Het Water Is Veel Te Diep Chords by Willy Sommers
Tempo:
104.85 bpm
Chords used:
G
D
C
Em
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[C] [G]
Zij kijkt door een [D] roze bril naar dingen die [Em] ze wil, maar wat ze [C] krijgt, dat heeft ze al.
[G]
Ik krijg niets, ik pleur de [D] dag, ik zit hier [Em] en ik wacht op iets dat nog [C] nooit komen zal.
Net als [G] die koningskinderen [Em] hebben we mekaar [D] zo lief, maar het water [G] is eeuw te dier.
Zijn mensen [Bm] in [D] nood, men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, het water is [G] veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [D] mijn wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Cm] [G]
Zij, zij haalt wat [D] niemand haalt, vindt winnen zo [Em] banaal, ze is zo knap [C] in wat ze doet.
[D] [G] Probeer het [D] worden slot, ik val en sta [Em] weer op, maar weet niet meer [C] hoe het verder moet.
Net als die [G] koningskinderen [Em] hebben we mekaar zo [D] lief, maar het water [G] is veel te dier.
Zijn mensen [Bm] in [G] nood, [D] men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, het water is [G] veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent mijn [D] wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Eb] Het water [Ab] is veel te dier.
Zijn mensen [Eb] in nood, men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [Ab] afstand is te groot.
Het water [Db] is veel te dier, het water [Ab] is veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [Eb] mijn wereld niet, het water is veel [Ab] te dier.
[N]
[C] [G]
Zij kijkt door een [D] roze bril naar dingen die [Em] ze wil, maar wat ze [C] krijgt, dat heeft ze al.
[G]
Ik krijg niets, ik pleur de [D] dag, ik zit hier [Em] en ik wacht op iets dat nog [C] nooit komen zal.
Net als [G] die koningskinderen [Em] hebben we mekaar [D] zo lief, maar het water [G] is eeuw te dier.
Zijn mensen [Bm] in [D] nood, men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, het water is [G] veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [D] mijn wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Cm] [G]
Zij, zij haalt wat [D] niemand haalt, vindt winnen zo [Em] banaal, ze is zo knap [C] in wat ze doet.
[D] [G] Probeer het [D] worden slot, ik val en sta [Em] weer op, maar weet niet meer [C] hoe het verder moet.
Net als die [G] koningskinderen [Em] hebben we mekaar zo [D] lief, maar het water [G] is veel te dier.
Zijn mensen [Bm] in [G] nood, [D] men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, het water is [G] veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent mijn [D] wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Eb] Het water [Ab] is veel te dier.
Zijn mensen [Eb] in nood, men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [Ab] afstand is te groot.
Het water [Db] is veel te dier, het water [Ab] is veel te dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [Eb] mijn wereld niet, het water is veel [Ab] te dier.
[N]
Key:
G
D
C
Em
Ab
G
D
C
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [C] _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
Zij kijkt door een [D] roze bril naar dingen die [Em] ze wil, maar wat ze [C] krijgt, dat heeft ze al.
[G] _
Ik krijg niets, ik pleur de [D] dag, ik zit hier [Em] en ik wacht op iets dat nog [C] nooit komen zal.
_ _ Net als [G] die _ koningskinderen [Em] hebben we mekaar [D] zo lief, maar het water [G] is eeuw te dier.
_ Zijn mensen [Bm] in _ [D] _ nood, _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
_ Het water [C] is veel te dier, _ het water is [G] veel te dier.
_ Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [D] mijn wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Cm] _ [G] _
_ _ _ _ Zij, zij haalt wat [D] niemand haalt, vindt winnen zo [Em] banaal, ze is zo knap [C] in wat ze doet.
[D] _ [G] _ Probeer het [D] worden slot, ik val en sta [Em] weer op, maar weet niet meer [C] hoe het verder moet.
_ _ _ Net als die [G] _ _ koningskinderen [Em] hebben we mekaar zo [D] lief, maar het water [G] is veel te dier.
_ Zijn mensen [Bm] in _ [G] nood, [D] _ _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, _ het water is [G] veel te _ dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent mijn [D] wereld niet, het water is veel [G] te dier.
_ [Eb] _ Het water [Ab] is veel te dier.
_ Zijn mensen [Eb] in _ nood, _ _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [Ab] afstand is te groot.
_ _ Het water [Db] is veel te dier, _ het water [Ab] is veel te _ dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [Eb] mijn wereld niet, het water is veel [Ab] te dier. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [C] _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
Zij kijkt door een [D] roze bril naar dingen die [Em] ze wil, maar wat ze [C] krijgt, dat heeft ze al.
[G] _
Ik krijg niets, ik pleur de [D] dag, ik zit hier [Em] en ik wacht op iets dat nog [C] nooit komen zal.
_ _ Net als [G] die _ koningskinderen [Em] hebben we mekaar [D] zo lief, maar het water [G] is eeuw te dier.
_ Zijn mensen [Bm] in _ [D] _ nood, _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
_ Het water [C] is veel te dier, _ het water is [G] veel te dier.
_ Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [D] mijn wereld niet, het water is veel [G] te dier.
[Cm] _ [G] _
_ _ _ _ Zij, zij haalt wat [D] niemand haalt, vindt winnen zo [Em] banaal, ze is zo knap [C] in wat ze doet.
[D] _ [G] _ Probeer het [D] worden slot, ik val en sta [Em] weer op, maar weet niet meer [C] hoe het verder moet.
_ _ _ Net als die [G] _ _ koningskinderen [Em] hebben we mekaar zo [D] lief, maar het water [G] is veel te dier.
_ Zijn mensen [Bm] in _ [G] nood, [D] _ _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [G] afstand is te groot.
Het water [C] is veel te dier, _ het water is [G] veel te _ dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent mijn [D] wereld niet, het water is veel [G] te dier.
_ [Eb] _ Het water [Ab] is veel te dier.
_ Zijn mensen [Eb] in _ nood, _ _ men kan er niet omheen, we hebben niets gemeen, de [Ab] afstand is te groot.
_ _ Het water [Db] is veel te dier, _ het water [Ab] is veel te _ dier.
Ik zie wat zij niet ziet, zij kent [Eb] mijn wereld niet, het water is veel [Ab] te dier. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _