Chords for Martine Bijl - Limburgs Klaaglied - 1977

_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [C] Ons vader heeft gekozen [G] tot prins carnaval dit jaar.
Dat is gek hoor, [C] achtenoedel, want hij doet opeens zo raar.
_ Hij is [Ab] gewoon een hele [G] andere man, hè.
_ _ Voor mij is het een _ [Am]
carnavalstiram.
_ [C] _ Hij komt [G] geregeld kijken naar zijn prinselijk gewaad.
En dan zet hij weer die muts op en dan vraag je hoe [Fm] het staat.
_ Nou, dan [G] zeg ik maar [Am] het staat [C]
geweldig.
_ [D] Maar het carnaval zit mij niet in het muts.
[N] _ Want [F] mijn moeder komt uit [Ab] Achten [C] en mijn vader uit Maastricht.
[Gm] Ik [C] ben een Fries kruidkoek, [F] maar ik kneek niet uit Limburgsdijk.
[Bb] Dat carnaval, dat [Ab] zit me [C] soms tot [Fm] hier.
Maar ik laat me [G] toch niet kennen, [F] en ik zal er wel aan wennen.
[Bb] Ik blaas af en op, me [C] toeteren [F] van papier.
_ [Fm] Maar ik doe het [C] voor mijn vader [F] zinpels.
_ _ _ [C] Ja, ik ging liever naar die [G] film, van die grote witte haai.
Maar mijn moeder laat me zwoegen, [C] want die bak werd als een [Gb] vlaai.
Ja, daar heb ik ook geen [Cm] enkele [G] steun meer aan.
_ Die zegt, dat kind, jouw vader, is [Am] mijn man.
_ [C] _ Zwaar, nou [G] godverdikke, waarom is ze niet getrouwd met een leuke vent uit Drachten,
of [E] uit Leeuwarden, [Am] of Graal?
[Fm] Oma Stricht [G] is heus [C] fantastisch op zichzelf.
_ _ [F] Maar het was [G] nog [C] leuker zonder Raad van Elk.
[F] Want mijn moeder komt uit [Fm] Drachten, [C] en mijn vader houdt me strijf.
[Gm] Ik ben een Fries kruid, maar [F] ik liep niet uit Limburgsdijk.
[Bb] Dat carnaval, dat [Bm] zit me [C] soms tot hier.
[Ab] _ [Gm] Maar ik laat me [C] toch niet kennen, [F] en ik zal er wel aan wennen.
[Bb] Ik blaas af en op, me [C] toeteren [F] van papier.
_ [Ab] [Gm] Ook al kan ik [C] niet meer lopen [F] van mijn deel.
_ [C] Heb ik een vaste vent, [G] een leuke vent, wel wat bedees.
Maar carnaval, dat maakt van [C] hem een [Eb] wild, [C] verschurend beest.
Hij [Am] is soms [Ebm] terecht die tijd [G] echt niet normaal.
En hij bezigt dan een dikwijls [C] lieterlijke taak.
_ Ik zie hem hele dagen niet, [G] en gaat gewoon op stap.
_ En elke ochtend ligt [E] hij snorkend [A] onderaan de trap.
Ja, die jongen maakt [D] me vreselijk [C] nerveus.
_ _ _ [Dm] Ik ben [G] natuurlijk veel te [C] serieus.
_ _ [F] Want mijn moeder komt uit [Ab] Drachten [C] en mijn vader uit Maastricht.
Ik ben een Fries [F] kruid, maar ik liep niet uit Limburgsdijk.
[Bb] Dat carnaval, dat zit [G] me soms [C] tot [Fm] hier.
_ [F] Maar ik laat me toch [C] niet [D] kennen, [F] en ik zal er wel aan wennen.
[Bb] Ik blaas af en op, me [F] toeteren van papier.
_ [D] [Gm] Maar ik doe het voor [C] mijn vaders [F]
plezier.
_ [C] Ik heb ook nog een vriendin, die [G] bij de majorette zit.
Dat is wat voor jou, zijn vader.
[C] Waarom [Eb] hoor je ook [C] geen lid?
Nou, ik ben er dan [Am] geweest.
[A] Maar [G] één keer.
_ _ Na die keer, toen hoefde ik [Am] niet meer.
_ [C] Ja, ik moest daar zo [A] marcheren, al [G] half in mijn bloempen gat.
Toen durfde ze nog zeggen dat [C] ik de ware geest niet had.
Ik weet het wel, ik ben niet zoals zij.
_ _ [F] Anders, hè?
[Eb] Daarom [C] hoor ik er niet bij.
_ _ _ [F] _ _ _ [Fm] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ [F] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ [Bm] _ [C] _
_ [Fm] _ [Gm] Maar ik laat me [Em] toch niet kennen, [F] en ik zal er wel aan wennen.
[Bb] Ik blaas af en op, me [C] toeteren [F] van papier.
_ [Gm] Want mijn [Em] vaderland is toch [Fm] uiteindelijk hier.
[E] _ _ [Ab] _ _ _ [F] _ _