Kangoeroe Eiland Chords by Cocktail Trio
Tempo:
85.5 bpm
Chords used:
F
C
Bb
Eb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] Het is het geluid van een vaastige kanker.
Radeloos, reëloos, prekkenloos.
Want tijdens haar middagje keer is zo'n liefheidsmoeder op buiten gesloten.
Nieuwschierig naar de wijde wereld.
Nu gaat ze rond bij haar [C] buurvrouw en ze vraagt
[F] Hei je Henkie gezien, zie [C] je?
Hei je [F] Henkie gezien?
Nee, maar misschien [Bb] dan bestien.
[C] Hei je Henkie [F] gezien?
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een kankeroepvind.
[F] Ach wat is [Bb] dat kind snel Nel.
[C] Ik sloot m'n [F] oogjes één tel.
En toen [Bb] zonder vaarwel, [C] Nel, kroop die uit [F] m'n buitband.
En met z'n allen nou op een [Bb] [C] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Laatst nog kreeg ik een jojo.
[C] In m'n [F] buiteltje cadeau.
Nou ik sprong [Bb] als een vlooio.
[C] Dat ding dat [F] kibbelde zo.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
[C] Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Ach ik ben [Bb] toch zo ongeruus, [C] Truus.
Ik ben zo [F] ongeruus.
Daar gooi je me [Bb] zonder excuus, [C] Truus.
Als ik zo ligt [F] thuis, kom uit huis.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Oh, mensen, kinderen, Pietjes, [Bb] kijk nou eens aan, [C] Sjaan.
Wat hij nou [F] weer had gedaan.
Hij was, en het vliegt ie me nog altijd, hè [C] Tijck?
Tussen m'n [F] voer ingegaan.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroeppijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] [C] kankeroemoeder naar een [F] kankeroepvind.
Naar een kankeroep.
Radeloos, reëloos, prekkenloos.
Want tijdens haar middagje keer is zo'n liefheidsmoeder op buiten gesloten.
Nieuwschierig naar de wijde wereld.
Nu gaat ze rond bij haar [C] buurvrouw en ze vraagt
[F] Hei je Henkie gezien, zie [C] je?
Hei je [F] Henkie gezien?
Nee, maar misschien [Bb] dan bestien.
[C] Hei je Henkie [F] gezien?
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een kankeroepvind.
[F] Ach wat is [Bb] dat kind snel Nel.
[C] Ik sloot m'n [F] oogjes één tel.
En toen [Bb] zonder vaarwel, [C] Nel, kroop die uit [F] m'n buitband.
En met z'n allen nou op een [Bb] [C] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Laatst nog kreeg ik een jojo.
[C] In m'n [F] buiteltje cadeau.
Nou ik sprong [Bb] als een vlooio.
[C] Dat ding dat [F] kibbelde zo.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
[C] Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Ach ik ben [Bb] toch zo ongeruus, [C] Truus.
Ik ben zo [F] ongeruus.
Daar gooi je me [Bb] zonder excuus, [C] Truus.
Als ik zo ligt [F] thuis, kom uit huis.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Oh, mensen, kinderen, Pietjes, [Bb] kijk nou eens aan, [C] Sjaan.
Wat hij nou [F] weer had gedaan.
Hij was, en het vliegt ie me nog altijd, hè [C] Tijck?
Tussen m'n [F] voer ingegaan.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroeppijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] [C] kankeroemoeder naar een [F] kankeroepvind.
Naar een kankeroep.
Key:
F
C
Bb
Eb
F
C
Bb
Eb
_ _ _ _ [F] _ Het _ _ _ _ _ _ _ _ _
is het geluid van een vaastige kanker.
Radeloos, reëloos, prekkenloos.
Want tijdens haar middagje keer is zo'n liefheidsmoeder op buiten gesloten.
Nieuwschierig naar de wijde wereld.
Nu gaat ze rond bij haar [C] buurvrouw en ze vraagt_
[F] Hei je Henkie gezien, zie [C] je?
Hei je [F] Henkie gezien?
Nee, maar misschien [Bb] dan bestien.
[C] Hei je Henkie [F] gezien?
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt. _
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een kankeroepvind.
[F] Ach wat is [Bb] dat kind snel Nel.
[C] Ik sloot m'n [F] oogjes één tel. _
En toen [Bb] zonder vaarwel, [C] Nel, kroop die uit [F] m'n buitband.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ [C] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Laatst nog kreeg ik een jojo.
[C] In m'n [F] buiteltje cadeau. _
Nou ik sprong [Bb] als een vlooio.
[C] Dat ding dat [F] kibbelde zo.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
[C] Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Ach ik ben [Bb] toch zo ongeruus, [C] Truus.
Ik ben zo [F] ongeruus.
Daar gooi je me [Bb] zonder excuus, [C] Truus.
Als ik zo ligt [F] thuis, kom uit huis.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Oh, mensen, kinderen, Pietjes, [Bb] kijk nou eens aan, [C] Sjaan.
Wat hij nou [F] weer had gedaan. _
Hij was, en het vliegt ie me nog altijd, hè [C] Tijck?
Tussen m'n [F] voer ingegaan.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ kankeroeppijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] _ [C] kankeroemoeder naar een [F] kankeroepvind.
_ _ Naar een kankeroep. _ _
is het geluid van een vaastige kanker.
Radeloos, reëloos, prekkenloos.
Want tijdens haar middagje keer is zo'n liefheidsmoeder op buiten gesloten.
Nieuwschierig naar de wijde wereld.
Nu gaat ze rond bij haar [C] buurvrouw en ze vraagt_
[F] Hei je Henkie gezien, zie [C] je?
Hei je [F] Henkie gezien?
Nee, maar misschien [Bb] dan bestien.
[C] Hei je Henkie [F] gezien?
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt. _
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een kankeroepvind.
[F] Ach wat is [Bb] dat kind snel Nel.
[C] Ik sloot m'n [F] oogjes één tel. _
En toen [Bb] zonder vaarwel, [C] Nel, kroop die uit [F] m'n buitband.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ [C] kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Laatst nog kreeg ik een jojo.
[C] In m'n [F] buiteltje cadeau. _
Nou ik sprong [Bb] als een vlooio.
[C] Dat ding dat [F] kibbelde zo.
En met z'n allen nou op een [Bb] kankeroepijland.
[C] Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Ach ik ben [Bb] toch zo ongeruus, [C] Truus.
Ik ben zo [F] ongeruus.
Daar gooi je me [Bb] zonder excuus, [C] Truus.
Als ik zo ligt [F] thuis, kom uit huis.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ kankeroepijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] kankeroemoeder [C] naar een [F] kankeroepvind.
Oh, mensen, kinderen, Pietjes, [Bb] kijk nou eens aan, [C] Sjaan.
Wat hij nou [F] weer had gedaan. _
Hij was, en het vliegt ie me nog altijd, hè [C] Tijck?
Tussen m'n [F] voer ingegaan.
En met z'n allen nou op een [Bb] _ kankeroeppijland.
Waar je [F] kankeroes vindt.
Zoekt een [Bb] _ [C] kankeroemoeder naar een [F] kankeroepvind.
_ _ Naar een kankeroep. _ _