zangeres zonder naam & jerry bey de bedelaar van parijs Chords
Tempo:
96.4 bpm
Chords used:
G
C
Cm
D
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Dm] [G]
[C] [D] [G]
Dat [Am] is de pedelaar [C] van [D] [G] Parijs.
Onder de bruggen ligt zijn [F] paradijs.
[C] Voor haar klingen vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Dm] Dat is [G] de pedelaar van [C] [Am]
[G] Parijs.
[Fm] Parijs [Cm] ligt nog steeds aan bezinnen.
[Fm] Parijs is een al oud gedicht.
Geluk hebben noemt men [Cm] erg wennen.
[Ab] Parijs gaat nog steeds in [G] het licht.
[Ab] Parijs [Gm] noemt men [Ab] laag die [Cm] lumière.
Eén man [C] is er die dat [Fm] niet ziet.
Een almoest [Cm] bepaalt zijn carrière.
[D] De grens tussen vreugde en [G] verdriet.
Dat is [C] de pedelaar.
[G]
Onder de bruggen ligt zijn [C]
paradijs.
[B] Voor haar [C] klingen vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Db] Dat [G] is de pedelaar [Am] van Parijs.
[G] [Cm] Zijn lichaam heeft veel te verduren.
Hij wedelt [C] in weer [Fm] en in wind.
De regen die stroomt [Cm] langs de [Ab] muren.
Wanneer een gendarme [G] hem vindt.
[Cm] Daar heeft hij te rillen, te beven.
[C] Bepijnend doorpriemen [Fm] zijn rug.
Snel gaan [D] aan zijn krachten [Cm] begeven.
[D] Zo sterft hij daar [G] onder een brug.
Dat was [C] de [Am] pedelaar.
[G] Van [D] Parijs [G]
onder de bruggen lag.
[C] Zijn paradijs.
[G] Voor haar [Fm] wilden geen [C] vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
[G] Rustig, nu weet de pedelaar [C] van Parijs.
[Am]
[G] [Am]
[Em] [Dm]
[G] [C]
Voor haar wilden geen vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
[G] Rustig, nu weet de pedelaar [C] van Parijs.
[G] [C]
[C] [D] [G]
Dat [Am] is de pedelaar [C] van [D] [G] Parijs.
Onder de bruggen ligt zijn [F] paradijs.
[C] Voor haar klingen vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Dm] Dat is [G] de pedelaar van [C] [Am]
[G] Parijs.
[Fm] Parijs [Cm] ligt nog steeds aan bezinnen.
[Fm] Parijs is een al oud gedicht.
Geluk hebben noemt men [Cm] erg wennen.
[Ab] Parijs gaat nog steeds in [G] het licht.
[Ab] Parijs [Gm] noemt men [Ab] laag die [Cm] lumière.
Eén man [C] is er die dat [Fm] niet ziet.
Een almoest [Cm] bepaalt zijn carrière.
[D] De grens tussen vreugde en [G] verdriet.
Dat is [C] de pedelaar.
[G]
Onder de bruggen ligt zijn [C]
paradijs.
[B] Voor haar [C] klingen vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Db] Dat [G] is de pedelaar [Am] van Parijs.
[G] [Cm] Zijn lichaam heeft veel te verduren.
Hij wedelt [C] in weer [Fm] en in wind.
De regen die stroomt [Cm] langs de [Ab] muren.
Wanneer een gendarme [G] hem vindt.
[Cm] Daar heeft hij te rillen, te beven.
[C] Bepijnend doorpriemen [Fm] zijn rug.
Snel gaan [D] aan zijn krachten [Cm] begeven.
[D] Zo sterft hij daar [G] onder een brug.
Dat was [C] de [Am] pedelaar.
[G] Van [D] Parijs [G]
onder de bruggen lag.
[C] Zijn paradijs.
[G] Voor haar [Fm] wilden geen [C] vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
[G] Rustig, nu weet de pedelaar [C] van Parijs.
[Am]
[G] [Am]
[Em] [Dm]
[G] [C]
Voor haar wilden geen vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
[G] Rustig, nu weet de pedelaar [C] van Parijs.
[G] [C]
Key:
G
C
Cm
D
Am
G
C
Cm
[Dm] _ _ [G] _ _ _ _
_ _ [C] _ [D] _ _ [G] _
Dat [Am] is de _ _ pedelaar [C] van [D] _ [G] Parijs.
_ Onder de bruggen ligt zijn [F] _ paradijs.
[C] Voor haar klingen _ vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Dm] _ Dat is [G] de _ pedelaar van [C] _ [Am] _
[G] Parijs.
_ [Fm] Parijs [Cm] ligt nog steeds aan bezinnen.
_ [Fm] Parijs is een al oud gedicht.
Geluk hebben noemt men [Cm] erg wennen.
[Ab] Parijs gaat nog steeds in [G] het licht.
[Ab] Parijs [Gm] noemt men [Ab] laag die [Cm] lumière.
Eén man [C] is er die dat [Fm] niet ziet.
Een almoest [Cm] bepaalt zijn carrière.
[D] De grens tussen vreugde en [G] verdriet.
Dat is [C] de _ pedelaar.
_ _ [G] _ _ _
_ _ Onder de bruggen ligt zijn [C] _ _
paradijs.
[B] Voor haar [C] klingen _ vogeltjes zit zijn [F] prollige geest. _
_ [Db] Dat [G] is de _ pedelaar _ [Am] van Parijs.
[G] _ _ [Cm] Zijn lichaam heeft veel te verduren.
Hij wedelt [C] in weer [Fm] en in wind.
De regen die stroomt [Cm] langs de [Ab] muren.
_ Wanneer een gendarme [G] hem vindt.
[Cm] Daar heeft hij te rillen, te beven.
_ [C] Bepijnend doorpriemen [Fm] zijn rug.
Snel gaan [D] aan zijn krachten [Cm] begeven.
[D] Zo sterft hij daar [G] onder een brug.
Dat was [C] de _ [Am] pedelaar.
[G] Van [D] Parijs [G] _ _
_ onder de bruggen lag.
_ _ [C] Zijn paradijs.
_ [G] Voor haar [Fm] wilden geen [C] vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
_ _ [G] Rustig, nu weet de pedelaar _ [C] van Parijs.
[Am] _
[G] _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ [Em] _ [Dm] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [G] _ [C] _ _ _
_ Voor haar wilden geen vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
_ _ [G] Rustig, nu weet de pedelaar _ [C] van Parijs.
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _
_ _ [C] _ [D] _ _ [G] _
Dat [Am] is de _ _ pedelaar [C] van [D] _ [G] Parijs.
_ Onder de bruggen ligt zijn [F] _ paradijs.
[C] Voor haar klingen _ vogeltjes zit zijn [F] prollige geest.
[Dm] _ Dat is [G] de _ pedelaar van [C] _ [Am] _
[G] Parijs.
_ [Fm] Parijs [Cm] ligt nog steeds aan bezinnen.
_ [Fm] Parijs is een al oud gedicht.
Geluk hebben noemt men [Cm] erg wennen.
[Ab] Parijs gaat nog steeds in [G] het licht.
[Ab] Parijs [Gm] noemt men [Ab] laag die [Cm] lumière.
Eén man [C] is er die dat [Fm] niet ziet.
Een almoest [Cm] bepaalt zijn carrière.
[D] De grens tussen vreugde en [G] verdriet.
Dat is [C] de _ pedelaar.
_ _ [G] _ _ _
_ _ Onder de bruggen ligt zijn [C] _ _
paradijs.
[B] Voor haar [C] klingen _ vogeltjes zit zijn [F] prollige geest. _
_ [Db] Dat [G] is de _ pedelaar _ [Am] van Parijs.
[G] _ _ [Cm] Zijn lichaam heeft veel te verduren.
Hij wedelt [C] in weer [Fm] en in wind.
De regen die stroomt [Cm] langs de [Ab] muren.
_ Wanneer een gendarme [G] hem vindt.
[Cm] Daar heeft hij te rillen, te beven.
_ [C] Bepijnend doorpriemen [Fm] zijn rug.
Snel gaan [D] aan zijn krachten [Cm] begeven.
[D] Zo sterft hij daar [G] onder een brug.
Dat was [C] de _ [Am] pedelaar.
[G] Van [D] Parijs [G] _ _
_ onder de bruggen lag.
_ _ [C] Zijn paradijs.
_ [G] Voor haar [Fm] wilden geen [C] vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
_ _ [G] Rustig, nu weet de pedelaar _ [C] van Parijs.
[Am] _
[G] _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ [Em] _ [Dm] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [G] _ [C] _ _ _
_ Voor haar wilden geen vogels meer.
Met hun [F] prollige weest.
_ _ [G] Rustig, nu weet de pedelaar _ [C] van Parijs.
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _