Chords for Bart Kaëll - Zeil Je Voor Het Eerst
Tempo:
130 bpm
Chords used:
F
Bb
Eb
C
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Ze zeiden, hou je van zeilen, je mag een keer met ons mee.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar zei [C] natuurlijk [F] niet nee.
Weldra stond ik voor het eerst aan dek, strikt in alle touw een tot aan de nek.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] ik stond [C] volkomen [F] voor gek.
Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water.
[F]
[Bb]
Zeilden weg van de steiger, het avontuurtje begon.
[Dm] Ik zag een roeier, [C] een reiger, [Bb] en zat [C] zo fijn in [F] de zon.
In minuutula besloeg ik overboord, want ik had nog nooit van overstacht gehoord.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] alweer [C] een paltje [F] gescoord.
[Gm] Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water en wind.
Zeilde uren en uren met dat vertrouwde geklops.
[Dm] Ik mocht ook [C] eventjes sturen, [Bb] en was [C]
[F] verschrikkelijk trots.
De maandags, de vrienden, de zon stond hoog.
Het was een bewaard homenseemanshoog.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar was [C] al bijna [F] weer droog.
Zeil je [Bb] voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door een [Eb] later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
[Eb] [F] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
[F]
[Gm]
[F] [Eb]
[F] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je een [Gm] praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [Bb] van water en wind.
[Eb] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
[N]
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar zei [C] natuurlijk [F] niet nee.
Weldra stond ik voor het eerst aan dek, strikt in alle touw een tot aan de nek.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] ik stond [C] volkomen [F] voor gek.
Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water.
[F]
[Bb]
Zeilden weg van de steiger, het avontuurtje begon.
[Dm] Ik zag een roeier, [C] een reiger, [Bb] en zat [C] zo fijn in [F] de zon.
In minuutula besloeg ik overboord, want ik had nog nooit van overstacht gehoord.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] alweer [C] een paltje [F] gescoord.
[Gm] Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water en wind.
Zeilde uren en uren met dat vertrouwde geklops.
[Dm] Ik mocht ook [C] eventjes sturen, [Bb] en was [C]
[F] verschrikkelijk trots.
De maandags, de vrienden, de zon stond hoog.
Het was een bewaard homenseemanshoog.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar was [C] al bijna [F] weer droog.
Zeil je [Bb] voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door een [Eb] later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
[Eb] [F] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
[F]
[Gm]
[F] [Eb]
[F] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je een [Gm] praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [Bb] van water en wind.
[Eb] [Bb]
[Eb] [F]
[Bb]
[N]
Key:
F
Bb
Eb
C
Dm
F
Bb
Eb
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ Ze zeiden, hou je van zeilen, je mag een keer met ons mee. _
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar zei [C] natuurlijk [F] niet nee. _ _ _ _
_ _ _ Weldra stond ik voor het eerst aan dek, strikt in alle touw een tot aan de nek.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] ik stond [C] volkomen [F] voor gek. _ _ _ _
Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water.
[F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ Zeilden weg van de steiger, het _ avontuurtje begon. _
[Dm] Ik zag een roeier, [C] een reiger, [Bb] en zat [C] zo fijn in [F] de zon. _ _ _ _
_ _ In minuutula besloeg ik _ overboord, want ik had nog nooit van overstacht gehoord.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, _ [Bb] alweer [C] een paltje [F] _ gescoord. _ _ _
[Gm] Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water en wind. _ _ _ _
_ _ _ Zeilde uren en uren met dat vertrouwde geklops. _
[Dm] Ik mocht ook [C] eventjes sturen, [Bb] en was [C] _
[F] verschrikkelijk trots.
_ De _ _ _ _ maandags, de vrienden, de zon stond hoog.
Het was een bewaard _ _ homenseemanshoog.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar was [C] al bijna [F] weer droog. _ _ _
Zeil je [Bb] voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door een [Eb] later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind. _ _ _ _
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind. _ _ _
[Eb] _ _ _ [F] _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _
[Gm] _ _ _ _ _ _
[F] _ _ [Eb] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je een [Gm] praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [Bb] van water en wind. _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ Ze zeiden, hou je van zeilen, je mag een keer met ons mee. _
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar zei [C] natuurlijk [F] niet nee. _ _ _ _
_ _ _ Weldra stond ik voor het eerst aan dek, strikt in alle touw een tot aan de nek.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] ik stond [C] volkomen [F] voor gek. _ _ _ _
Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water.
[F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ Zeilden weg van de steiger, het _ avontuurtje begon. _
[Dm] Ik zag een roeier, [C] een reiger, [Bb] en zat [C] zo fijn in [F] de zon. _ _ _ _
_ _ In minuutula besloeg ik _ overboord, want ik had nog nooit van overstacht gehoord.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, _ [Bb] alweer [C] een paltje [F] _ gescoord. _ _ _
[Gm] Zeil je [Bb] voor het eerst, [F] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water en wind. _ _ _ _
_ _ _ Zeilde uren en uren met dat vertrouwde geklops. _
[Dm] Ik mocht ook [C] eventjes sturen, [Bb] en was [C] _
[F] verschrikkelijk trots.
_ De _ _ _ _ maandags, de vrienden, de zon stond hoog.
Het was een bewaard _ _ homenseemanshoog.
[Dm] Ik wist nog niets van [C] dat zeilen, [Bb] maar was [C] al bijna [F] weer droog. _ _ _
Zeil je [Bb] voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door een [Eb] later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind. _ _ _ _
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je [Gm] een praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind. _ _ _
[Eb] _ _ _ [F] _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _
[Gm] _ _ _ _ _ _
[F] _ _ [Eb] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
Zeil je voor het eerst, [Dm] verzaai je een [Gm] praten, trek het je niet aan, [F] ga door [Eb] een later.
Geniet je [F] beste neer van wind en [Bb] van water, van wind en [Eb] van water, [F] van water [Bb] en wind.
Van wind en [Eb] van water, [Bb] van water en wind. _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _