Chords for piratenhits - De Pioniers - Celblok nr 10
Tempo:
101.15 bpm
Chords used:
Dm
D
Ebm
Em
F
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Dm]
Het gebeurde in [F] het westen [C] in [Dm]
1804, vijf jongens [F] overvielen [C] overdag naar [Dm] een bankier.
[F] Er volgde een gevecht, er klonk een schot uit [C] een geweer.
[Gm] De jongens vluchten met het geld [A] en de bankier [D] viel [Dm] neer.
Ze rijden in [F] paniek [C] door de straten [Dm] van de stad.
Tot de scherrepacht [F] er volgde [C] die een gast te [Dm] pakken had.
[F] Ze reden door als gekken, maar niet meer [C] op de land.
[Gm] Want ze werden vastgenomen en [A] vervoerd daar het [Dm] gevang.
[F] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [C] meer vrij.
[A] Werden ze gehangen, wat had men [Dm] medelij.
[F] Ze zouden de wereld van buiten nooit [C] meer zien.
Was [Gm] het los van de vijf jongens [A] in celblok [Dm] nummer tien.
[Ebm]
Na weken zitten [Gb] wachten [Db] kwam eindelijk [Ebm] het proces.
Een advocaat vond voor [Gb] de jongens, maar helaas zonder [Ebm] succes.
[Gb] Het oordeel dat werd hangen en ze namen een [Db] besluit.
[Abm] Ze wisten nog niet hoe, maar [Bb] ze moesten hier [Ebm] gauw uit.
[Gb] Ze werken met z'n [Db] vijfen nachten [Ebm] aan het land.
Ze hadden nog [Gb] twee weken [Db] en ze zeiden ja [Ebm] het kan.
[Gb] Ze groeven toen en toen al heel voorzichtig dag [Db] en nacht.
[Abm] Altijd vier man aan het werk [Bb] en eentje stond [Ebm] op wacht.
Maar [Gb] ze zaten nog bevangen en ze waren nog [Bbm] niet vrij.
[Bb] Men wilde ze gaan hangen, men had geen [Ebm] medelij.
[Gb] Zouden zij de wereld van buiten nog [Db] ooit zien.
[Abm] Was het los van de vijf jongens [G] in [Ebm] celblok nummer tien.
[Em] Toen kwam de [G] laatste avond, [D] het eindpunt was [Em] in zicht.
Ze konden zo naar [D] buiten, maar het was nog iets [Em] te licht.
[G] Ze waren net op tijd met hun geploeter en [D]
gezwoeg.
Want [Am] de dag dat ze gehangen [Abm] werden was al [Em] morgen vroeg.
Nog een paar [G] minuten wachten en [D] dan waren ze [Em] weer vrij.
Maar opeens hoorden [G] ze voetstappen, [D] ze kwamen [Em] dichterbij.
[G] De deur die werd geopend en daar stond de [D] directeur.
Hij [Am] zei jongens het is niet morgen, [B] maar vandaag al [Em] jullie beu.
[G] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [D] meer vrij.
[B] Ze werden opgehangen, men had geen [Em] medelij.
[G] Ze zouden de wereld van buiten nooit [D] meer zien.
Was [Am] het los van de vijf jongens [B] in celblok [Em] nummer tien.
[N]
Het gebeurde in [F] het westen [C] in [Dm]
1804, vijf jongens [F] overvielen [C] overdag naar [Dm] een bankier.
[F] Er volgde een gevecht, er klonk een schot uit [C] een geweer.
[Gm] De jongens vluchten met het geld [A] en de bankier [D] viel [Dm] neer.
Ze rijden in [F] paniek [C] door de straten [Dm] van de stad.
Tot de scherrepacht [F] er volgde [C] die een gast te [Dm] pakken had.
[F] Ze reden door als gekken, maar niet meer [C] op de land.
[Gm] Want ze werden vastgenomen en [A] vervoerd daar het [Dm] gevang.
[F] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [C] meer vrij.
[A] Werden ze gehangen, wat had men [Dm] medelij.
[F] Ze zouden de wereld van buiten nooit [C] meer zien.
Was [Gm] het los van de vijf jongens [A] in celblok [Dm] nummer tien.
[Ebm]
Na weken zitten [Gb] wachten [Db] kwam eindelijk [Ebm] het proces.
Een advocaat vond voor [Gb] de jongens, maar helaas zonder [Ebm] succes.
[Gb] Het oordeel dat werd hangen en ze namen een [Db] besluit.
[Abm] Ze wisten nog niet hoe, maar [Bb] ze moesten hier [Ebm] gauw uit.
[Gb] Ze werken met z'n [Db] vijfen nachten [Ebm] aan het land.
Ze hadden nog [Gb] twee weken [Db] en ze zeiden ja [Ebm] het kan.
[Gb] Ze groeven toen en toen al heel voorzichtig dag [Db] en nacht.
[Abm] Altijd vier man aan het werk [Bb] en eentje stond [Ebm] op wacht.
Maar [Gb] ze zaten nog bevangen en ze waren nog [Bbm] niet vrij.
[Bb] Men wilde ze gaan hangen, men had geen [Ebm] medelij.
[Gb] Zouden zij de wereld van buiten nog [Db] ooit zien.
[Abm] Was het los van de vijf jongens [G] in [Ebm] celblok nummer tien.
[Em] Toen kwam de [G] laatste avond, [D] het eindpunt was [Em] in zicht.
Ze konden zo naar [D] buiten, maar het was nog iets [Em] te licht.
[G] Ze waren net op tijd met hun geploeter en [D]
gezwoeg.
Want [Am] de dag dat ze gehangen [Abm] werden was al [Em] morgen vroeg.
Nog een paar [G] minuten wachten en [D] dan waren ze [Em] weer vrij.
Maar opeens hoorden [G] ze voetstappen, [D] ze kwamen [Em] dichterbij.
[G] De deur die werd geopend en daar stond de [D] directeur.
Hij [Am] zei jongens het is niet morgen, [B] maar vandaag al [Em] jullie beu.
[G] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [D] meer vrij.
[B] Ze werden opgehangen, men had geen [Em] medelij.
[G] Ze zouden de wereld van buiten nooit [D] meer zien.
Was [Am] het los van de vijf jongens [B] in celblok [Em] nummer tien.
[N]
Key:
Dm
D
Ebm
Em
F
Dm
D
Ebm
[Dm] _ _ _ _ _ _ _
Het gebeurde in [F] het westen [C] in _ [Dm] _
1804, vijf jongens [F] overvielen [C] overdag naar [Dm] een bankier.
[F] Er volgde een gevecht, er klonk een schot uit [C] een geweer.
[Gm] De jongens vluchten met het geld [A] en de bankier [D] viel [Dm] neer. _
_ _ _ Ze rijden in [F] paniek [C] door de straten [Dm] van de stad.
_ Tot de scherrepacht [F] er volgde [C] die een gast te [Dm] pakken had. _
[F] Ze reden door als gekken, maar niet meer [C] op de land.
[Gm] Want ze werden vastgenomen en [A] vervoerd daar het [Dm] gevang.
_ [F] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [C] meer vrij.
[A] Werden ze gehangen, wat had men [Dm] medelij.
[F] Ze zouden de wereld van buiten nooit [C] meer zien.
Was [Gm] het los van de vijf jongens [A] in celblok [Dm] nummer tien.
_ _ [Ebm] _ _
_ Na weken zitten [Gb] wachten [Db] kwam eindelijk [Ebm] het proces.
Een advocaat vond voor [Gb] de jongens, maar helaas zonder [Ebm] _ succes.
[Gb] Het oordeel dat werd hangen en ze namen een [Db] _ besluit.
[Abm] Ze wisten nog niet hoe, maar [Bb] ze moesten hier [Ebm] gauw uit.
_ _ _ _ [Gb] Ze werken met z'n [Db] vijfen nachten [Ebm] aan het land. _
Ze hadden nog [Gb] twee weken [Db] en ze zeiden ja [Ebm] het kan.
[Gb] Ze groeven toen en toen al heel voorzichtig dag [Db] en nacht.
[Abm] Altijd vier man aan het werk [Bb] en eentje stond [Ebm] op wacht.
Maar [Gb] ze zaten nog bevangen en ze waren nog [Bbm] niet vrij.
[Bb] Men wilde ze gaan hangen, men had geen [Ebm] medelij.
[Gb] Zouden zij de wereld van buiten nog [Db] ooit zien.
[Abm] Was het los van de vijf jongens [G] in [Ebm] celblok nummer tien. _ _
[Em] _ _ _ Toen kwam de [G] laatste avond, [D] het eindpunt was [Em] in zicht.
_ Ze konden zo naar [D] buiten, maar het was nog iets [Em] te licht.
[G] Ze waren net op tijd met hun geploeter en [D] _
gezwoeg.
Want [Am] de dag dat ze gehangen [Abm] werden was al [Em] morgen _ vroeg.
_ _ Nog een paar [G] minuten wachten en [D] dan waren ze [Em] weer vrij.
Maar opeens hoorden [G] ze voetstappen, [D] ze kwamen [Em] _ dichterbij.
[G] De deur die werd geopend en daar stond de [D] directeur.
Hij [Am] zei jongens het is niet morgen, [B] maar vandaag al [Em] jullie beu. _
[G] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [D] meer vrij.
[B] Ze werden opgehangen, men had geen [Em] medelij. _
[G] Ze zouden de wereld van buiten nooit [D] meer zien.
Was [Am] het los van de vijf jongens [B] in celblok [Em] nummer tien. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
Het gebeurde in [F] het westen [C] in _ [Dm] _
1804, vijf jongens [F] overvielen [C] overdag naar [Dm] een bankier.
[F] Er volgde een gevecht, er klonk een schot uit [C] een geweer.
[Gm] De jongens vluchten met het geld [A] en de bankier [D] viel [Dm] neer. _
_ _ _ Ze rijden in [F] paniek [C] door de straten [Dm] van de stad.
_ Tot de scherrepacht [F] er volgde [C] die een gast te [Dm] pakken had. _
[F] Ze reden door als gekken, maar niet meer [C] op de land.
[Gm] Want ze werden vastgenomen en [A] vervoerd daar het [Dm] gevang.
_ [F] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [C] meer vrij.
[A] Werden ze gehangen, wat had men [Dm] medelij.
[F] Ze zouden de wereld van buiten nooit [C] meer zien.
Was [Gm] het los van de vijf jongens [A] in celblok [Dm] nummer tien.
_ _ [Ebm] _ _
_ Na weken zitten [Gb] wachten [Db] kwam eindelijk [Ebm] het proces.
Een advocaat vond voor [Gb] de jongens, maar helaas zonder [Ebm] _ succes.
[Gb] Het oordeel dat werd hangen en ze namen een [Db] _ besluit.
[Abm] Ze wisten nog niet hoe, maar [Bb] ze moesten hier [Ebm] gauw uit.
_ _ _ _ [Gb] Ze werken met z'n [Db] vijfen nachten [Ebm] aan het land. _
Ze hadden nog [Gb] twee weken [Db] en ze zeiden ja [Ebm] het kan.
[Gb] Ze groeven toen en toen al heel voorzichtig dag [Db] en nacht.
[Abm] Altijd vier man aan het werk [Bb] en eentje stond [Ebm] op wacht.
Maar [Gb] ze zaten nog bevangen en ze waren nog [Bbm] niet vrij.
[Bb] Men wilde ze gaan hangen, men had geen [Ebm] medelij.
[Gb] Zouden zij de wereld van buiten nog [Db] ooit zien.
[Abm] Was het los van de vijf jongens [G] in [Ebm] celblok nummer tien. _ _
[Em] _ _ _ Toen kwam de [G] laatste avond, [D] het eindpunt was [Em] in zicht.
_ Ze konden zo naar [D] buiten, maar het was nog iets [Em] te licht.
[G] Ze waren net op tijd met hun geploeter en [D] _
gezwoeg.
Want [Am] de dag dat ze gehangen [Abm] werden was al [Em] morgen _ vroeg.
_ _ Nog een paar [G] minuten wachten en [D] dan waren ze [Em] weer vrij.
Maar opeens hoorden [G] ze voetstappen, [D] ze kwamen [Em] _ dichterbij.
[G] De deur die werd geopend en daar stond de [D] directeur.
Hij [Am] zei jongens het is niet morgen, [B] maar vandaag al [Em] jullie beu. _
[G] Ze zaten daar bevangen, ze kwamen nooit [D] meer vrij.
[B] Ze werden opgehangen, men had geen [Em] medelij. _
[G] Ze zouden de wereld van buiten nooit [D] meer zien.
Was [Am] het los van de vijf jongens [B] in celblok [Em] nummer tien. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _