Chords for Cornelis Vreeswijk - Jantje blues ( originele versie )
Tempo:
137.25 bpm
Chords used:
A
D
Am
Dm
Eb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [A]
Jantje was aan het wandelen op het Leidseplein,
toen vond hij een Riksdaalder en dat vond hij fijn.
[D] Hij kocht er zout op in, dat is voor sigaretten een drop.
[A]
Kortom, in no time waren al zijn centen op.
Maar hij werd geschaduwd door een brigadier,
die zei tegen Jantje, hé, kom jij maar eens hier.
[Dm]
Weet niet of je het weet, maar [Am] Riksdaalders op straat
zijn [D] verloren goederen en horen [A] aan de staat.
[Am] De rechter [A] zei, hé Jantje, weet jij wel wat je bent?
Dat noemen wij juridisch jeugdreliquent.
[D] Een schande voor je ouders, je toekomst naar de maan,
[Eb] want als je later groot bent, krijg je nooit een [A] goede baan.
Stik maar, zei Jantje, met die kou kak.
Maaik de hort op en paas ik in de bak.
[D] Wat die ervan zeggen, dat laat ik aan mijn schoen.
[A] En als ik [D] later groot ben, korg ik zelf wel [A] voor mijn poen.
[Am]
Toen haalden er een heel stel pygologen bij,
die vonden hem
[A] gevaarlijk voor de maatschappij.
[D] Van dagelijkstaalderen en morgen het kluis,
[A] hupte ik heden paaiens in een weg met dat gespuis.
Op zijn verjaardag zat Jantje in de cel.
Er kwam geen visite, maar cadeautjes kreeg hij wel.
[Dm] Maar stuurde hem een ijzerzaak, een paas stuurde hem een boor.
[A] Daar gaat hij dan, [Am] zei Jantje, en ging [A] ervan door.
Buiten de baaiers zag hij een auto staan.
Die leen ik maar, zei Jantje, zo gezegd, zo gedaan.
[D] Maar in een scherpe bocht, kreeg die kar een lekke band.
[A] Kroeg zevenmaal over de kop en vloog in de brand.
Hiermee eindigde het verhaal van onze held.
Een blues voor Jantje zongen de vogels in het veld.
[D] Jezus, zei de dominee, er staat een zieltje bij.
[Am] Maar Jantje had [A] er maling aan, [Am] want Jantje [A] was vrij.
Jantje was vrij.
Jantje was vrij.
[Am]
Jantje was aan het wandelen op het Leidseplein,
toen vond hij een Riksdaalder en dat vond hij fijn.
[D] Hij kocht er zout op in, dat is voor sigaretten een drop.
[A]
Kortom, in no time waren al zijn centen op.
Maar hij werd geschaduwd door een brigadier,
die zei tegen Jantje, hé, kom jij maar eens hier.
[Dm]
Weet niet of je het weet, maar [Am] Riksdaalders op straat
zijn [D] verloren goederen en horen [A] aan de staat.
[Am] De rechter [A] zei, hé Jantje, weet jij wel wat je bent?
Dat noemen wij juridisch jeugdreliquent.
[D] Een schande voor je ouders, je toekomst naar de maan,
[Eb] want als je later groot bent, krijg je nooit een [A] goede baan.
Stik maar, zei Jantje, met die kou kak.
Maaik de hort op en paas ik in de bak.
[D] Wat die ervan zeggen, dat laat ik aan mijn schoen.
[A] En als ik [D] later groot ben, korg ik zelf wel [A] voor mijn poen.
[Am]
Toen haalden er een heel stel pygologen bij,
die vonden hem
[A] gevaarlijk voor de maatschappij.
[D] Van dagelijkstaalderen en morgen het kluis,
[A] hupte ik heden paaiens in een weg met dat gespuis.
Op zijn verjaardag zat Jantje in de cel.
Er kwam geen visite, maar cadeautjes kreeg hij wel.
[Dm] Maar stuurde hem een ijzerzaak, een paas stuurde hem een boor.
[A] Daar gaat hij dan, [Am] zei Jantje, en ging [A] ervan door.
Buiten de baaiers zag hij een auto staan.
Die leen ik maar, zei Jantje, zo gezegd, zo gedaan.
[D] Maar in een scherpe bocht, kreeg die kar een lekke band.
[A] Kroeg zevenmaal over de kop en vloog in de brand.
Hiermee eindigde het verhaal van onze held.
Een blues voor Jantje zongen de vogels in het veld.
[D] Jezus, zei de dominee, er staat een zieltje bij.
[Am] Maar Jantje had [A] er maling aan, [Am] want Jantje [A] was vrij.
Jantje was vrij.
Jantje was vrij.
[Am]
Key:
A
D
Am
Dm
Eb
A
D
Am
[N] _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Jantje was aan het wandelen op het Leidseplein,
toen vond hij een Riksdaalder en dat vond hij fijn.
[D] Hij kocht er zout op in, dat is voor sigaretten een drop.
_ [A] _
Kortom, in no time waren al zijn centen op. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Maar hij werd geschaduwd door een brigadier,
die zei tegen Jantje, hé, kom jij maar eens hier.
[Dm]
Weet niet of je het weet, maar [Am] Riksdaalders op straat
zijn [D] verloren goederen en horen [A] aan de staat. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [Am] De rechter [A] zei, hé Jantje, weet jij wel wat je bent?
Dat noemen wij juridisch _ jeugdreliquent.
[D] Een schande voor je ouders, je toekomst naar de maan,
[Eb] want als je later groot bent, krijg je nooit een [A] goede baan. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Stik maar, zei Jantje, met die kou kak.
_ Maaik de hort op en paas ik in de bak.
[D] Wat die ervan zeggen, dat laat ik aan mijn schoen.
[A] En als ik [D] later groot ben, korg ik zelf wel [A] voor mijn poen. _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _
Toen haalden er een heel stel pygologen bij,
die vonden hem _
[A] gevaarlijk voor de maatschappij.
[D] Van _ _ dagelijkstaalderen en morgen het kluis,
[A] hupte ik heden paaiens in een weg met dat gespuis. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Op zijn verjaardag zat Jantje in de cel.
Er kwam geen visite, maar cadeautjes kreeg hij wel.
[Dm] Maar stuurde hem een ijzerzaak, een paas stuurde hem een boor.
[A] Daar gaat hij dan, [Am] zei Jantje, en ging [A] ervan door. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Buiten de baaiers zag hij een auto staan.
Die leen ik maar, zei Jantje, zo gezegd, zo gedaan.
[D] Maar in een scherpe bocht, kreeg die kar een lekke band.
[A] Kroeg zevenmaal over de kop en vloog in de brand.
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Hiermee eindigde het verhaal van onze held.
Een blues voor Jantje zongen de vogels in het veld.
[D] Jezus, zei de dominee, er staat een zieltje bij.
[Am] Maar Jantje had [A] er maling aan, [Am] want Jantje [A] was vrij.
Jantje was vrij. _ _ _
Jantje was vrij. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Jantje was aan het wandelen op het Leidseplein,
toen vond hij een Riksdaalder en dat vond hij fijn.
[D] Hij kocht er zout op in, dat is voor sigaretten een drop.
_ [A] _
Kortom, in no time waren al zijn centen op. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Maar hij werd geschaduwd door een brigadier,
die zei tegen Jantje, hé, kom jij maar eens hier.
[Dm]
Weet niet of je het weet, maar [Am] Riksdaalders op straat
zijn [D] verloren goederen en horen [A] aan de staat. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [Am] De rechter [A] zei, hé Jantje, weet jij wel wat je bent?
Dat noemen wij juridisch _ jeugdreliquent.
[D] Een schande voor je ouders, je toekomst naar de maan,
[Eb] want als je later groot bent, krijg je nooit een [A] goede baan. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Stik maar, zei Jantje, met die kou kak.
_ Maaik de hort op en paas ik in de bak.
[D] Wat die ervan zeggen, dat laat ik aan mijn schoen.
[A] En als ik [D] later groot ben, korg ik zelf wel [A] voor mijn poen. _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _
Toen haalden er een heel stel pygologen bij,
die vonden hem _
[A] gevaarlijk voor de maatschappij.
[D] Van _ _ dagelijkstaalderen en morgen het kluis,
[A] hupte ik heden paaiens in een weg met dat gespuis. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Op zijn verjaardag zat Jantje in de cel.
Er kwam geen visite, maar cadeautjes kreeg hij wel.
[Dm] Maar stuurde hem een ijzerzaak, een paas stuurde hem een boor.
[A] Daar gaat hij dan, [Am] zei Jantje, en ging [A] ervan door. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Buiten de baaiers zag hij een auto staan.
Die leen ik maar, zei Jantje, zo gezegd, zo gedaan.
[D] Maar in een scherpe bocht, kreeg die kar een lekke band.
[A] Kroeg zevenmaal over de kop en vloog in de brand.
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Hiermee eindigde het verhaal van onze held.
Een blues voor Jantje zongen de vogels in het veld.
[D] Jezus, zei de dominee, er staat een zieltje bij.
[Am] Maar Jantje had [A] er maling aan, [Am] want Jantje [A] was vrij.
Jantje was vrij. _ _ _
Jantje was vrij. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _