Brabant Chords by Guus Meeuwis
Tempo:
162.85 bpm
Chords used:
D
C
G
Em
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[C]
[D] [G]
[D] [Em]
[D]
[G] Een muts op mijn [D] hoofd, mijn [G] kraag staat [D] omhoog.
[G] Het is hier [F#m] [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn [D]
kort hier, [C] de nacht begint [D] vroeg.
[G] De [D] mensen zijn [Em] stug [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis [D] sleuteldiep in mijn zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen in [C] een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm]
nooit last van [C] heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen, ze [D] slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
[C]
[D]
Ik [G] mis hier de [D] warmte van [C] een dorpscafé,
[D] [G] de [F#m] aanspraak van [Em] mensen [Bm]
[C] met een [D] zachte g.
[G] Ik mis zelfs [D] het zeiken op [C] alles, oh [D] niets.
[G] Was men maar [Em] op [Bm] Brabant zo [C]
trots als [D] een Fries.
In [F] het zuiden [C] vol zon woon [D] ik samen [G] met jou.
Het [F] is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou.
[B]
[G] Ik loop [D] hier alleen [C] in een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm] nooit last van [C]
heimwee [D] gehad,
maar [G] de mensen, ze [D] slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
[D] [C]
[G] [Em]
[Bm] [C]
[E] [G]
[D] [C]
[Em] [Bm]
[C] [Em]
[G]
[F] De Peel en [C] de Kempen [D] en de [G] Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] En ik loop hier [D] alleen [C] in een [G] tusteren stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [E]
gehad,
[G] maar de mensen, [D] ze slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant, [G] want daar brandt nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
[G] En dan denk ik [Dm] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
En dan [G] denk [C] ik aan [D] Brabant, want daar brandt [G] nog licht.
[C]
[D] [G]
[D] [Em]
[D]
[G] Een muts op mijn [D] hoofd, mijn [G] kraag staat [D] omhoog.
[G] Het is hier [F#m] [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn [D]
kort hier, [C] de nacht begint [D] vroeg.
[G] De [D] mensen zijn [Em] stug [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis [D] sleuteldiep in mijn zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen in [C] een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm]
nooit last van [C] heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen, ze [D] slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
[C]
[D]
Ik [G] mis hier de [D] warmte van [C] een dorpscafé,
[D] [G] de [F#m] aanspraak van [Em] mensen [Bm]
[C] met een [D] zachte g.
[G] Ik mis zelfs [D] het zeiken op [C] alles, oh [D] niets.
[G] Was men maar [Em] op [Bm] Brabant zo [C]
trots als [D] een Fries.
In [F] het zuiden [C] vol zon woon [D] ik samen [G] met jou.
Het [F] is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou.
[B]
[G] Ik loop [D] hier alleen [C] in een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm] nooit last van [C]
heimwee [D] gehad,
maar [G] de mensen, ze [D] slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
[D] [C]
[G] [Em]
[Bm] [C]
[E] [G]
[D] [C]
[Em] [Bm]
[C] [Em]
[G]
[F] De Peel en [C] de Kempen [D] en de [G] Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] En ik loop hier [D] alleen [C] in een [G] tusteren stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [E]
gehad,
[G] maar de mensen, [D] ze slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant, [G] want daar brandt nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
[G] En dan denk ik [Dm] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
En dan [G] denk [C] ik aan [D] Brabant, want daar brandt [G] nog licht.
Key:
D
C
G
Em
Bm
D
C
G
_ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [C] _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ [Em] _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ [G] Een muts op mijn _ [D] hoofd, mijn [G] kraag staat [D] omhoog.
_ [G] Het is hier [F#m] _ [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] _ gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn [D]
kort hier, [C] de nacht begint [D] vroeg.
_ [G] De [D] mensen zijn [Em] stug [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis _ [D] _ sleuteldiep in mijn zak.
_ [G] En ik loop hier [D] alleen in [C] een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb _ eigenlijk [Bm]
nooit last van [C] _ heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen, ze [D] _ slapen, [C] de _ wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan _ Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
_ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ Ik [G] mis hier de [D] _ warmte van [C] een _ dorpscafé,
[D] _ _ [G] de _ [F#m] aanspraak van [Em] mensen [Bm] _
[C] met een [D] zachte g.
_ [G] Ik mis zelfs [D] het zeiken op [C] alles, oh [D] niets.
[G] Was men maar [Em] op [Bm] Brabant zo [C]
trots als [D] een Fries.
In [F] het zuiden [C] vol zon woon [D] ik samen [G] met jou.
Het [F] is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou. _ _
_ _ _ _ [B] _ _
_ _ [G] Ik loop [D] hier alleen [C] in een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm] nooit last van [C] _
heimwee [D] gehad,
maar [G] de mensen, ze [D] _ slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht. _ _ _
_ [D] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [Em] _ _
_ [Bm] _ _ _ [C] _ _
_ [E] _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ _ [C] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [Em] _ _
_ [G] _ _ _ _ _
[F] De Peel en [C] de Kempen [D] en de _ [G] Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] En ik loop hier [D] alleen [C] in een [G] tusteren stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [E] _
gehad,
[G] maar de mensen, [D] ze slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant, [G] want daar brandt nog licht.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [Em] _ _
[G] En dan denk ik [Dm] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ [Em] _ _
En dan [G] denk [C] ik aan _ [D] Brabant, want daar brandt [G] nog licht. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ [Em] _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ [G] Een muts op mijn _ [D] hoofd, mijn [G] kraag staat [D] omhoog.
_ [G] Het is hier [F#m] _ [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] _ gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn [D]
kort hier, [C] de nacht begint [D] vroeg.
_ [G] De [D] mensen zijn [Em] stug [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis _ [D] _ sleuteldiep in mijn zak.
_ [G] En ik loop hier [D] alleen in [C] een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb _ eigenlijk [Bm]
nooit last van [C] _ heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen, ze [D] _ slapen, [C] de _ wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan _ Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
_ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ Ik [G] mis hier de [D] _ warmte van [C] een _ dorpscafé,
[D] _ _ [G] de _ [F#m] aanspraak van [Em] mensen [Bm] _
[C] met een [D] zachte g.
_ [G] Ik mis zelfs [D] het zeiken op [C] alles, oh [D] niets.
[G] Was men maar [Em] op [Bm] Brabant zo [C]
trots als [D] een Fries.
In [F] het zuiden [C] vol zon woon [D] ik samen [G] met jou.
Het [F] is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou. _ _
_ _ _ _ [B] _ _
_ _ [G] Ik loop [D] hier alleen [C] in een tusteren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm] nooit last van [C] _
heimwee [D] gehad,
maar [G] de mensen, ze [D] _ slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En [Bm] dan denk ik [C] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht. _ _ _
_ [D] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [Em] _ _
_ [Bm] _ _ _ [C] _ _
_ [E] _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ _ [C] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [Em] _ _
_ [G] _ _ _ _ _
[F] De Peel en [C] de Kempen [D] en de _ [G] Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] En ik loop hier [D] alleen [C] in een [G] tusteren stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [E] _
gehad,
[G] maar de mensen, [D] ze slapen, [C] de wereld [Em] gaat dicht.
En dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant, [G] want daar brandt nog licht.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [Em] _ _
[G] En dan denk ik [Dm] aan Brabant, [G] want [E] daar brandt [G] nog licht.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [Em] _ _ _ [Bm] _ _
_ [C] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ [Em] _ _
En dan [G] denk [C] ik aan _ [D] Brabant, want daar brandt [G] nog licht. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _