Gin Pot Zo Scheef Chords by Normaal
Tempo:
122.45 bpm
Chords used:
D
A
G
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] [G]
[D] [A] [D]
Wat ze van [A] Anton ook dachten of zijn, hij was geen [D] sokkel, zijn verstand niet klein.
Toen stonden hem de handen [A] te goed ver aan het lief, zijn grootste gebrek was [D] die zat zonder wief.
Ook van [G] vreugde had Anton geen benoef, [D]
in de buurt van Vrouwenweerlo.
[G] [D]
[A] [D]
Getieden versletten [A] ter houten draad, vader kieken [D] naar vrouwen in de straat.
Toen hij zich [A] eindelijk schrikken in zijn lat, in dag bezig stelf [D] met een brak in de straat.
Een keel van veertig [G] kreeg geen vrouwen meer, [D] je kon wel janken [A] zijn harte [D] duzier.
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[G]
[D] [A] [D]
Het was op een middag [A] met groelijk slecht weer, vluchten en [D] donderen het ging tekeer.
In mijn stonderen benen, [A] been in de gang, kan ik hier schuwen [D] want ik ben zo bang.
Sie was een dekkel [G] wat hij al vergeet, [D] de Anton die niet [A] meer [D] alleen is steeds.
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E]
op [A] voor Anton stond daar al vast.
[D] Kapot Anton, [G] wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
[D] Ik kreeg wel schaamt.
[G] [E]
[A] [D]
[G] [A]
[D] Geen pot zo scheef [G] of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D]
Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[A] Dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[G] [D] [A] [D]
[D] [A] [D]
Wat ze van [A] Anton ook dachten of zijn, hij was geen [D] sokkel, zijn verstand niet klein.
Toen stonden hem de handen [A] te goed ver aan het lief, zijn grootste gebrek was [D] die zat zonder wief.
Ook van [G] vreugde had Anton geen benoef, [D]
in de buurt van Vrouwenweerlo.
[G] [D]
[A] [D]
Getieden versletten [A] ter houten draad, vader kieken [D] naar vrouwen in de straat.
Toen hij zich [A] eindelijk schrikken in zijn lat, in dag bezig stelf [D] met een brak in de straat.
Een keel van veertig [G] kreeg geen vrouwen meer, [D] je kon wel janken [A] zijn harte [D] duzier.
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[G]
[D] [A] [D]
Het was op een middag [A] met groelijk slecht weer, vluchten en [D] donderen het ging tekeer.
In mijn stonderen benen, [A] been in de gang, kan ik hier schuwen [D] want ik ben zo bang.
Sie was een dekkel [G] wat hij al vergeet, [D] de Anton die niet [A] meer [D] alleen is steeds.
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E]
op [A] voor Anton stond daar al vast.
[D] Kapot Anton, [G] wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
[D] Ik kreeg wel schaamt.
[G] [E]
[A] [D]
[G] [A]
[D] Geen pot zo scheef [G] of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D]
Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[A] Dan moet die verliezen.
Ik kreeg [D] wel schaamt.
[G] [D] [A] [D]
Key:
D
A
G
E
D
A
G
E
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ Wat ze van [A] Anton ook dachten of zijn, hij was geen [D] sokkel, zijn verstand niet klein.
Toen stonden hem de handen [A] te goed ver aan het lief, zijn grootste gebrek was [D] die zat zonder wief. _
Ook van [G] vreugde had Anton geen benoef, [D]
in de buurt van Vrouwenweerlo. _ _
_ [G] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ Getieden versletten [A] ter houten draad, _ vader kieken [D] naar vrouwen in de straat.
Toen hij zich [A] eindelijk schrikken in zijn lat, in dag bezig stelf [D] met een brak in de straat.
Een keel van veertig [G] kreeg geen vrouwen meer, [D] je kon wel janken [A] zijn harte [D] duzier. _ _ _ _ _
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] _ Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen. _ _
Ik kreeg [D] wel schaamt.
_ _ [G] _ _ _
_ [D] _ _ _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ Het was op een middag [A] met groelijk slecht weer, _ vluchten en [D] donderen het ging tekeer.
In mijn stonderen benen, [A] been in de gang, kan ik hier schuwen [D] want ik ben zo bang.
Sie was een dekkel [G] wat hij al vergeet, [D] de Anton die niet [A] meer [D] alleen is steeds. _
_ _ _ _ Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] _ _
op [A] voor Anton stond daar al vast.
[D] _ Kapot Anton, [G] wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
_ _ [D] Ik kreeg wel schaamt. _
_ [G] _ _ _ _ [E] _ _ _
_ [A] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [G] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ [D] Geen pot zo scheef [G] of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] _ _
Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die _ verliezen.
_ Ik kreeg [D] wel schaamt. _
[A] Dan moet die _ verliezen. _
Ik kreeg [D] wel schaamt.
_ _ [G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ Wat ze van [A] Anton ook dachten of zijn, hij was geen [D] sokkel, zijn verstand niet klein.
Toen stonden hem de handen [A] te goed ver aan het lief, zijn grootste gebrek was [D] die zat zonder wief. _
Ook van [G] vreugde had Anton geen benoef, [D]
in de buurt van Vrouwenweerlo. _ _
_ [G] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ Getieden versletten [A] ter houten draad, _ vader kieken [D] naar vrouwen in de straat.
Toen hij zich [A] eindelijk schrikken in zijn lat, in dag bezig stelf [D] met een brak in de straat.
Een keel van veertig [G] kreeg geen vrouwen meer, [D] je kon wel janken [A] zijn harte [D] duzier. _ _ _ _ _
Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] _ Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen. _ _
Ik kreeg [D] wel schaamt.
_ _ [G] _ _ _
_ [D] _ _ _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ Het was op een middag [A] met groelijk slecht weer, _ vluchten en [D] donderen het ging tekeer.
In mijn stonderen benen, [A] been in de gang, kan ik hier schuwen [D] want ik ben zo bang.
Sie was een dekkel [G] wat hij al vergeet, [D] de Anton die niet [A] meer [D] alleen is steeds. _
_ _ _ _ Geen pot zo [G] scheef of een dekkel die wel past, [E] _ _
op [A] voor Anton stond daar al vast.
[D] _ Kapot Anton, [G] wacht op ooghans, [A] dan moet die verliezen.
_ _ [D] Ik kreeg wel schaamt. _
_ [G] _ _ _ _ [E] _ _ _
_ [A] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [G] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ [D] Geen pot zo scheef [G] of een dekkel die wel past, [E] op voor [A] Anton stond daar al vast.
[D] _ _
Kapot [G] Anton, wacht op ooghans, [A] dan moet die _ verliezen.
_ Ik kreeg [D] wel schaamt. _
[A] Dan moet die _ verliezen. _
Ik kreeg [D] wel schaamt.
_ _ [G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _