bord, hij klopt ik [E] normaal [B] uit.
[C#m] _
_ _ [F#m] Ik lijk niet meer te zijn, _
[A] _ ik sluit [E] de tijd af.
[E] _ [F#m] _
[E] _ _ _ _ Wat laat je [A] schieten, ik hoor nog [E] nooit. _
Ik _ _ wou een blievek [F#m] in Parijs, wat [B] verlo is mijn _ doos.
_ _ [E] Ik [A] ben zeker hier beneden, [B] [E] geen breed en [G#m] ik heb [C#m] in je benen.
_ [F#m] _ Ik ben een verdieping, [B] _ _ een [F#m] _ _ _ _
[B] verdieperding.
Ik ben [F#m] _ een _
[B] verdieperding, een _ [F#m] _ _ [E] _
[A] verdieperding.
[E] Maar _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [E] _ _ _ [B] _
[C#m] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
_ [E] _ [A] _ _ [E] _ _ [A] _ [E] _
[E] _ _ _ _ geen ding moest ze wel weten, _ ik heb [B] dich zo _ _ lief.
_ [C#] Gluif [F#m] maar dat ik heb zitten [B] zwijgen, _ voordat ik [E] dich _ _ [A] _
[E] _ verliep.
Ik wist de leeftijd van mijn leven, _ hoe ik [B] gelast _ was.
_ _ [F#m] Ik wil niet alles _ [B]
schrikken, maar ik wil [E] zitten met jou.
_ [Em] _
_ [E] _ [A] Wil zitten met mijn brood, schat, want [E] hij derpt niet. _
_ _ _ [F#m] Hoor mij vast, [B] onnoordelijk, ik ben [E] dood dus.
_ _ [C] _ [E] _
_ _ _ [A] Lees de huisdak goed, ik zing niet meer [E] _ alleen.
[B] _ [C#m] _
_ _ [F#m] Alle _ _ [A] vijandeneren, [E] ken het het _ [E] redelijk.
[F#m] _ [E] _
_ _ Je vader, die [A] je schiet, _ ik [E] kon ook niet.
_ [A] _ [E] _
Je kan niet varen, det kan [F#m] wél niet zijn.
Want het is [B] mee te doen. _
_ [E] _ [A] Eén helikopter komt er bij.
_ _ [B] [E] Gijt het niet hier aanbieden.
_ [B] _ [C#m] _
_ [F#m] Maar wat valt [B] bedoel je makker [A] ben je _ [E] niet.
[A] _ _
[E] _ _ _ Waar rijdt [D#] je, cherie?
Ik hoor no no. _ _ _ _
_ Vuur geen Frank, blijf ik in Parijs.
Want Van Lo is mien doos. _
_ _ [A] Ik ben zeker geen _ meneer.
[B] [E] Ben een meneer en ik heb een [C#m] _
jurist.
_ [F#m] _ _ Maar veraltijd [B] blijf ik.
Veraltijd [G#m] en _ altijd [C#m] blijf ik.
Verlief ik [F#m] en _ altijd [B] blijf ik.
Hij is een echte vrouw, [A] nee. _ _ _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ [C#m] _ _ _ _
[F#m] _ [E] _ [F#m] _ _ _ _ [E] _ [A] _
_ [E] _ _ [A] _ [E] _ [E] _ _
Toen speelde de man op zijn trutje een nieuwe [B] _ _ _ melodie. _
_ [C#] [F#m] Bij het leeg van de _ [B] sterren en het herfstje van [E] _ _ [A] Parijs.
[E] _
_ Toen zingen de mannen de struutjes hun prachtig [B] stoer lied. _ _
_ _ [C#] _ [F#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ [A] Toen kreeg de man het hoogste bord.
Maar wat [E] deed hij? _ _ _
_ _ _ [F#m] Een man vastgelopen, [B] _
[F#m] geen vriend [E] nog te zien.
[A] _ [E] _
_ _ _ [A] _ Leegste in het bord, hij klopt ik [E] normaal [B] uit.
[C#m] _
_ _ [F#m] Ik lijk niet meer te zijn, _
[A] _ ik sluit [E] de tijd af.
[E] _ [F#m] _
[E] _ _ _ _ Wat laat je [A] schieten, ik hoor nog [E] nooit. _
Ik _ _ wou een blievek [F#m] in Parijs, wat [B] verlo is mijn _ doos.
_ _ [E] Ik [A] ben zeker hier beneden, [B] [E] geen breed en [G#m] ik heb [C#m] in je benen.
_ [F#m] _ Ik ben een verdieping, [B] _ _ een [F#m] _ _ _ _
[B] verdieperding.
Ik ben [F#m] _ een _
[B] verdieperding, een _ [F#m] _ _ [E] _
[A] verdieperding.
[E] Maar _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [E] _ _ _ [B] _
[C#m] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
_ [E] _ [A] _ _ [E] _ _ [A] _ [E] _
[E] _ _ _ _ geen ding moest ze wel weten, _ ik heb [B] dich zo _ _ lief.
_ [C#] Gluif [F#m] maar dat ik heb zitten [B] zwijgen, _ voordat ik [E] dich _ _ [A] _
[E] _ verliep.
Ik wist de leeftijd van mijn leven, _ hoe ik [B] gelast _ was.
_ _ [F#m] Ik wil niet alles _ [B]
schrikken, maar ik wil [E] zitten met jou.
_ [Em] _
_ [E] _ [A] Wil zitten met mijn brood, schat, want [E] hij derpt niet. _
_ _ _ [F#m] Hoor mij vast, [B] onnoordelijk, ik ben [E] dood dus.
_ _ [C] _ [E] _
_ _ _ [A] Lees de huisdak goed, ik zing niet meer [E] _ alleen.
[B] _ [C#m] _
_ _ [F#m] Alle _ _ [A] vijandeneren, [E] ken het het _ [E] redelijk.
[F#m] _ [E] _
_ _ Je vader, die [A] je schiet, _ ik [E] kon ook niet.
_ [A] _ [E] _
Je kan niet varen, det kan [F#m] wél niet zijn.
Want het is [B] mee te doen. _
_ [E] _ [A] Eén helikopter komt er bij.
_ _ [B] [E] Gijt het niet hier aanbieden.
_ [B] _ [C#m] _
_ [F#m] Maar wat valt [B] bedoel je makker [A] ben je _ [E] niet.
[A] _ _
[E] _ _ _ Waar rijdt [D#] je, cherie?
Ik hoor no no. _ _ _ _
_ Vuur geen Frank, blijf ik in Parijs.
Want Van Lo is mien doos. _
_ _ [A] Ik ben zeker geen _ meneer.
[B] [E] Ben een meneer en ik heb een [C#m] _
jurist.
_ [F#m] _ _ Maar veraltijd [B] blijf ik.
Veraltijd [G#m] en _ altijd [C#m] blijf ik.
Verlief ik [F#m] en _ altijd [B] blijf ik.
Hij is een echte vrouw, [A] nee. _ _ _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _