Wij zijn Bang voor de Bullebak Chords by Hetty Blok, Leen Jongewaard, Carla Lipp, Barry Stevens, John Kuipers
Tempo:
106.75 bpm
Chords used:
A
Dm
G
D
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Moeder, ben je bang van [C] de prullenbak?
[Am] Kijk, daar komt [Dm] ie aan.
[A]
Kinderen, wat hoor ik daar in de verte voor misbaar?
Heerlijks, kom daar!
[D] Verlicht, verlicht bij mij!
[F#] Prullenbak,
[D] [E] kom [A] nalerbij!
[E]
[Am] Moeder, ben je bang van de [G] prullenbak?
[Dm]
[A] [G] Kijk, daar komt ie [Dm] aan.
Kinders, [A] klop maar achter [G] de prullenbak!
[F] [B]
[Gm] Ik ga [Dm] voor je staan.
[A] Wat een ogen, wat een neus, wat een akelige ruis.
En met hele grote [D]
kinders heb je dat [A] gehoord.
[F#m]
[A] En klopt aardig goed.
[G] Moeder, ben je bang van de prullenbak?
[Em] [G]
[Dm] [A] Kijk, daar [Dm] komt ie aan.
Kinders, klop maar achter de [G] prullenbak!
[Dm] Ik ga voor je staan.
Waar zijn de kinderen?
In de regen ligt het deksel maar op.
Kan je ze ruilen?
Ik kan [D] ze ruilen.
[Dm]
[A] Boze reus met grote ogen staat nu over de put gebogen.
Moeder zal een doosje geven, plons!
Hij is niet meer in [D] leven.
Kinders, je zijn goed beschut.
[F#]
[A] Aak ligt in de put.
[E] [D] Niemand is meer bang van de prullenbak.
[F]
[E] [G] Hij [Dm] is van de baan.
Niemand [Am] hoeft meer achter de [Gm] prullenbak.
[Am]
[Am] Kijk, daar komt [Dm] ie aan.
[A]
Kinderen, wat hoor ik daar in de verte voor misbaar?
Heerlijks, kom daar!
[D] Verlicht, verlicht bij mij!
[F#] Prullenbak,
[D] [E] kom [A] nalerbij!
[E]
[Am] Moeder, ben je bang van de [G] prullenbak?
[Dm]
[A] [G] Kijk, daar komt ie [Dm] aan.
Kinders, [A] klop maar achter [G] de prullenbak!
[F] [B]
[Gm] Ik ga [Dm] voor je staan.
[A] Wat een ogen, wat een neus, wat een akelige ruis.
En met hele grote [D]
kinders heb je dat [A] gehoord.
[F#m]
[A] En klopt aardig goed.
[G] Moeder, ben je bang van de prullenbak?
[Em] [G]
[Dm] [A] Kijk, daar [Dm] komt ie aan.
Kinders, klop maar achter de [G] prullenbak!
[Dm] Ik ga voor je staan.
Waar zijn de kinderen?
In de regen ligt het deksel maar op.
Kan je ze ruilen?
Ik kan [D] ze ruilen.
[Dm]
[A] Boze reus met grote ogen staat nu over de put gebogen.
Moeder zal een doosje geven, plons!
Hij is niet meer in [D] leven.
Kinders, je zijn goed beschut.
[F#]
[A] Aak ligt in de put.
[E] [D] Niemand is meer bang van de prullenbak.
[F]
[E] [G] Hij [Dm] is van de baan.
Niemand [Am] hoeft meer achter de [Gm] prullenbak.
[Am]
Key:
A
Dm
G
D
Am
A
Dm
G
Moeder, ben je bang van [C] de prullenbak? _ _
[Am] _ Kijk, daar komt [Dm] ie aan.
_ _ [A] _
_ Kinderen, wat hoor ik daar in de verte voor misbaar?
_ _ Heerlijks, kom daar! _ _ _
[D] _ Verlicht, verlicht bij mij!
[F#] Prullenbak, _
[D] _ _ [E] kom [A] nalerbij!
_ [E] _
[Am] Moeder, ben je bang van de [G] prullenbak?
_ [Dm] _ _ _
[A] _ _ [G] Kijk, daar komt ie [Dm] aan.
Kinders, [A] klop maar achter [G] de prullenbak!
_ [F] _ [B] _ _ _
[Gm] Ik ga [Dm] voor je staan.
_ [A] Wat een ogen, wat een neus, wat een _ akelige ruis. _
_ _ En met hele grote _ [D]
kinders heb je dat [A] gehoord.
[F#m] _ _ _ _
[A] En klopt aardig goed.
_ _ [G] Moeder, ben je bang van de prullenbak?
[Em] _ _ _ [G] _ _
[Dm] _ [A] Kijk, daar [Dm] komt ie aan.
Kinders, klop maar achter de [G] prullenbak!
_ _ _ _ _ _ [Dm] Ik ga voor je staan.
Waar zijn de kinderen?
In de regen _ ligt het deksel maar op.
Kan je ze ruilen?
Ik kan [D] ze ruilen.
_ _ [Dm] _ _ _ _ _
[A] _ Boze reus met grote ogen staat nu over de put gebogen.
_ Moeder zal een doosje geven, plons!
Hij is niet meer in [D] leven.
Kinders, je zijn goed beschut.
[F#] _
_ _ _ [A] Aak ligt in de put. _
[E] _ [D] Niemand is meer bang van de prullenbak.
_ [F] _
[E] _ _ _ [G] Hij [Dm] is van de baan.
Niemand [Am] hoeft meer achter de [Gm] prullenbak.
_ _ _ _ [Am] _
[Am] _ Kijk, daar komt [Dm] ie aan.
_ _ [A] _
_ Kinderen, wat hoor ik daar in de verte voor misbaar?
_ _ Heerlijks, kom daar! _ _ _
[D] _ Verlicht, verlicht bij mij!
[F#] Prullenbak, _
[D] _ _ [E] kom [A] nalerbij!
_ [E] _
[Am] Moeder, ben je bang van de [G] prullenbak?
_ [Dm] _ _ _
[A] _ _ [G] Kijk, daar komt ie [Dm] aan.
Kinders, [A] klop maar achter [G] de prullenbak!
_ [F] _ [B] _ _ _
[Gm] Ik ga [Dm] voor je staan.
_ [A] Wat een ogen, wat een neus, wat een _ akelige ruis. _
_ _ En met hele grote _ [D]
kinders heb je dat [A] gehoord.
[F#m] _ _ _ _
[A] En klopt aardig goed.
_ _ [G] Moeder, ben je bang van de prullenbak?
[Em] _ _ _ [G] _ _
[Dm] _ [A] Kijk, daar [Dm] komt ie aan.
Kinders, klop maar achter de [G] prullenbak!
_ _ _ _ _ _ [Dm] Ik ga voor je staan.
Waar zijn de kinderen?
In de regen _ ligt het deksel maar op.
Kan je ze ruilen?
Ik kan [D] ze ruilen.
_ _ [Dm] _ _ _ _ _
[A] _ Boze reus met grote ogen staat nu over de put gebogen.
_ Moeder zal een doosje geven, plons!
Hij is niet meer in [D] leven.
Kinders, je zijn goed beschut.
[F#] _
_ _ _ [A] Aak ligt in de put. _
[E] _ [D] Niemand is meer bang van de prullenbak.
_ [F] _
[E] _ _ _ [G] Hij [Dm] is van de baan.
Niemand [Am] hoeft meer achter de [Gm] prullenbak.
_ _ _ _ [Am] _