Chords for Veldhuis & Kemper - Ik wou dat ik jou was - Lyrics
Tempo:
80.05 bpm
Chords used:
G
D
Em
C
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [Bm] [Em]
[D] [C] [Em] [Am]
[D] [G] Ik ben [D] altijd de schouder, [Em] de troost in zeker [G] zin.
[Bm] [C] Ze noemen mij [Bm] wel meer dan eens [Am] hun [D] hartsvriendin.
Ik ben altijd maar het broertje [Em]
waarmee ze praten [G] kan.
[Bm] [C] Een maatje, een [Bm] klankbord, [Am] maar nooit de geile [D] man.
Ik [G] ben altijd [D] de glijer, [Em] slik, [G] dat ben ik.
[Bm] [C] Ik ben altijd [Bm] maar de koele, [Am] ik doe alles voor [D] me.
[G] Ik ben altijd maar de [D] macho, de [Em] latino, de [G] dinero.
[C] Ik ben altijd [Bm] maar de stoere, [Am] maar nooit een keer de [D] nono.
[G] Ik wou dat ik [D] jou was, [Em] gewoon een keertje [G] jou was.
[C] Dat ik ook eens [G] met een vrouw was, [Am] niet het kussen maar het [D] matras was.
Ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] zozo was.
[G] Dat ik ook een beetje [C] vrouw was, vrouw [G] was, en klein was, klein [Am] was.
Niet de pint was, [D] maar het wijnglas.
Maar ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] niet mezelf [G] was.
Dat ik alles was [C] wat jij was, [G] en jij was dan [Am] wie ik was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was, [D] met ik een [Em] dagje vrij [G] was.
Ik niet eenzaam, maar [C] een club was.
Ik [G] niet de regen, maar [Am] de druk was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was.
Ik [D] niet een mits, maar de [Em] tenzij was.
Ik niet [G] de kiesel, maar [C] de kei was.
Ik [G] niet de honing, maar [Am] de pei was.
Ik [D] niet de [G] modder, maar de glij was.
Ik niet [D] de pet, maar [Em] juist de sprij was.
Ik niet [G] de mama, maar juist de [C] tij was.
Ik [G] niet de kassa [Am] maar de rij was.
Ik niet [D] de ragoe, [G] maar de pastij was.
Ik niet [D] zo'n sloten, maar [Em] gefrij was.
Ik [G] niet het kind, maar de [C] bosdij was.
Dat ik [G] niet zo stoer maar een [Am] zacht ei was.
Dat ik [D] niet te plank [G] maar juist de strijk was.
Dat ik [D] niet zo super een [Em] maarlootprijs was.
Dat ik [G] niet te knuffel maar het [C] konijn was.
Dat ik [G] niet te klus maar de [Am] karwij was.
Dat ik [D] niet alleen maar [G] handprijs was.
Dat ik [D] niet zo ver maar [Em] juist dichtbij was.
[G] En dat ik dan Jim [C] uit Eindhoven [G] was.
En ik dan die dikke [Am] uit de jury was.
[D] En wij dan nog [G] steeds vrij [D] was.
[Em] [G] [C] [G]
[Em] [D] [G] [D] Dat ik op een dag [Em] niet mezelf was.
[G] Dat ik alles was [C] wat jij was.
[G] En jij was dan [Am] wie ik was.
[G] En wij dan nog steeds vrij [D] was.
En jij dan nog [Em] steeds.
En jij dan nog [G] steeds.
En wij dan nog [C] steeds vrij was.
[G] [Am] [G]
[N]
[D] [C] [Em] [Am]
[D] [G] Ik ben [D] altijd de schouder, [Em] de troost in zeker [G] zin.
[Bm] [C] Ze noemen mij [Bm] wel meer dan eens [Am] hun [D] hartsvriendin.
Ik ben altijd maar het broertje [Em]
waarmee ze praten [G] kan.
[Bm] [C] Een maatje, een [Bm] klankbord, [Am] maar nooit de geile [D] man.
Ik [G] ben altijd [D] de glijer, [Em] slik, [G] dat ben ik.
[Bm] [C] Ik ben altijd [Bm] maar de koele, [Am] ik doe alles voor [D] me.
[G] Ik ben altijd maar de [D] macho, de [Em] latino, de [G] dinero.
[C] Ik ben altijd [Bm] maar de stoere, [Am] maar nooit een keer de [D] nono.
[G] Ik wou dat ik [D] jou was, [Em] gewoon een keertje [G] jou was.
[C] Dat ik ook eens [G] met een vrouw was, [Am] niet het kussen maar het [D] matras was.
Ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] zozo was.
[G] Dat ik ook een beetje [C] vrouw was, vrouw [G] was, en klein was, klein [Am] was.
Niet de pint was, [D] maar het wijnglas.
Maar ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] niet mezelf [G] was.
Dat ik alles was [C] wat jij was, [G] en jij was dan [Am] wie ik was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was, [D] met ik een [Em] dagje vrij [G] was.
Ik niet eenzaam, maar [C] een club was.
Ik [G] niet de regen, maar [Am] de druk was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was.
Ik [D] niet een mits, maar de [Em] tenzij was.
Ik niet [G] de kiesel, maar [C] de kei was.
Ik [G] niet de honing, maar [Am] de pei was.
Ik [D] niet de [G] modder, maar de glij was.
Ik niet [D] de pet, maar [Em] juist de sprij was.
Ik niet [G] de mama, maar juist de [C] tij was.
Ik [G] niet de kassa [Am] maar de rij was.
Ik niet [D] de ragoe, [G] maar de pastij was.
Ik niet [D] zo'n sloten, maar [Em] gefrij was.
Ik [G] niet het kind, maar de [C] bosdij was.
Dat ik [G] niet zo stoer maar een [Am] zacht ei was.
Dat ik [D] niet te plank [G] maar juist de strijk was.
Dat ik [D] niet zo super een [Em] maarlootprijs was.
Dat ik [G] niet te knuffel maar het [C] konijn was.
Dat ik [G] niet te klus maar de [Am] karwij was.
Dat ik [D] niet alleen maar [G] handprijs was.
Dat ik [D] niet zo ver maar [Em] juist dichtbij was.
[G] En dat ik dan Jim [C] uit Eindhoven [G] was.
En ik dan die dikke [Am] uit de jury was.
[D] En wij dan nog [G] steeds vrij [D] was.
[Em] [G] [C] [G]
[Em] [D] [G] [D] Dat ik op een dag [Em] niet mezelf was.
[G] Dat ik alles was [C] wat jij was.
[G] En jij was dan [Am] wie ik was.
[G] En wij dan nog steeds vrij [D] was.
En jij dan nog [Em] steeds.
En jij dan nog [G] steeds.
En wij dan nog [C] steeds vrij was.
[G] [Am] [G]
[N]
Key:
G
D
Em
C
Am
G
D
Em
[G] _ _ _ _ [Bm] _ _ _ [Em] _
_ [D] _ _ [C] _ _ [Em] _ _ [Am] _
_ _ [D] _ _ _ _ [G] Ik ben [D] altijd de schouder, [Em] de troost in zeker [G] zin.
[Bm] _ [C] Ze noemen mij [Bm] wel meer dan eens [Am] hun [D] hartsvriendin.
Ik ben altijd maar het broertje _ [Em]
waarmee ze praten [G] kan.
[Bm] [C] Een maatje, een [Bm] klankbord, [Am] maar nooit de geile [D] man.
_ _ _ Ik [G] ben altijd [D] de glijer, [Em] slik, [G] dat ben ik.
[Bm] [C] Ik ben altijd [Bm] maar de koele, [Am] ik doe alles voor [D] me.
[G] Ik ben altijd maar de [D] macho, de [Em] latino, de [G] dinero.
[C] Ik ben altijd [Bm] maar de stoere, [Am] maar nooit een keer de [D] nono.
_ [G] Ik wou dat ik [D] jou was, [Em] gewoon een keertje [G] jou was.
[C] Dat ik ook eens [G] met een vrouw was, [Am] niet het kussen maar het [D] matras was.
Ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] zozo was.
[G] Dat ik ook een beetje [C] vrouw was, vrouw [G] was, en klein was, klein [Am] was.
Niet de pint was, [D] maar het wijnglas.
_ Maar ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] niet mezelf [G] was.
Dat ik alles was [C] wat jij was, [G] en jij was dan [Am] wie ik was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was, [D] met ik een [Em] dagje vrij [G] was.
Ik niet eenzaam, maar [C] een club was.
Ik [G] niet de regen, maar [Am] de druk was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was.
Ik [D] niet een mits, maar de [Em] tenzij was.
Ik niet [G] de kiesel, maar [C] de kei was.
Ik [G] niet de honing, maar [Am] de pei was.
Ik [D] niet de [G] modder, maar de glij was.
Ik niet [D] de pet, maar [Em] juist de sprij was.
Ik niet [G] de mama, maar juist de [C] tij was.
Ik [G] niet de kassa [Am] maar de rij was.
Ik niet [D] de ragoe, [G] maar de pastij was.
Ik niet [D] zo'n sloten, maar [Em] gefrij was.
Ik [G] niet het kind, maar de [C] bosdij was.
Dat ik [G] niet zo stoer maar een [Am] zacht ei was.
Dat ik [D] niet te plank [G] maar juist de strijk was.
Dat ik [D] niet zo super een [Em] maarlootprijs was.
Dat ik [G] niet te knuffel maar het [C] konijn was.
Dat ik [G] niet te klus maar de [Am] karwij was.
Dat ik [D] niet alleen maar [G] handprijs was.
Dat ik [D] niet zo ver maar [Em] juist dichtbij was.
[G] En dat ik dan Jim [C] uit Eindhoven [G] was.
En ik dan die dikke [Am] uit de jury was.
[D] En wij dan nog [G] steeds vrij [D] was.
_ [Em] _ _ [G] _ _ [C] _ _ [G] _
_ [Em] _ _ [D] _ _ [G] _ [D] Dat ik op een dag [Em] niet mezelf was.
[G] Dat ik alles was [C] wat jij was.
[G] En jij was dan [Am] wie ik was.
[G] En wij dan nog steeds vrij [D] was.
En jij dan nog [Em] steeds.
En jij dan nog [G] steeds.
En wij dan nog [C] steeds vrij was.
[G] _ _ [Am] _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ [D] _ _ [C] _ _ [Em] _ _ [Am] _
_ _ [D] _ _ _ _ [G] Ik ben [D] altijd de schouder, [Em] de troost in zeker [G] zin.
[Bm] _ [C] Ze noemen mij [Bm] wel meer dan eens [Am] hun [D] hartsvriendin.
Ik ben altijd maar het broertje _ [Em]
waarmee ze praten [G] kan.
[Bm] [C] Een maatje, een [Bm] klankbord, [Am] maar nooit de geile [D] man.
_ _ _ Ik [G] ben altijd [D] de glijer, [Em] slik, [G] dat ben ik.
[Bm] [C] Ik ben altijd [Bm] maar de koele, [Am] ik doe alles voor [D] me.
[G] Ik ben altijd maar de [D] macho, de [Em] latino, de [G] dinero.
[C] Ik ben altijd [Bm] maar de stoere, [Am] maar nooit een keer de [D] nono.
_ [G] Ik wou dat ik [D] jou was, [Em] gewoon een keertje [G] jou was.
[C] Dat ik ook eens [G] met een vrouw was, [Am] niet het kussen maar het [D] matras was.
Ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] zozo was.
[G] Dat ik ook een beetje [C] vrouw was, vrouw [G] was, en klein was, klein [Am] was.
Niet de pint was, [D] maar het wijnglas.
_ Maar ik wou [G] juist dat ik jou was, [D] gewoon een dag [Em] niet mezelf [G] was.
Dat ik alles was [C] wat jij was, [G] en jij was dan [Am] wie ik was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was, [D] met ik een [Em] dagje vrij [G] was.
Ik niet eenzaam, maar [C] een club was.
Ik [G] niet de regen, maar [Am] de druk was.
[D] En wij dan nog [G] steeds bij was.
Ik [D] niet een mits, maar de [Em] tenzij was.
Ik niet [G] de kiesel, maar [C] de kei was.
Ik [G] niet de honing, maar [Am] de pei was.
Ik [D] niet de [G] modder, maar de glij was.
Ik niet [D] de pet, maar [Em] juist de sprij was.
Ik niet [G] de mama, maar juist de [C] tij was.
Ik [G] niet de kassa [Am] maar de rij was.
Ik niet [D] de ragoe, [G] maar de pastij was.
Ik niet [D] zo'n sloten, maar [Em] gefrij was.
Ik [G] niet het kind, maar de [C] bosdij was.
Dat ik [G] niet zo stoer maar een [Am] zacht ei was.
Dat ik [D] niet te plank [G] maar juist de strijk was.
Dat ik [D] niet zo super een [Em] maarlootprijs was.
Dat ik [G] niet te knuffel maar het [C] konijn was.
Dat ik [G] niet te klus maar de [Am] karwij was.
Dat ik [D] niet alleen maar [G] handprijs was.
Dat ik [D] niet zo ver maar [Em] juist dichtbij was.
[G] En dat ik dan Jim [C] uit Eindhoven [G] was.
En ik dan die dikke [Am] uit de jury was.
[D] En wij dan nog [G] steeds vrij [D] was.
_ [Em] _ _ [G] _ _ [C] _ _ [G] _
_ [Em] _ _ [D] _ _ [G] _ [D] Dat ik op een dag [Em] niet mezelf was.
[G] Dat ik alles was [C] wat jij was.
[G] En jij was dan [Am] wie ik was.
[G] En wij dan nog steeds vrij [D] was.
En jij dan nog [Em] steeds.
En jij dan nog [G] steeds.
En wij dan nog [C] steeds vrij was.
[G] _ _ [Am] _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _