V.O.F de Kunst, Wat staat er in het grote boek Chords
Tempo:
112.75 bpm
Chords used:
D
G
A
C
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[D]
Dezember gaat komen, [Em] de dagen [A] zijn kort, [D] de Sint is alweer in [G] het land.
[A]
[D] Ik hoop dat het [Em] avondje heerlijk [A] wordt, [D] een mand met [G] cadeautjes [E] gevuld op [A] de rand.
Ik hou van de Sint [Gbm] en de Piet en het paard, [A] ik heb [Em] al een [D] heleboel wortels bewaard.
[G] Maar er is [C] een vraag, waar ik antwoorden op zoek.
[Bb] [Cm] [D] Wat staat er [G] in het [C] [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Dat weet [D] geen kind [Bm]
helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Wat staat [D] er in het grote [G] boek?
[A]
[D] Als in Appelsdoek is, [Em] dan ligt het [A] op schoud.
[D] Hij bladert erin met [G] een frons.
[A]
[D] Er staat een goudkruis op, [Em] het is mooi [A]
donkerrood.
[D] Het gaat helemaal [E] [A] over ons.
Zou alles erin [Gbm] staan, dus ook van die keer, [E] dat ik belletje trok [D] bij die oude meneer.
[G] Een drift [Am] bijen, het geplas in mijn [Bb] broek.
[Cm] [D] Staat dat allemaal [G] in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
[C] Dat [D] weet geen kind helaas.
[G] Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Wat staat er [D] in het grote boek?
[A] [D] Zelfs kind die is nachts [Em] met zijn krechten [A] op stap.
[D] En ik pikte het boek [G] even mee.
[D] Gewoon vijf [Em] minuutjes alleen voor de grap.
[D] Wat is dat een [E] spannend [A] idee.
Ik streep er heel vlug aan mijn kattenpaard weg.
En schreef bij mijn naam [D] wat een engeltje zegt.
[G] Dit kind [Am] verdient extra cadeautjes en [Bb] koek.
[Cm] [D] Wat [G] zou dat mooi zijn in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
[C] Dat weet [D] geen kind
[D] [G] helaas.
Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] [D] Dat weet geen kind helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
[G]
[D]
Dezember gaat komen, [Em] de dagen [A] zijn kort, [D] de Sint is alweer in [G] het land.
[A]
[D] Ik hoop dat het [Em] avondje heerlijk [A] wordt, [D] een mand met [G] cadeautjes [E] gevuld op [A] de rand.
Ik hou van de Sint [Gbm] en de Piet en het paard, [A] ik heb [Em] al een [D] heleboel wortels bewaard.
[G] Maar er is [C] een vraag, waar ik antwoorden op zoek.
[Bb] [Cm] [D] Wat staat er [G] in het [C] [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Dat weet [D] geen kind [Bm]
helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Wat staat [D] er in het grote [G] boek?
[A]
[D] Als in Appelsdoek is, [Em] dan ligt het [A] op schoud.
[D] Hij bladert erin met [G] een frons.
[A]
[D] Er staat een goudkruis op, [Em] het is mooi [A]
donkerrood.
[D] Het gaat helemaal [E] [A] over ons.
Zou alles erin [Gbm] staan, dus ook van die keer, [E] dat ik belletje trok [D] bij die oude meneer.
[G] Een drift [Am] bijen, het geplas in mijn [Bb] broek.
[Cm] [D] Staat dat allemaal [G] in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
[C] Dat [D] weet geen kind helaas.
[G] Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] Wat staat er [D] in het grote boek?
[A] [D] Zelfs kind die is nachts [Em] met zijn krechten [A] op stap.
[D] En ik pikte het boek [G] even mee.
[D] Gewoon vijf [Em] minuutjes alleen voor de grap.
[D] Wat is dat een [E] spannend [A] idee.
Ik streep er heel vlug aan mijn kattenpaard weg.
En schreef bij mijn naam [D] wat een engeltje zegt.
[G] Dit kind [Am] verdient extra cadeautjes en [Bb] koek.
[Cm] [D] Wat [G] zou dat mooi zijn in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
[C] Dat weet [D] geen kind
[D] [G] helaas.
Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin.
[C] [D] Dat weet geen kind helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
[G]
Key:
D
G
A
C
Em
D
G
A
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ Dezember gaat komen, [Em] de dagen [A] zijn kort, [D] de Sint is alweer in [G] het land.
[A] _
[D] Ik hoop dat het [Em] avondje heerlijk [A] wordt, [D] een mand met [G] cadeautjes [E] gevuld op [A] de rand.
Ik hou van de Sint [Gbm] en de Piet en het paard, [A] ik heb [Em] al een [D] heleboel wortels bewaard.
[G] Maar er is [C] een vraag, waar ik antwoorden op zoek.
[Bb] _ _ [Cm] _ _ [D] Wat staat er [G] in het _ _ [C] _ [G] grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] _ Dat weet [D] geen kind [Bm]
helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
[C] _ Wat staat [D] er in het grote [G] boek?
[A] _
[D] Als in _ Appelsdoek is, [Em] dan ligt het [A] op schoud.
[D] Hij bladert erin met [G] een frons.
[A] _
[D] Er staat een goudkruis op, [Em] het is mooi [A]
donkerrood.
[D] Het gaat helemaal [E] [A] over ons.
Zou alles erin [Gbm] staan, dus ook van die keer, [E] dat ik belletje trok [D] bij die oude meneer.
[G] Een drift [Am] bijen, het geplas in mijn _ [Bb] broek.
[Cm] _ _ [D] Staat dat allemaal [G] in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
_ [C] _ _ Dat [D] weet geen kind helaas.
[G] Wat staat er in het grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas [D] sta ik erin. _
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] Wat staat er [D] in het grote boek?
[A] _ [D] Zelfs kind die is nachts [Em] met zijn krechten [A] op stap.
[D] En ik pikte het boek [G] even mee.
_ [D] Gewoon vijf [Em] minuutjes alleen voor de grap.
[D] Wat is dat een [E] spannend [A] idee. _
Ik streep er heel vlug aan mijn kattenpaard weg.
En schreef bij mijn naam [D] wat een engeltje zegt.
[G] Dit kind [Am] verdient extra cadeautjes en [Bb] koek.
_ [Cm] _ _ [D] Wat [G] zou dat mooi zijn in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
_ [C] _ Dat weet [D] geen kind _
[D] [G] helaas.
Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] _ _ _ [D] Dat weet geen kind helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin. _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ Dezember gaat komen, [Em] de dagen [A] zijn kort, [D] de Sint is alweer in [G] het land.
[A] _
[D] Ik hoop dat het [Em] avondje heerlijk [A] wordt, [D] een mand met [G] cadeautjes [E] gevuld op [A] de rand.
Ik hou van de Sint [Gbm] en de Piet en het paard, [A] ik heb [Em] al een [D] heleboel wortels bewaard.
[G] Maar er is [C] een vraag, waar ik antwoorden op zoek.
[Bb] _ _ [Cm] _ _ [D] Wat staat er [G] in het _ _ [C] _ [G] grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] _ Dat weet [D] geen kind [Bm]
helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
[C] _ Wat staat [D] er in het grote [G] boek?
[A] _
[D] Als in _ Appelsdoek is, [Em] dan ligt het [A] op schoud.
[D] Hij bladert erin met [G] een frons.
[A] _
[D] Er staat een goudkruis op, [Em] het is mooi [A]
donkerrood.
[D] Het gaat helemaal [E] [A] over ons.
Zou alles erin [Gbm] staan, dus ook van die keer, [E] dat ik belletje trok [D] bij die oude meneer.
[G] Een drift [Am] bijen, het geplas in mijn _ [Bb] broek.
[Cm] _ _ [D] Staat dat allemaal [G] in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas [D] sta ik erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
_ [C] _ _ Dat [D] weet geen kind helaas.
[G] Wat staat er in het grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas [D] sta ik erin. _
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] Wat staat er [D] in het grote boek?
[A] _ [D] Zelfs kind die is nachts [Em] met zijn krechten [A] op stap.
[D] En ik pikte het boek [G] even mee.
_ [D] Gewoon vijf [Em] minuutjes alleen voor de grap.
[D] Wat is dat een [E] spannend [A] idee. _
Ik streep er heel vlug aan mijn kattenpaard weg.
En schreef bij mijn naam [D] wat een engeltje zegt.
[G] Dit kind [Am] verdient extra cadeautjes en [Bb] koek.
_ [Cm] _ _ [D] Wat [G] zou dat mooi zijn in het boek?
Wat staat er in het grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin.
Aan het begin al sta ik [G] ergens achterin.
_ [C] _ Dat weet [D] geen kind _
[D] [G] helaas.
Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van _ Sinterklaas sta [D] ik erin.
Aan het begin al sta ik ergens [G] achterin. _
_ [C] _ _ _ [D] Dat weet geen kind helaas.
[G] Wat [C] staat er in het [G] grote boek?
Het boek van Sinterklaas sta ik [D] erin. _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _