Chords for Jan De Wilde - Walter. Ballade Van Een Goudvis

[N] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
[Bb] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
Walter was heel tenger toen hij op de wereld kwam, [G] hij bestond praktisch enkel [C] uit wat [G] benen, [C] wat roosblauw [F] rimpelig vel [C] en een veel te grote kop.
[G] Hun moeder durfde hem bijna [C] niet spelen, _ maar na veel [Dm] nachten zonder slaap, [C] veel zorgen en geduld, werd Walter al wat sterker en opzever.
[G] _
[C] Was hij een [Dm] doodgewone knaap, [C] een beetje bleek misschien, met het [G] vooruitzicht op een [C] onopvalt leven. _ _
Walter zat soms urenlang in het kippenhof, of [G] soms op de knieën [C] van zijn [G] vader.
[C] Die zong in falsets, zalig zijn de zuiveren van hart, [G] ze zullen tot de heer worden [C] verzameld.
_ [Bb] Zijn vader [F] goost waarschijnlijk zelf [G] een zuivere van hart, [Bb] werd enkele jaren [F] later ook [G] verzameld.
Hij [C] deed net een [Am] uithal naar een [F] zilver uitje op zijn [C] bord, was gewoon maar een breuk van de [G] hartader.
[C] _ _ _
Walters [Dm] zoon vond hem een [C] baantje bij de Brabantbank, hij deed zijn [G] paparazze [C] werk voor [G] benodig.
[C] De [G] directeur zei van hem, [C] Walter is een flinke krab, [G] maar om het verre schoppen [C] wat te melig. _
Zijn vrienden schimpte, heb jij wel eens ooit een vrouw gehad, hij [G] glimlachte onzeker en [C] verlegen.
[G] _
[C] Om zaterdag na achten eens met ons mee naar de stad, [G] hij zei niet ja, sprak ze ook niet [C] tegen. _ _
Op zaterdag [Dm] na achten [C] klon Walter eens in bed, [G] terwijl ik buiten naar [C] Jasmijne _ [G] gelde.
[C] _
[Dm] Regelde zijn wekker, [C] sloeg zijn bijbel op en las, wat [G] indertijd met Habakkuk [C] gebeurde.
_ [Bb] Toen nam de [F] Brabantbank een [G] nieuwe hulphoekhouder aan, [Bb]
Saskia [F] was mooi en heel [G] geweldig.
Ze [C] had vreemde lichte [Am] ogen, ze [F] was jong, ze was [C] niet dom, ze liet Walter helemaal niet [G] onderschil.
_ [C] _ _
De eerste [Dm] keer dat hij haar [C] vroeg, zei Saskia misschien, ze [G] vond hem saaier dan een [C] dode [G] goudvist.
[C] De tweede keer keek Saskia heel ernstig en zei ja, een [G] mens moet zich toch vestigen [C] voor hij koud is. _
Een anjer [Dm] in zijn knoopschat [C] liep Walter naar zijn weg, liep [G] zachtjes fluitend door [C] de straat.
[G] _
[C] De deur stond op [F] een kier, hij trok [C] zich eventjes terug, [G] ze waren over Saskia [C] aan het praten. _
Arme stomme Walter, zei de hulphoekhouder [G] traag, je zou hen best niet op dat [C] feestje [G] vragen.
_ [C]
Jezus, [F] Jezus deed er [C] een, wat heb ik in die laan, een pret [G] gehad met Saskia [C] in hun wagen.
_ _ [Bb]
Walter [F] stond weer buiten, [C] staarde [G] in de zon, [Bb]
heer in [Am] wie moet ik nog [G] geloven.
_ [C] Het zoemde in [Am] zijn schedel, [F] het antwoord kwam [C] er stond, bestemmeling is onbekend [G] _ [C] hierboven. _ _
De mensen lachten [Dm] toen hij [C] zei, heer wat moet ik doen, hij hoorde [G] niets, hij leek wel [C] in extase.
Het antwoord [Dm] kwam dit keer van [C] de affiches aan de muur, [G] zijn oogen lazen vaag houdt [C] goed die paarse. _ _
Walter liet uw advertentie plaatsen in de krant, ze [G] klaar dat ik geen [C] schulden zal betalen.
[G] _
[C] Wie [Dm] Saskia gemaakt [C] heeft, daar ik het echtelijk dak [G]
verlaten heb, getekend [C] veel schralen. _ _
Walter [Dm] keerde nooit [C] terug naar de brabant bank, [Gm] hij leerde eigenhandig [C] kleiwerk dragen.
Zijn kleren stonken maar hij zei, de vogelen desvels, ze [G] ploegen niet, ze zaaien [C] nog ze maaien.
_ [Bb] Hij leeft nu [F] van zijn beeldhouwerk [G] maats, Saskia's van klei, [Bb] ze lijken [F] allemaal wel [C] heel [G] tevreden.
_ [C] Ben alfa en [F] omega, bronti zacht [C] in zichzelf, ik heb de sleutels van de toekomst en het [G] _ [C] verleden. _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _