Chords for Wij trekken in een lange stoet | Sela
Tempo:
89.6 bpm
Chords used:
Dm
C
Eb
Gm
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[Dm] [Am] [Gm] [A] [G] [Dm]
[C] [G] [C] [Dm]
[Am] [Gm] [Am] [G] [Dm]
[C] [G] [F] [Dm]
Wij trekken in een lange stoet op weg [C] naar [Dm] Bethlehem.
Wij gaan uw koning tegemoet, o stad [C] Jeruzalem.
[Gm]
Gezegen [Am] die zijn kont [Bb] begroet en [C] kliemendeel voor hem,
[Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Gm]
[Dm] [G] [Dm] [Gm] [Am]
[Dm] Al bent u nu nog maar [Bb] een kind, zo [C] hulpeloos en klein,
[Dm] wij weten dat het rijk begint, waarvan u [C] heer zult zijn.
[Gm] [Am] [Bb] Kind van oorlog [C] en van pijn, [Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[G] Koningen heen, [F] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Fm] [Db]
[Bbm] [Eb] [Fm] [Db]
[Bbm] [Cm] [Bbm] [Cm] [Db]
[Eb] [Bbm] [C] [Fm]
Al gaat de vijand in het [Db] rond, de koning [Eb] van het kwaad,
[Fm] al dreigt hij met zijn grote [Db] mond dat hij u [Eb] eens verslaat.
[Bbm] Straks ligt hij [Cm] dodelijk [Db] gewond, wanneer zijn [Eb] rijk vergaat.
[Bbm] Wij lopen [Cm] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Ab] wij [Eb] lopen uw [F] koningen heen.
[Fm] Wij gaan op weg naar Bethlehem, [Db] daar ligt hij [Eb] in een stal,
[Fm] die koning in Jeruzalem [Db] voor [Eb] eeuwig [Ab] wezen zal.
[Bbm] Laat [Cm] klinken dan met [Db] luiders stemmen, [Eb] blijkbaar zijn geschal.
[Bbm] Wij [Cm] lopen uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen [Ab] heen, wij lopen [Eb] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Abm] wij lopen [Eb] uw [Dm] koningen heen.
[Gm] [Dm] [Gm] [Am] [Dm]
[Am] [Dm] [E]
[Dm]
[Am] [Dm]
[Dm] [Am] [Gm] [A] [G] [Dm]
[C] [G] [C] [Dm]
[Am] [Gm] [Am] [G] [Dm]
[C] [G] [F] [Dm]
Wij trekken in een lange stoet op weg [C] naar [Dm] Bethlehem.
Wij gaan uw koning tegemoet, o stad [C] Jeruzalem.
[Gm]
Gezegen [Am] die zijn kont [Bb] begroet en [C] kliemendeel voor hem,
[Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Gm]
[Dm] [G] [Dm] [Gm] [Am]
[Dm] Al bent u nu nog maar [Bb] een kind, zo [C] hulpeloos en klein,
[Dm] wij weten dat het rijk begint, waarvan u [C] heer zult zijn.
[Gm] [Am] [Bb] Kind van oorlog [C] en van pijn, [Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[G] Koningen heen, [F] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Fm] [Db]
[Bbm] [Eb] [Fm] [Db]
[Bbm] [Cm] [Bbm] [Cm] [Db]
[Eb] [Bbm] [C] [Fm]
Al gaat de vijand in het [Db] rond, de koning [Eb] van het kwaad,
[Fm] al dreigt hij met zijn grote [Db] mond dat hij u [Eb] eens verslaat.
[Bbm] Straks ligt hij [Cm] dodelijk [Db] gewond, wanneer zijn [Eb] rijk vergaat.
[Bbm] Wij lopen [Cm] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Ab] wij [Eb] lopen uw [F] koningen heen.
[Fm] Wij gaan op weg naar Bethlehem, [Db] daar ligt hij [Eb] in een stal,
[Fm] die koning in Jeruzalem [Db] voor [Eb] eeuwig [Ab] wezen zal.
[Bbm] Laat [Cm] klinken dan met [Db] luiders stemmen, [Eb] blijkbaar zijn geschal.
[Bbm] Wij [Cm] lopen uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen [Ab] heen, wij lopen [Eb] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Abm] wij lopen [Eb] uw [Dm] koningen heen.
[Gm] [Dm] [Gm] [Am] [Dm]
[Am] [Dm] [E]
[Dm]
[Am] [Dm]
Key:
Dm
C
Eb
Gm
Am
Dm
C
Eb
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
[Dm] _ [Am] _ _ [Gm] _ [A] _ [G] _ _ [Dm] _
_ [C] _ [G] _ _ [C] _ _ [Dm] _ _
_ [Am] _ [Gm] _ _ [Am] _ _ [G] _ [Dm] _
_ [C] _ [G] _ _ [F] _ _ [Dm] _
Wij trekken in een lange stoet op weg [C] naar [Dm] Bethlehem.
Wij gaan uw koning tegemoet, o stad [C] Jeruzalem.
[Gm]
Gezegen [Am] die zijn kont [Bb] begroet en [C] kliemendeel voor hem,
[Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Gm] _ _
[Dm] _ [G] _ _ [Dm] _ _ _ [Gm] _ [Am] _
_ _ [Dm] _ Al bent u nu nog maar [Bb] een kind, zo [C] hulpeloos en klein,
[Dm] wij weten dat het rijk begint, waarvan u [C] heer zult zijn.
[Gm] _ _ [Am] _ [Bb] Kind van oorlog [C] en van pijn, [Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[G] Koningen heen, [F] wij [C] lopen uw [Dm] koningen _ heen.
[Fm] _ _ _ _ [Db] _
[Bbm] _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ _ _ [Db] _
[Bbm] _ [Cm] _ _ [Bbm] _ _ [Cm] _ _ [Db] _
_ [Eb] _ _ [Bbm] _ _ [C] _ _ [Fm] _
_ _ Al gaat de vijand in het [Db] rond, de koning [Eb] van het kwaad,
[Fm] al dreigt hij met zijn grote [Db] mond dat hij u [Eb] eens verslaat.
[Bbm] Straks ligt hij [Cm] dodelijk [Db] gewond, wanneer zijn [Eb] rijk vergaat.
[Bbm] Wij lopen [Cm] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Ab] wij [Eb] lopen uw [F] koningen heen.
[Fm] Wij gaan op weg naar Bethlehem, [Db] daar ligt hij [Eb] in een stal,
[Fm] die koning in Jeruzalem [Db] voor [Eb] eeuwig [Ab] wezen zal.
[Bbm] Laat [Cm] klinken dan met [Db] luiders stemmen, [Eb] blijkbaar zijn geschal.
[Bbm] Wij [Cm] lopen uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen [Ab] heen, wij lopen [Eb] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] _ Koningen heen, [Abm] wij lopen [Eb] uw [Dm] koningen heen. _ _ _ _
[Gm] _ [Dm] _ [Gm] _ [Am] _ [Dm] _ _ _ _
[Am] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ [E] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Dm] _ [Am] _ _ [Gm] _ [A] _ [G] _ _ [Dm] _
_ [C] _ [G] _ _ [C] _ _ [Dm] _ _
_ [Am] _ [Gm] _ _ [Am] _ _ [G] _ [Dm] _
_ [C] _ [G] _ _ [F] _ _ [Dm] _
Wij trekken in een lange stoet op weg [C] naar [Dm] Bethlehem.
Wij gaan uw koning tegemoet, o stad [C] Jeruzalem.
[Gm]
Gezegen [Am] die zijn kont [Bb] begroet en [C] kliemendeel voor hem,
[Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[Gm] _ _
[Dm] _ [G] _ _ [Dm] _ _ _ [Gm] _ [Am] _
_ _ [Dm] _ Al bent u nu nog maar [Bb] een kind, zo [C] hulpeloos en klein,
[Dm] wij weten dat het rijk begint, waarvan u [C] heer zult zijn.
[Gm] _ _ [Am] _ [Bb] Kind van oorlog [C] en van pijn, [Gm] wij [C] lopen uw [Dm] koningen heen.
[G] Koningen heen, [F] wij [C] lopen uw [Dm] koningen _ heen.
[Fm] _ _ _ _ [Db] _
[Bbm] _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ _ _ [Db] _
[Bbm] _ [Cm] _ _ [Bbm] _ _ [Cm] _ _ [Db] _
_ [Eb] _ _ [Bbm] _ _ [C] _ _ [Fm] _
_ _ Al gaat de vijand in het [Db] rond, de koning [Eb] van het kwaad,
[Fm] al dreigt hij met zijn grote [Db] mond dat hij u [Eb] eens verslaat.
[Bbm] Straks ligt hij [Cm] dodelijk [Db] gewond, wanneer zijn [Eb] rijk vergaat.
[Bbm] Wij lopen [Cm] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen heen, [Ab] wij [Eb] lopen uw [F] koningen heen.
[Fm] Wij gaan op weg naar Bethlehem, [Db] daar ligt hij [Eb] in een stal,
[Fm] die koning in Jeruzalem [Db] voor [Eb] eeuwig [Ab] wezen zal.
[Bbm] Laat [Cm] klinken dan met [Db] luiders stemmen, [Eb] blijkbaar zijn geschal.
[Bbm] Wij [Cm] lopen uw [Fm] koningen heen.
[Bb] Koningen [Ab] heen, wij lopen [Eb] uw [Fm] koningen heen.
[Bb] _ Koningen heen, [Abm] wij lopen [Eb] uw [Dm] koningen heen. _ _ _ _
[Gm] _ [Dm] _ [Gm] _ [Am] _ [Dm] _ _ _ _
[Am] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ [E] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _