Chords for normaal - de boer dat is de keerl
Tempo:
85 bpm
Chords used:
C
G
F
D
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[G]
[C]
[F] [G]
[C] [F] [C] U werkt door zomer en [F] winter,
U zoogt door het [C] hele jaar,
Maar de bankschuld werkt het [G] hardste
En drukt om alles voor.
[C] U werkt ook op zondag,
[F] U werkt [D] altijd deur,
[G]
U dicht vaak bij zichzelf [C] voordoekt deur.
[A]
[C] Meestal in Zagsmergen,
[F] Giet in [C] Nodenmarkt,
Want de boer die moet ook [Em] handelen is een [G] werk.
[C] Wij kunnen het niet bekijken,
[F] Maar het is [D] eerlijk hoor,
[G] Het boerenwerk dat is [C] omhandig zwaar.
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel in [G] het kantoor.
[C] Met machines en met de hand,
[F] Bewerkt de [D] boer zijn land,
[G] Maar alleen de fabrikanten [C] vangen pond.
[F] [C]
[G]
[C] [F] [D]
[G] [C]
[F] [C]
[G]
[Am] [C] [F] [D]
[G] [C]
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
Gevallen [Em] op krediet, geld [G] hebben niet.
[C] Met die hoge rente staan,
[F] Levert hebben [D] u te houden,
[G] Maar op de vink van belasting [C] kreeg je niet.
De bank hijst alles op,
[F] En de handel [C] die leed strop,
Maar de boer daar is de keel die [G] het maar doet.
[C] Het zal iedereen deugdig raken,
[F] Als de [D] boer ging staken,
[G] Want de boer daar is de keel die [C] het maar doet.
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel die het [G] maar doet.
Die heeft [C] geen bossen meer aan het gaat,
Die [F] zit overal op [D] te laat,
[G] De belasting schraapt het laatste beetje [C] goed.
[A]
[D] De belasting [G] schraapt het laatste [C] beetje goed.
[G]
[C]
[F] [G]
[C] [F] [C] U werkt door zomer en [F] winter,
U zoogt door het [C] hele jaar,
Maar de bankschuld werkt het [G] hardste
En drukt om alles voor.
[C] U werkt ook op zondag,
[F] U werkt [D] altijd deur,
[G]
U dicht vaak bij zichzelf [C] voordoekt deur.
[A]
[C] Meestal in Zagsmergen,
[F] Giet in [C] Nodenmarkt,
Want de boer die moet ook [Em] handelen is een [G] werk.
[C] Wij kunnen het niet bekijken,
[F] Maar het is [D] eerlijk hoor,
[G] Het boerenwerk dat is [C] omhandig zwaar.
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel in [G] het kantoor.
[C] Met machines en met de hand,
[F] Bewerkt de [D] boer zijn land,
[G] Maar alleen de fabrikanten [C] vangen pond.
[F] [C]
[G]
[C] [F] [D]
[G] [C]
[F] [C]
[G]
[Am] [C] [F] [D]
[G] [C]
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
Gevallen [Em] op krediet, geld [G] hebben niet.
[C] Met die hoge rente staan,
[F] Levert hebben [D] u te houden,
[G] Maar op de vink van belasting [C] kreeg je niet.
De bank hijst alles op,
[F] En de handel [C] die leed strop,
Maar de boer daar is de keel die [G] het maar doet.
[C] Het zal iedereen deugdig raken,
[F] Als de [D] boer ging staken,
[G] Want de boer daar is de keel die [C] het maar doet.
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel die het [G] maar doet.
Die heeft [C] geen bossen meer aan het gaat,
Die [F] zit overal op [D] te laat,
[G] De belasting schraapt het laatste beetje [C] goed.
[A]
[D] De belasting [G] schraapt het laatste [C] beetje goed.
Key:
C
G
F
D
A
C
G
F
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ [G] _ _ _ _
_ [C] _ [F] _ [C] _ U werkt door zomer en [F] winter,
U zoogt door het [C] hele jaar,
Maar de bankschuld werkt het [G] hardste
En drukt om alles voor.
[C] U werkt ook op zondag,
[F] U werkt [D] altijd deur,
[G]
U dicht vaak bij zichzelf [C] voordoekt deur.
_ [A] _
[C] Meestal in Zagsmergen,
[F] Giet in [C] Nodenmarkt,
Want de boer die moet ook [Em] handelen is een [G] werk. _ _
[C] Wij kunnen het niet bekijken,
[F] Maar het is [D] eerlijk hoor,
[G] Het boerenwerk dat is [C] omhandig zwaar. _
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel in [G] het kantoor. _
[C] Met machines en met de hand,
[F] Bewerkt de [D] boer zijn land,
[G] Maar alleen de fabrikanten [C] vangen pond. _
_ _ _ _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [F] _ _ [D] _
_ [G] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Am] _ [C] _ _ _ [F] _ _ [D] _
_ [G] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
Gevallen [Em] op krediet, geld [G] hebben niet. _
[C] Met die hoge rente staan,
[F] Levert hebben [D] u te houden,
[G] Maar op de vink van belasting [C] kreeg je niet. _
De bank hijst alles op,
[F] En de handel [C] die leed strop,
Maar de boer daar is de keel die [G] het maar doet. _
[C] Het zal iedereen deugdig raken,
[F] Als de [D] boer ging staken,
[G] Want de boer daar is de keel die [C] het maar doet. _
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel die het [G] maar doet.
Die heeft [C] geen bossen meer aan het gaat,
Die [F] zit overal op [D] te laat,
[G] De belasting schraapt het laatste beetje [C] goed.
_ [A]
[D] De belasting [G] schraapt het laatste [C] beetje goed. _ _
_ _ _ _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ [G] _ _ _ _
_ [C] _ [F] _ [C] _ U werkt door zomer en [F] winter,
U zoogt door het [C] hele jaar,
Maar de bankschuld werkt het [G] hardste
En drukt om alles voor.
[C] U werkt ook op zondag,
[F] U werkt [D] altijd deur,
[G]
U dicht vaak bij zichzelf [C] voordoekt deur.
_ [A] _
[C] Meestal in Zagsmergen,
[F] Giet in [C] Nodenmarkt,
Want de boer die moet ook [Em] handelen is een [G] werk. _ _
[C] Wij kunnen het niet bekijken,
[F] Maar het is [D] eerlijk hoor,
[G] Het boerenwerk dat is [C] omhandig zwaar. _
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel in [G] het kantoor. _
[C] Met machines en met de hand,
[F] Bewerkt de [D] boer zijn land,
[G] Maar alleen de fabrikanten [C] vangen pond. _
_ _ _ _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [F] _ _ [D] _
_ [G] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Am] _ [C] _ _ _ [F] _ _ [D] _
_ [G] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
Gevallen [Em] op krediet, geld [G] hebben niet. _
[C] Met die hoge rente staan,
[F] Levert hebben [D] u te houden,
[G] Maar op de vink van belasting [C] kreeg je niet. _
De bank hijst alles op,
[F] En de handel [C] die leed strop,
Maar de boer daar is de keel die [G] het maar doet. _
[C] Het zal iedereen deugdig raken,
[F] Als de [D] boer ging staken,
[G] Want de boer daar is de keel die [C] het maar doet. _
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel,
De boer daar is de keel die het [G] maar doet.
Die heeft [C] geen bossen meer aan het gaat,
Die [F] zit overal op [D] te laat,
[G] De belasting schraapt het laatste beetje [C] goed.
_ [A]
[D] De belasting [G] schraapt het laatste [C] beetje goed. _ _