Chords for Katastroof - De zoon van meneer Pastoor
Tempo:
121.45 bpm
Chords used:
Bb
Cm
Gm
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Cm]
Ongs moeder was een goeie [Bb] parochion, de paster die [Gm] klopte er [Cm] togelijks om.
[Bb] Maar op [Cm] een keer, [Bb] toen kwam hem [Cm] niet meer, [Bb] Ongs moeder die was zwanger [G] en dat was [Cm] geen eer.
Ja, ik zing de zang [Bb] van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, ik [Bb] zing en kijk de [Cm] braafste van allemaal.
Het liefste wat ik doe is [Bb] naar de karenkom, dan zing ik hem al in een [Gm] paai op zijn [Cm] prijkstoel staan.
[Bb] Hij houdt [Cm] elke wijk [Bb] een [Cm] schitterende prijk, [Bb] en alle vrouwen [Gm] vullen in hun aarden [Cm] een stijk.
Ik zing de zang [Gm] van meneer [Bb] Pastoor, ik zing altijd mij [Gm] in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [G] allemaal.
[Bb] [Cm]
Als ik later [Gm] op mijn eigen [Bb] pijn stond, dan ging ik in de [Gm] zaak van Ongs vader [Cm] gaan.
[Bb] Dan droeg ik een kruis, de [Cm] karen kwart mijn oos, [Bb] en dan kwam ik bij alle [Gm] knappe wafels thuis.
Ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd mij in het karenkoor.
Ik [Bb] maal [Cm] klinkabal, [Gm] geram met de schaal, ik zing [Bb] en kijk de braafste [Gm] van [Cm] allemaal.
[Gm] [Cm]
De zang van meneer Pastoor, die hemself.
Elke vrouwelijke [Bb]
parochian, die moet dan bij mij te [Gm] wichtig aan.
[Bb] Dan zeg ik [Cm] niet meer, [Bb] alleen voor [Cm] een keer, [Bb] maar ik geef ze het absoluut zonder pijn [G] op mijn eigen manier.
Ik zing de [Gm] zang van [Bb] meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram [Cm] met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [Cm] allemaal.
[Gm]
[Cm]
Ik hang mijn nest [Bb] in het waaiwatervat, ik was hem, want dat is [Gm] weer mijn [G] beuspad.
Want [Cm] als ik goed [Gm] voor elke [Cm] druppel bloes, dan [Bb] vind ik voor [Gm] een wijs [Cm] gegroot.
Ja, ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het [Bb] karenkoor.
Ik maal [Cm]
klinkabal, [Gm] geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de braafste [G] van allemaal.
[Gm] [G] [Bb] [Cm] [G]
Ongs moeder was een goeie [Bb] parochion, de paster die [Gm] klopte er [Cm] togelijks om.
[Bb] Maar op [Cm] een keer, [Bb] toen kwam hem [Cm] niet meer, [Bb] Ongs moeder die was zwanger [G] en dat was [Cm] geen eer.
Ja, ik zing de zang [Bb] van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, ik [Bb] zing en kijk de [Cm] braafste van allemaal.
Het liefste wat ik doe is [Bb] naar de karenkom, dan zing ik hem al in een [Gm] paai op zijn [Cm] prijkstoel staan.
[Bb] Hij houdt [Cm] elke wijk [Bb] een [Cm] schitterende prijk, [Bb] en alle vrouwen [Gm] vullen in hun aarden [Cm] een stijk.
Ik zing de zang [Gm] van meneer [Bb] Pastoor, ik zing altijd mij [Gm] in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [G] allemaal.
[Bb] [Cm]
Als ik later [Gm] op mijn eigen [Bb] pijn stond, dan ging ik in de [Gm] zaak van Ongs vader [Cm] gaan.
[Bb] Dan droeg ik een kruis, de [Cm] karen kwart mijn oos, [Bb] en dan kwam ik bij alle [Gm] knappe wafels thuis.
Ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd mij in het karenkoor.
Ik [Bb] maal [Cm] klinkabal, [Gm] geram met de schaal, ik zing [Bb] en kijk de braafste [Gm] van [Cm] allemaal.
[Gm] [Cm]
De zang van meneer Pastoor, die hemself.
Elke vrouwelijke [Bb]
parochian, die moet dan bij mij te [Gm] wichtig aan.
[Bb] Dan zeg ik [Cm] niet meer, [Bb] alleen voor [Cm] een keer, [Bb] maar ik geef ze het absoluut zonder pijn [G] op mijn eigen manier.
Ik zing de [Gm] zang van [Bb] meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram [Cm] met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [Cm] allemaal.
[Gm]
[Cm]
Ik hang mijn nest [Bb] in het waaiwatervat, ik was hem, want dat is [Gm] weer mijn [G] beuspad.
Want [Cm] als ik goed [Gm] voor elke [Cm] druppel bloes, dan [Bb] vind ik voor [Gm] een wijs [Cm] gegroot.
Ja, ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het [Bb] karenkoor.
Ik maal [Cm]
klinkabal, [Gm] geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de braafste [G] van allemaal.
[Gm] [G] [Bb] [Cm] [G]
Key:
Bb
Cm
Gm
G
Bb
Cm
Gm
G
_ _ _ _ _ [Cm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Ongs moeder was een goeie [Bb] _ parochion, de paster die [Gm] klopte er [Cm] togelijks om.
[Bb] Maar op [Cm] een keer, [Bb] toen kwam hem [Cm] niet meer, [Bb] Ongs moeder die was zwanger [G] en dat was [Cm] geen eer.
Ja, ik zing de zang [Bb] van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het _ karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, ik [Bb] zing en kijk de [Cm] braafste van allemaal. _ _ _ _
_ _ _ _ _ Het liefste wat ik doe is [Bb] naar de _ karenkom, dan zing ik hem al in een [Gm] paai op zijn [Cm] prijkstoel staan.
[Bb] Hij houdt [Cm] elke wijk [Bb] een [Cm] schitterende prijk, [Bb] en alle vrouwen [Gm] vullen in hun aarden [Cm] een stijk.
Ik zing de zang [Gm] van meneer [Bb] Pastoor, ik zing altijd mij [Gm] in het _ karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [G] _ allemaal.
[Bb] _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ _ Als ik later [Gm] op mijn eigen [Bb] pijn stond, dan ging ik in de [Gm] zaak van Ongs vader [Cm] gaan.
[Bb] Dan droeg ik een kruis, de [Cm] karen kwart mijn oos, [Bb] en dan kwam ik bij alle [Gm] knappe wafels thuis.
Ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd mij in het karenkoor.
Ik [Bb] maal [Cm] klinkabal, [Gm] geram met de schaal, ik zing [Bb] en kijk de braafste [Gm] van _ [Cm] allemaal.
[Gm] _ _ [Cm] _ _
_ De zang van meneer Pastoor, die hemself.
Elke _ vrouwelijke [Bb] _ _
parochian, die moet dan bij mij te [Gm] _ wichtig aan.
[Bb] Dan zeg ik [Cm] niet meer, [Bb] alleen voor [Cm] een keer, [Bb] maar ik geef ze het absoluut zonder pijn [G] op mijn eigen manier.
Ik zing de [Gm] zang van [Bb] meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram [Cm] met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [Cm] allemaal.
_ [Gm] _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
Ik hang mijn nest [Bb] in het waaiwatervat, ik was hem, want dat is [Gm] weer mijn [G] beuspad.
Want [Cm] als ik goed [Gm] voor elke [Cm] druppel bloes, dan [Bb] vind ik voor [Gm] een wijs [Cm] gegroot.
Ja, ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het _ [Bb] karenkoor.
Ik maal [Cm]
klinkabal, [Gm] geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de braafste [G] van allemaal.
_ [Gm] _ _ [G] _ _ [Bb] _ _ [Cm] _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Ongs moeder was een goeie [Bb] _ parochion, de paster die [Gm] klopte er [Cm] togelijks om.
[Bb] Maar op [Cm] een keer, [Bb] toen kwam hem [Cm] niet meer, [Bb] Ongs moeder die was zwanger [G] en dat was [Cm] geen eer.
Ja, ik zing de zang [Bb] van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het _ karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, ik [Bb] zing en kijk de [Cm] braafste van allemaal. _ _ _ _
_ _ _ _ _ Het liefste wat ik doe is [Bb] naar de _ karenkom, dan zing ik hem al in een [Gm] paai op zijn [Cm] prijkstoel staan.
[Bb] Hij houdt [Cm] elke wijk [Bb] een [Cm] schitterende prijk, [Bb] en alle vrouwen [Gm] vullen in hun aarden [Cm] een stijk.
Ik zing de zang [Gm] van meneer [Bb] Pastoor, ik zing altijd mij [Gm] in het _ karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [G] _ allemaal.
[Bb] _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ _ Als ik later [Gm] op mijn eigen [Bb] pijn stond, dan ging ik in de [Gm] zaak van Ongs vader [Cm] gaan.
[Bb] Dan droeg ik een kruis, de [Cm] karen kwart mijn oos, [Bb] en dan kwam ik bij alle [Gm] knappe wafels thuis.
Ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd mij in het karenkoor.
Ik [Bb] maal [Cm] klinkabal, [Gm] geram met de schaal, ik zing [Bb] en kijk de braafste [Gm] van _ [Cm] allemaal.
[Gm] _ _ [Cm] _ _
_ De zang van meneer Pastoor, die hemself.
Elke _ vrouwelijke [Bb] _ _
parochian, die moet dan bij mij te [Gm] _ wichtig aan.
[Bb] Dan zeg ik [Cm] niet meer, [Bb] alleen voor [Cm] een keer, [Bb] maar ik geef ze het absoluut zonder pijn [G] op mijn eigen manier.
Ik zing de [Gm] zang van [Bb] meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het karenkoor.
Ik maal klinkabal, geram [Cm] met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de [Gm] braafste van [Cm] allemaal.
_ [Gm] _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
Ik hang mijn nest [Bb] in het waaiwatervat, ik was hem, want dat is [Gm] weer mijn [G] beuspad.
Want [Cm] als ik goed [Gm] voor elke [Cm] druppel bloes, dan [Bb] vind ik voor [Gm] een wijs [Cm] gegroot.
Ja, ik zing de zang van meneer Pastoor, ik zing altijd [Gm] mij in het _ [Bb] karenkoor.
Ik maal [Cm]
klinkabal, [Gm] geram met de schaal, [Bb] ik zing en kijk de braafste [G] van allemaal.
_ [Gm] _ _ [G] _ _ [Bb] _ _ [Cm] _ _ [G] _ _ _