Chords for Herman van Veen - Suzanne
Tempo:
129.3 bpm
Chords used:
A
D
E
Bm
C#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[E] [A]
[E] [A] [E] [A] [E] [A]
[E] [A] [E] [A] Suzanne neemt [E] je [D] mee [A] naar [B] een [A] bank aan [E] het [D] water, [A] [Bm] duizend schepen gaan voorbij en toch wordt het maar het [A]
[B] [A] [D] [A]
[B] [A] [D] [A] [C#m]
laten,
[D] want ze geeft je graag iets tastbaars en net als je [A] haar wil [E] zeggen,
[D] [A] ik kan jou geen liefde [E] geven, [D] [A] [Bm] komt heel de stad tot leven, en hoor je meeuwen schreeuwen, je hebt [A] scheets van haar [D] gehouden.
[A]
En [E] [D] [A] [C#m] je wilt wel met haar meegaan [D] samen naar de overkant, [A] je moet haar wel [E] [A] vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten in haar [A] hond.
En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde, dat hij [Bm]
zomaar overzeedde, omdat hij had leerd houden van de golven [A] en de branden, waarin niemand kan verdrinken.
Hij zei, [C#m]
als men blijft geloven, [D] kan de zwaarste steen niet zinken, maar de [A] hemel ging pas open, toen zijn lichaam was gebroken.
En [Bm] hoe hij heeft gereden, dat weet alleen die visser [A] van het kruis.
En [C#m] je wilt wel met haar meegaan [D] samen naar de overkant, [A] je moet hem wel vertrouwen, [E] want hij [Bm] houdt al jouw gedachten [B] in [A] zijn hand.
Susanne neemt je mee naar een bank aan het water, [Bm] je onthoudt waar ze naar kijkt, als herinnering voor later.
[A] En het zonlicht lijkt wel honing, waaran kinderen zich te goed doen.
En [C#m] het grasveld [C#] ligt bezaaid, [D] met wat de mensen zoal weg doen.
In de [A] golven liggen de helden, met een glimlach op de lippen, en [Bm] de meeuwen de lucht, lijken net verdwaalde stippen, als [A] Susanne je lachend aan kijkt.
En [C#] je wilt wel met haar [D] meegaan samen naar de overkant, [A] je moet haar wel vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten [A] in haar hand.
[N]
[E] [A]
[E] [A] [E] [A] [E] [A]
[E] [A] [E] [A] Suzanne neemt [E] je [D] mee [A] naar [B] een [A] bank aan [E] het [D] water, [A] [Bm] duizend schepen gaan voorbij en toch wordt het maar het [A]
[B] [A] [D] [A]
[B] [A] [D] [A] [C#m]
laten,
[D] want ze geeft je graag iets tastbaars en net als je [A] haar wil [E] zeggen,
[D] [A] ik kan jou geen liefde [E] geven, [D] [A] [Bm] komt heel de stad tot leven, en hoor je meeuwen schreeuwen, je hebt [A] scheets van haar [D] gehouden.
[A]
En [E] [D] [A] [C#m] je wilt wel met haar meegaan [D] samen naar de overkant, [A] je moet haar wel [E] [A] vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten in haar [A] hond.
En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde, dat hij [Bm]
zomaar overzeedde, omdat hij had leerd houden van de golven [A] en de branden, waarin niemand kan verdrinken.
Hij zei, [C#m]
als men blijft geloven, [D] kan de zwaarste steen niet zinken, maar de [A] hemel ging pas open, toen zijn lichaam was gebroken.
En [Bm] hoe hij heeft gereden, dat weet alleen die visser [A] van het kruis.
En [C#m] je wilt wel met haar meegaan [D] samen naar de overkant, [A] je moet hem wel vertrouwen, [E] want hij [Bm] houdt al jouw gedachten [B] in [A] zijn hand.
Susanne neemt je mee naar een bank aan het water, [Bm] je onthoudt waar ze naar kijkt, als herinnering voor later.
[A] En het zonlicht lijkt wel honing, waaran kinderen zich te goed doen.
En [C#m] het grasveld [C#] ligt bezaaid, [D] met wat de mensen zoal weg doen.
In de [A] golven liggen de helden, met een glimlach op de lippen, en [Bm] de meeuwen de lucht, lijken net verdwaalde stippen, als [A] Susanne je lachend aan kijkt.
En [C#] je wilt wel met haar [D] meegaan samen naar de overkant, [A] je moet haar wel vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten [A] in haar hand.
[N]
Key:
A
D
E
Bm
C#m
A
D
E
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [E] _ [A] _
[E] _ [A] _ [E] _ _ [A] _ _ [E] _ [A] _
[E] _ [A] _ [E] _ _ [A] _ _ Suzanne neemt [E] je [D] mee [A] naar [B] een [A] bank aan [E] het [D] water, _ [A] [Bm] duizend schepen gaan voorbij en toch wordt het maar het _ _ _ _ [A] _ _
_ [B] _ [A] _ [D] _ _ [A] _ _ _
_ [B] _ [A] _ _ [D] _ [A] _ [C#m] _ _
_ _ _ laten,
[D] want ze geeft je graag iets tastbaars en net als je [A] haar wil [E] zeggen,
[D] [A] ik kan jou geen liefde [E] geven, [D] _ [A] [Bm] komt heel de stad tot leven, _ en hoor je meeuwen schreeuwen, je hebt [A] scheets van haar [D] gehouden.
[A] _ _
En _ _ [E] _ [D] _ [A] [C#m] je wilt wel met haar _ meegaan [D] samen naar de overkant, _ _ [A] je moet haar wel [E] [A] vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten in haar [A] _ hond. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ En Jezus was een visser, _ die het water zo _ vertrouwde, dat hij [Bm] _
_ zomaar overzeedde, omdat hij had leerd houden van de golven [A] _ en de branden, _ _ waarin niemand kan verdrinken.
Hij zei, [C#m]
als men blijft geloven, [D] kan de zwaarste steen niet zinken, _ maar de [A] hemel ging pas open, toen zijn lichaam was gebroken.
En [Bm] hoe hij heeft _ gereden, dat weet alleen die visser [A] van het _ _ kruis. _ _ _ _
_ _ _ _ En [C#m] je wilt wel met haar _ meegaan [D] samen naar de overkant, _ [A] je moet hem wel vertrouwen, _ [E] want hij [Bm] _ houdt al jouw gedachten [B] in [A] zijn hand. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Susanne _ neemt je mee naar een bank aan het water, [Bm] je onthoudt waar ze naar _ kijkt, als herinnering voor later.
_ [A] En het zonlicht _ lijkt wel _ honing, waaran kinderen zich te goed doen.
En [C#m] het grasveld [C#] ligt _ bezaaid, [D] met wat de mensen zoal weg doen.
In de [A] golven liggen de helden, _ met een glimlach op de lippen, _ en [Bm] de meeuwen de lucht, _ lijken net _ verdwaalde stippen, als [A] Susanne _ je lachend aan _ kijkt. _ _
_ _ _ En [C#] je wilt wel met haar _ [D] meegaan samen naar de overkant, _ [A] je moet haar wel vertrouwen, _ [Bm] want ze _ houdt al jouw gedachten [A] in haar hand. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [E] _ [A] _
[E] _ [A] _ [E] _ _ [A] _ _ [E] _ [A] _
[E] _ [A] _ [E] _ _ [A] _ _ Suzanne neemt [E] je [D] mee [A] naar [B] een [A] bank aan [E] het [D] water, _ [A] [Bm] duizend schepen gaan voorbij en toch wordt het maar het _ _ _ _ [A] _ _
_ [B] _ [A] _ [D] _ _ [A] _ _ _
_ [B] _ [A] _ _ [D] _ [A] _ [C#m] _ _
_ _ _ laten,
[D] want ze geeft je graag iets tastbaars en net als je [A] haar wil [E] zeggen,
[D] [A] ik kan jou geen liefde [E] geven, [D] _ [A] [Bm] komt heel de stad tot leven, _ en hoor je meeuwen schreeuwen, je hebt [A] scheets van haar [D] gehouden.
[A] _ _
En _ _ [E] _ [D] _ [A] [C#m] je wilt wel met haar _ meegaan [D] samen naar de overkant, _ _ [A] je moet haar wel [E] [A] vertrouwen, [Bm] want ze houdt al jouw gedachten in haar [A] _ hond. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ En Jezus was een visser, _ die het water zo _ vertrouwde, dat hij [Bm] _
_ zomaar overzeedde, omdat hij had leerd houden van de golven [A] _ en de branden, _ _ waarin niemand kan verdrinken.
Hij zei, [C#m]
als men blijft geloven, [D] kan de zwaarste steen niet zinken, _ maar de [A] hemel ging pas open, toen zijn lichaam was gebroken.
En [Bm] hoe hij heeft _ gereden, dat weet alleen die visser [A] van het _ _ kruis. _ _ _ _
_ _ _ _ En [C#m] je wilt wel met haar _ meegaan [D] samen naar de overkant, _ [A] je moet hem wel vertrouwen, _ [E] want hij [Bm] _ houdt al jouw gedachten [B] in [A] zijn hand. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Susanne _ neemt je mee naar een bank aan het water, [Bm] je onthoudt waar ze naar _ kijkt, als herinnering voor later.
_ [A] En het zonlicht _ lijkt wel _ honing, waaran kinderen zich te goed doen.
En [C#m] het grasveld [C#] ligt _ bezaaid, [D] met wat de mensen zoal weg doen.
In de [A] golven liggen de helden, _ met een glimlach op de lippen, _ en [Bm] de meeuwen de lucht, _ lijken net _ verdwaalde stippen, als [A] Susanne _ je lachend aan _ kijkt. _ _
_ _ _ En [C#] je wilt wel met haar _ [D] meegaan samen naar de overkant, _ [A] je moet haar wel vertrouwen, _ [Bm] want ze _ houdt al jouw gedachten [A] in haar hand. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _