Chords for Preuteleute - Tis een Oere
Tempo:
59.7 bpm
Chords used:
Am
C
F
G
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Am] [C]
Kort zestien jaar en ging voor, kwam liks leed van de kluts van de boor,
[F] ken vischen, moeten [G] loten, [C] zo de zee.
[Am]
Me vader drooid hem om in z'n graf, [Am] moeder schudde [F] hun kop en haar gat,
[G] ze zeiden ze mij jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het is [Am] een oer, het [F] is een oer, het [C] is een oer.
[G]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] Kort zeventien jaar hij zo'n schoonbloem daard, in de seks kwam het vister op klaard,
[F] niet dat hij het [G] er eigenlijk in [C] zak had.
Maar de dag kwam dat ze me liet staan [Am] en ik al blijken [F] op me ma'sie gehaan,
[G] ze z'n nest op [E] me janken, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [C] een [G] oer.
[C] [Am] [C] [Am]
[C] Kort twintig jaar [Am] en ik stond aan de dok, [C] de wereld [Am] af van mijn job, [F] de rieke leven [G] nog altijd [C] van door me.
De wereld voor kwamen zetten erbij, [Am] niet aan de doel [F] zijn me maat en mijn,
[G] de wereld jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Het [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[F] [G] [C]
[Am] [F]
[G] [E] [Am]
[F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Ik [Am] [C] [Am]
[C] ben 30 jaar en mijn man ligt dood.
Hij nu bedden van de zuurte vergaan.
[F] Uit smoren is [G] er keelig [C] en verkankerd.
De dokter kwam binnen en hij zei hoe dat stoeg.
[Am] Nog een week misschien, [F] stwijfelde poeg.
[G] Zijn dokter lood [E] moe zitten, het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [C] was een oer.
[Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
Kort zestien jaar en ging voor, kwam liks leed van de kluts van de boor,
[F] ken vischen, moeten [G] loten, [C] zo de zee.
[Am]
Me vader drooid hem om in z'n graf, [Am] moeder schudde [F] hun kop en haar gat,
[G] ze zeiden ze mij jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het is [Am] een oer, het [F] is een oer, het [C] is een oer.
[G]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] Kort zeventien jaar hij zo'n schoonbloem daard, in de seks kwam het vister op klaard,
[F] niet dat hij het [G] er eigenlijk in [C] zak had.
Maar de dag kwam dat ze me liet staan [Am] en ik al blijken [F] op me ma'sie gehaan,
[G] ze z'n nest op [E] me janken, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [C] een [G] oer.
[C] [Am] [C] [Am]
[C] Kort twintig jaar [Am] en ik stond aan de dok, [C] de wereld [Am] af van mijn job, [F] de rieke leven [G] nog altijd [C] van door me.
De wereld voor kwamen zetten erbij, [Am] niet aan de doel [F] zijn me maat en mijn,
[G] de wereld jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Het [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[F] [G] [C]
[Am] [F]
[G] [E] [Am]
[F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Ik [Am] [C] [Am]
[C] ben 30 jaar en mijn man ligt dood.
Hij nu bedden van de zuurte vergaan.
[F] Uit smoren is [G] er keelig [C] en verkankerd.
De dokter kwam binnen en hij zei hoe dat stoeg.
[Am] Nog een week misschien, [F] stwijfelde poeg.
[G] Zijn dokter lood [E] moe zitten, het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [C] was een oer.
[Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
[C] [Am] [C] [Am]
Key:
Am
C
F
G
E
Am
C
F
_ _ [Am] _ _ [C] _ _ _
Kort zestien jaar en ging voor, kwam liks leed van de kluts van de boor,
[F] ken vischen, moeten [G] loten, [C] zo de zee.
_ [Am] _
Me vader drooid hem om in z'n graf, [Am] moeder schudde [F] hun kop en haar gat,
[G] ze zeiden ze mij jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, _ het [F] is een oer, het is [Am] een oer, _ het [F] is een oer, het [C] is een oer.
[G] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] Kort zeventien jaar hij zo'n schoonbloem daard, in de seks kwam het vister op klaard,
[F] niet dat hij het [G] er eigenlijk in [C] zak had. _
Maar de dag kwam dat ze me liet staan [Am] en ik al blijken [F] op me ma'sie gehaan,
[G] ze z'n nest op [E] me janken, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [C] een [G] oer. _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] Kort twintig jaar [Am] en ik stond aan de dok, [C] de wereld [Am] af van mijn job, [F] de rieke leven [G] nog altijd [C] van door me. _
De wereld voor kwamen zetten erbij, [Am] niet aan de doel [F] zijn me maat en mijn,
[G] de wereld jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer. _
[C] Het [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[F] _ _ [G] _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [Am] _ _ [F] _ _
[G] _ _ [E] _ _ [Am] _ _ _
[F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Ik _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] ben 30 jaar en mijn man ligt dood.
Hij nu bedden van de zuurte vergaan.
[F] Uit smoren is [G] er keelig [C] en verkankerd. _
De dokter kwam binnen en hij zei hoe dat stoeg.
[Am] Nog een week misschien, [F] stwijfelde poeg.
[G] Zijn dokter lood [E] moe zitten, het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [C] was een oer. _ _
_ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
Kort zestien jaar en ging voor, kwam liks leed van de kluts van de boor,
[F] ken vischen, moeten [G] loten, [C] zo de zee.
_ [Am] _
Me vader drooid hem om in z'n graf, [Am] moeder schudde [F] hun kop en haar gat,
[G] ze zeiden ze mij jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, _ het [F] is een oer, het is [Am] een oer, _ het [F] is een oer, het [C] is een oer.
[G] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] Kort zeventien jaar hij zo'n schoonbloem daard, in de seks kwam het vister op klaard,
[F] niet dat hij het [G] er eigenlijk in [C] zak had. _
Maar de dag kwam dat ze me liet staan [Am] en ik al blijken [F] op me ma'sie gehaan,
[G] ze z'n nest op [E] me janken, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [Am] een oer, het was [F] een oer, het was [C] een [G] oer. _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] Kort twintig jaar [Am] en ik stond aan de dok, [C] de wereld [Am] af van mijn job, [F] de rieke leven [G] nog altijd [C] van door me. _
De wereld voor kwamen zetten erbij, [Am] niet aan de doel [F] zijn me maat en mijn,
[G] de wereld jong [E] dat is gewoon [Am] een oer, het [F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer. _
[C] Het [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[F] _ _ [G] _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [Am] _ _ [F] _ _
[G] _ _ [E] _ _ [Am] _ _ _
[F] is een oer, het [Am] is een oer, het [F] is een oer, het [C] is een [G] oer.
[C] Ik _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _
[C] ben 30 jaar en mijn man ligt dood.
Hij nu bedden van de zuurte vergaan.
[F] Uit smoren is [G] er keelig [C] en verkankerd. _
De dokter kwam binnen en hij zei hoe dat stoeg.
[Am] Nog een week misschien, [F] stwijfelde poeg.
[G] Zijn dokter lood [E] moe zitten, het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [Am] was een oer.
Het [F] was een oer.
Het [C] was een oer. _ _
_ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _
[C] _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [Am] _ _