Liedje van altijd Chords by Gerard Van Maasakkers, De Vaste Mannen
Tempo:
100.75 bpm
Chords used:
E
B
C#m
A
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E]
[C#] [E]
We zitten samen in de bank, ons moeder [B] en ik.
Ze belde of ik mee ging, samen in de bank.
[B] Ik was er al [D#m] zo lang niet [C#m] meer geweest.
En niet meer [B] possen, niet meer pinksteren, [F#] zelfs niet een achtmis.
In [A] het buitenland steek ik wel eens [E] een kaarsje aan,
en dat [G#m] doet me wel wat dan.
[D#] Maar [B] nou zit ik [D#] met ons moeder [E] in de bank.
En ze zingt, en ze zingt een liedje van altijd, van
[B] altijd.
[F#] [E] We zongen in [B] de keuken, [E] moesieden, Sari [B] Marijs.
God groet u zuiver bloemen, er zingt een [E] tweede stem.
Maar ik ging [B] het huis uit, en ik deed [C#m] voorna maar dingen.
En dan [B] ga je niet meer mee, o [E] moeder, zingen.
Nee [A] dat deed ik niet als jongen, [E] deuter werd niet meer gezongen.
Maar ik dacht nog wel, zo mee en dan, was die naf was, maar niet zo gauw gedaan.
En we zongen, we zongen [B] een liedje van [E] altijd, van [E] altijd.
[B]
[E]
[D] [C#m] [E]
En nou zitten we samen in de bank, de uide [B] geld begint.
En de dames [E] koren zet in, en ons moeder zingt een liedje mee.
En ik hoor [B] die stem, die ook al [C#m] voor me zong.
Die [B] oerbevrouwde stem, als ik niet [E] slapen kon.
Ik [A] durf niet op zij te kijken, ik [E] durf het niet te laten blijken.
Maar ik zing mee, en ik hoester de moment.
[B] Grijze moeder, met een grote [E] vent.
En we zingen, we zingen een liedje van altijd, van altijd.
En we zingen, we zingen [D] een liedje van [E] altijd, van altijd.
[B]
[E]
[N]
[C#] [E]
We zitten samen in de bank, ons moeder [B] en ik.
Ze belde of ik mee ging, samen in de bank.
[B] Ik was er al [D#m] zo lang niet [C#m] meer geweest.
En niet meer [B] possen, niet meer pinksteren, [F#] zelfs niet een achtmis.
In [A] het buitenland steek ik wel eens [E] een kaarsje aan,
en dat [G#m] doet me wel wat dan.
[D#] Maar [B] nou zit ik [D#] met ons moeder [E] in de bank.
En ze zingt, en ze zingt een liedje van altijd, van
[B] altijd.
[F#] [E] We zongen in [B] de keuken, [E] moesieden, Sari [B] Marijs.
God groet u zuiver bloemen, er zingt een [E] tweede stem.
Maar ik ging [B] het huis uit, en ik deed [C#m] voorna maar dingen.
En dan [B] ga je niet meer mee, o [E] moeder, zingen.
Nee [A] dat deed ik niet als jongen, [E] deuter werd niet meer gezongen.
Maar ik dacht nog wel, zo mee en dan, was die naf was, maar niet zo gauw gedaan.
En we zongen, we zongen [B] een liedje van [E] altijd, van [E] altijd.
[B]
[E]
[D] [C#m] [E]
En nou zitten we samen in de bank, de uide [B] geld begint.
En de dames [E] koren zet in, en ons moeder zingt een liedje mee.
En ik hoor [B] die stem, die ook al [C#m] voor me zong.
Die [B] oerbevrouwde stem, als ik niet [E] slapen kon.
Ik [A] durf niet op zij te kijken, ik [E] durf het niet te laten blijken.
Maar ik zing mee, en ik hoester de moment.
[B] Grijze moeder, met een grote [E] vent.
En we zingen, we zingen een liedje van altijd, van altijd.
En we zingen, we zingen [D] een liedje van [E] altijd, van altijd.
[B]
[E]
[N]
Key:
E
B
C#m
A
F#
E
B
C#m
_ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ _ [C#] _ _ [E] _ _ _
We zitten _ samen in de bank, _ _ ons moeder [B] en ik.
Ze belde of ik mee ging, samen in de bank.
_ [B] Ik was er al [D#m] zo lang niet [C#m] meer geweest.
En niet meer [B] possen, niet meer pinksteren, [F#] zelfs niet een achtmis.
In [A] het buitenland steek ik wel eens [E] een kaarsje aan,
en dat [G#m] doet me wel wat dan.
[D#] Maar [B] nou zit ik [D#] met ons moeder [E] in de bank.
_ En ze zingt, en ze zingt een liedje van altijd, van _
[B] _ altijd. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] _ _ [E] _ _ _ We zongen in [B] de keuken, [E] moesieden, _ _ Sari [B] Marijs.
God groet u zuiver bloemen, er zingt een [E] tweede stem.
Maar ik ging [B] het huis uit, en ik deed [C#m] voorna maar dingen.
_ En dan [B] ga je niet meer mee, o [E] moeder, zingen.
Nee [A] dat deed ik niet als jongen, [E] deuter werd niet meer gezongen.
Maar ik dacht nog wel, zo mee en dan, was die naf was, maar niet zo gauw gedaan.
_ En we zongen, we zongen [B] een liedje van [E] altijd, van _ _ [E] altijd. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [B] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [C#m] _ _ [E] _ _ _ _
_ _ _ En nou zitten we samen in de bank, _ de uide [B] geld begint.
En de dames [E] koren zet in, en ons moeder zingt een liedje mee.
_ _ En ik hoor [B] die stem, die ook al [C#m] voor me zong.
Die [B] oerbevrouwde stem, als ik niet [E] slapen kon.
Ik [A] durf niet op zij te kijken, ik [E] durf het niet te laten blijken.
Maar ik zing mee, en ik hoester de moment.
_ [B] Grijze moeder, met een grote [E] vent.
_ _ En we zingen, we zingen een liedje van altijd, van _ _ altijd.
_ _ En we zingen, we zingen [D] een liedje van [E] altijd, van _ _ altijd. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [B] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ [C#] _ _ [E] _ _ _
We zitten _ samen in de bank, _ _ ons moeder [B] en ik.
Ze belde of ik mee ging, samen in de bank.
_ [B] Ik was er al [D#m] zo lang niet [C#m] meer geweest.
En niet meer [B] possen, niet meer pinksteren, [F#] zelfs niet een achtmis.
In [A] het buitenland steek ik wel eens [E] een kaarsje aan,
en dat [G#m] doet me wel wat dan.
[D#] Maar [B] nou zit ik [D#] met ons moeder [E] in de bank.
_ En ze zingt, en ze zingt een liedje van altijd, van _
[B] _ altijd. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] _ _ [E] _ _ _ We zongen in [B] de keuken, [E] moesieden, _ _ Sari [B] Marijs.
God groet u zuiver bloemen, er zingt een [E] tweede stem.
Maar ik ging [B] het huis uit, en ik deed [C#m] voorna maar dingen.
_ En dan [B] ga je niet meer mee, o [E] moeder, zingen.
Nee [A] dat deed ik niet als jongen, [E] deuter werd niet meer gezongen.
Maar ik dacht nog wel, zo mee en dan, was die naf was, maar niet zo gauw gedaan.
_ En we zongen, we zongen [B] een liedje van [E] altijd, van _ _ [E] altijd. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [B] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [C#m] _ _ [E] _ _ _ _
_ _ _ En nou zitten we samen in de bank, _ de uide [B] geld begint.
En de dames [E] koren zet in, en ons moeder zingt een liedje mee.
_ _ En ik hoor [B] die stem, die ook al [C#m] voor me zong.
Die [B] oerbevrouwde stem, als ik niet [E] slapen kon.
Ik [A] durf niet op zij te kijken, ik [E] durf het niet te laten blijken.
Maar ik zing mee, en ik hoester de moment.
_ [B] Grijze moeder, met een grote [E] vent.
_ _ En we zingen, we zingen een liedje van altijd, van _ _ altijd.
_ _ En we zingen, we zingen [D] een liedje van [E] altijd, van _ _ altijd. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [B] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _