Als Ze Er Niet Is Chords by De Dijk
Tempo:
161.9 bpm
Chords used:
G
A
C
Am
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [Em] [G]
[A]
[Em] [G]
[A] [G]
Dient er geen [E] dat ik [G] m'n mond hou [A] als ik je weer zie?
[E] Ik heb [G] mezelf [A] onderhand, een prater ben ik niet.
[C] Hoe was het hier, [G] zal je vragen?
[C] En ik zal [G] zeggen goed.
[F] En ik zeg je niet wat ik nu denk, [Am] wat ik je eigenlijk [D] zeggen moet.
[G] Een man weet niet [Bm] wat hij mist, weet niet [F] wat hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij mist.
[G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er een [F] idee is, als er een [C] idee is.
Wie de man pas [Em] wat hij mist, [A]
als er een [E] idee is.
[A]
[Em] Jij praat onderduid [G] over hoe het was, [A] over hoe je het hebt gehad.
[E] Misschien als ik [G] opdreef ben, [A] zeg ik een keertje schat.
[C] Dan vraag je mij, [G] hoe was het bij jou?
[C] Hooguit zeg ik [G] dan stil.
En ik [F] zeg je weer niet wat ik nu denk, dat ik [Am] jou eindelijk [D] zeggen wil.
[G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist, weet niet wat hij [F] mist.
Een man weet niet [C] wat hij mist, [G] een man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er [F] een niet is, als er [C] een niet is.
[Am] Als je hier niet bent, [G] dan voel ik het [D] in mij.
[Am] Wil je [A] mij niet horen, [G] voel ik [D] het groot.
Hoi, hoi, hoi, [Em] hoi.
[G]
[Am] [Em]
[A]
[Am] [Em]
[G] [Am]
[Em]
[A]
[Em]
[G] [Am]
[Em]
[G] [A]
[C]
[G] [C]
[G] [F]
[Am] [D]
Een [G] man weet [Am] niet wat hij [Bm] mist, [Am] weet niet wat [F] hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij mist.
[G] Een man weet niet [Bm] wat hij mist.
Maar [Am] als er [F] een niet is, als er een niet [C] is.
Weet een man pas wat hij mist.
[A]
[Em] [G]
[A] [G]
Dient er geen [E] dat ik [G] m'n mond hou [A] als ik je weer zie?
[E] Ik heb [G] mezelf [A] onderhand, een prater ben ik niet.
[C] Hoe was het hier, [G] zal je vragen?
[C] En ik zal [G] zeggen goed.
[F] En ik zeg je niet wat ik nu denk, [Am] wat ik je eigenlijk [D] zeggen moet.
[G] Een man weet niet [Bm] wat hij mist, weet niet [F] wat hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij mist.
[G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er een [F] idee is, als er een [C] idee is.
Wie de man pas [Em] wat hij mist, [A]
als er een [E] idee is.
[A]
[Em] Jij praat onderduid [G] over hoe het was, [A] over hoe je het hebt gehad.
[E] Misschien als ik [G] opdreef ben, [A] zeg ik een keertje schat.
[C] Dan vraag je mij, [G] hoe was het bij jou?
[C] Hooguit zeg ik [G] dan stil.
En ik [F] zeg je weer niet wat ik nu denk, dat ik [Am] jou eindelijk [D] zeggen wil.
[G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist, weet niet wat hij [F] mist.
Een man weet niet [C] wat hij mist, [G] een man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er [F] een niet is, als er [C] een niet is.
[Am] Als je hier niet bent, [G] dan voel ik het [D] in mij.
[Am] Wil je [A] mij niet horen, [G] voel ik [D] het groot.
Hoi, hoi, hoi, [Em] hoi.
[G]
[Am] [Em]
[A]
[Am] [Em]
[G] [Am]
[Em]
[A]
[Em]
[G] [Am]
[Em]
[G] [A]
[C]
[G] [C]
[G] [F]
[Am] [D]
Een [G] man weet [Am] niet wat hij [Bm] mist, [Am] weet niet wat [F] hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij mist.
[G] Een man weet niet [Bm] wat hij mist.
Maar [Am] als er [F] een niet is, als er een niet [C] is.
Weet een man pas wat hij mist.
Key:
G
A
C
Am
Em
G
A
C
[N] _ [Em] _ _ _ _ [G] _ _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [G] _ _ _
[A] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
Dient er geen [E] dat ik [G] m'n mond hou [A] _ als ik je weer zie? _ _
_ [E] Ik heb [G] mezelf _ [A] onderhand, een prater ben ik niet. _
[C] Hoe was het hier, [G] zal je vragen? _
[C] _ En ik zal [G] zeggen goed.
[F] En ik zeg je niet wat ik nu denk, [Am] wat ik je eigenlijk [D] zeggen moet. _
_ _ _ [G] _ Een _ man weet niet [Bm] wat hij mist, _ weet niet [F] wat hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij _ mist.
_ _ _ [G] Een _ man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er een [F] idee is, _ als er een [C] idee _ is.
Wie de man pas [Em] wat hij _ mist, _ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ als er een [E] idee _ is.
_ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [Em] _ Jij praat onderduid [G] over hoe het was, [A] over hoe je het hebt gehad.
_ _ [E] _ Misschien als ik [G] opdreef ben, _ [A] zeg ik een keertje schat.
[C] Dan vraag je mij, [G] hoe was het bij jou?
[C] _ Hooguit zeg ik [G] dan stil.
En ik [F] zeg je weer niet wat ik nu denk, dat ik [Am] jou eindelijk [D] zeggen wil.
_ _ _ _ _ [G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist, _ _ weet niet wat hij [F] mist.
Een man weet niet [C] wat hij _ mist, _ _ _ [G] een _ man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er [F] een niet is, _ _ als er [C] een niet _ is.
_ _ _ [Am] Als je hier niet _ bent, [G] dan voel ik het [D] in mij.
_ _ [Am] Wil je [A] mij niet horen, _ [G] _ _ voel ik [D] het _ groot.
Hoi, hoi, hoi, [Em] _ hoi.
_ [G] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ _ _ _ [Em] _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ _ _ _ [Am] _ _ _ [D] _
_ _ Een [G] _ man _ weet [Am] niet wat hij [Bm] _ mist, _ [Am] weet niet wat [F] hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij _ mist.
_ _ _ [G] Een man _ weet niet [Bm] wat hij mist.
Maar [Am] als er [F] een niet is, _ _ als er een niet [C] _ is.
Weet een man pas wat hij mist. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [G] _ _ _
[A] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
Dient er geen [E] dat ik [G] m'n mond hou [A] _ als ik je weer zie? _ _
_ [E] Ik heb [G] mezelf _ [A] onderhand, een prater ben ik niet. _
[C] Hoe was het hier, [G] zal je vragen? _
[C] _ En ik zal [G] zeggen goed.
[F] En ik zeg je niet wat ik nu denk, [Am] wat ik je eigenlijk [D] zeggen moet. _
_ _ _ [G] _ Een _ man weet niet [Bm] wat hij mist, _ weet niet [F] wat hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij _ mist.
_ _ _ [G] Een _ man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er een [F] idee is, _ als er een [C] idee _ is.
Wie de man pas [Em] wat hij _ mist, _ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ als er een [E] idee _ is.
_ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [Em] _ Jij praat onderduid [G] over hoe het was, [A] over hoe je het hebt gehad.
_ _ [E] _ Misschien als ik [G] opdreef ben, _ [A] zeg ik een keertje schat.
[C] Dan vraag je mij, [G] hoe was het bij jou?
[C] _ Hooguit zeg ik [G] dan stil.
En ik [F] zeg je weer niet wat ik nu denk, dat ik [Am] jou eindelijk [D] zeggen wil.
_ _ _ _ _ [G] Een man weet niet wat [Bm] hij mist, _ _ weet niet wat hij [F] mist.
Een man weet niet [C] wat hij _ mist, _ _ _ [G] een _ man weet niet wat [Bm] hij mist.
Maar als er [F] een niet is, _ _ als er [C] een niet _ is.
_ _ _ [Am] Als je hier niet _ bent, [G] dan voel ik het [D] in mij.
_ _ [Am] Wil je [A] mij niet horen, _ [G] _ _ voel ik [D] het _ groot.
Hoi, hoi, hoi, [Em] _ hoi.
_ [G] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ _ _ _ [Em] _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ _ _ _ [Am] _ _ _ [D] _
_ _ Een [G] _ man _ weet [Am] niet wat hij [Bm] _ mist, _ [Am] weet niet wat [F] hij mist.
Een man weet niet wat [C] hij _ mist.
_ _ _ [G] Een man _ weet niet [Bm] wat hij mist.
Maar [Am] als er [F] een niet is, _ _ als er een niet [C] _ is.
Weet een man pas wat hij mist. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _