Chords for Wim Sonneveld - Het Dorp (Live At Van Toen En Nu 1967)
Tempo:
114.55 bpm
Chords used:
G
C
D
Bm
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] Thuis heb ik nog een [Em] aanzichtkaart, maar op een kerk [G] een kar met paard, een slagerij,
Jevander [Em] Ven.
[Am] Een kroeg, een juffrouw op de [D] fiets, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niet, maar het is waar
ik [G] geboren ben.
Dit dorp, ik weet nog hoe het [Em] was, de boeren, kinderen uit de klas, een kar die ratelt op
de [Bm] keien.
[C] Het raadhuis met de pomperen voor, een [D] zandweg tussen Corredoor, het vee, de lage [G]
[F] [G] boerderijen.
[C] En laat [Am] het tuinpad van [Bm] mijn vader.
[C] Zag ik [D] de hoge [G] bomen staan.
[C]
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, [C]
dan [Bm] dat het nooit voorbij [G] zou gaan.
Wat leefden ze eenvoudig [Em] toen, in simpele huizen tussen groen, met boerenbloemen en een heg.
[C] Maar [Am] blijkbaar leefden ze [D] verkeerd, het dorp is gemoderniseerd, nu zijn ze op de [G] goede weg.
Want ziet hoe [Em] rijk het leven is, ze zien de televisie quiz en wonen in [Bm] betonnen dozen.
[C] Met flink veel glas, [D] dan kun je zien, hoeaf het bankstel staat bij Mien en de dressoir [G] met plastic rozen.
[F] [G] [C] En [F#] langs het tuinpad [Bm] van mijn vader.
[C]
Zag ik de [F#] hoge [G] bomen [C] staan.
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, [C]
dan dat [G] het nooit voorbij zou gaan.
De dorpsjeugd klipt wat bij [Em] elkaar, in mini-rock met [G] bietelhaar, en joelt wat mee met [Em]
bietmuziek.
[Am] Ik weet wel, het is hun goede [D] recht, de nieuwe tijd net wat u zegt, maar het maakt me wat [G] melancholiek.
Ik heb hun vaders nog [Em] gekend, ze kochten zoet hout voor een cent, ik zag hun moeders [G] touwtjes [Bm] [C] springen.
Dat dorp van toen is [D] nu voorbij, dit is wat er bleef voor mij, een aanzicht met [G]
herinneringen.
[Dm] [G] [C] Toen ik [Am] langs het tuinpad [Bm] van mijn vader.
[C]
[D] De hoge bomen [G] nog zag [C] staan.
Ik was een kind, hoe [Bm] kon ik weten, [C]
dat dat [D] voorgoed [Am] voorbij [G] zou gaan.
[C] [Am] [D]
Jevander [Em] Ven.
[Am] Een kroeg, een juffrouw op de [D] fiets, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niet, maar het is waar
ik [G] geboren ben.
Dit dorp, ik weet nog hoe het [Em] was, de boeren, kinderen uit de klas, een kar die ratelt op
de [Bm] keien.
[C] Het raadhuis met de pomperen voor, een [D] zandweg tussen Corredoor, het vee, de lage [G]
[F] [G] boerderijen.
[C] En laat [Am] het tuinpad van [Bm] mijn vader.
[C] Zag ik [D] de hoge [G] bomen staan.
[C]
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, [C]
dan [Bm] dat het nooit voorbij [G] zou gaan.
Wat leefden ze eenvoudig [Em] toen, in simpele huizen tussen groen, met boerenbloemen en een heg.
[C] Maar [Am] blijkbaar leefden ze [D] verkeerd, het dorp is gemoderniseerd, nu zijn ze op de [G] goede weg.
Want ziet hoe [Em] rijk het leven is, ze zien de televisie quiz en wonen in [Bm] betonnen dozen.
[C] Met flink veel glas, [D] dan kun je zien, hoeaf het bankstel staat bij Mien en de dressoir [G] met plastic rozen.
[F] [G] [C] En [F#] langs het tuinpad [Bm] van mijn vader.
[C]
Zag ik de [F#] hoge [G] bomen [C] staan.
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, [C]
dan dat [G] het nooit voorbij zou gaan.
De dorpsjeugd klipt wat bij [Em] elkaar, in mini-rock met [G] bietelhaar, en joelt wat mee met [Em]
bietmuziek.
[Am] Ik weet wel, het is hun goede [D] recht, de nieuwe tijd net wat u zegt, maar het maakt me wat [G] melancholiek.
Ik heb hun vaders nog [Em] gekend, ze kochten zoet hout voor een cent, ik zag hun moeders [G] touwtjes [Bm] [C] springen.
Dat dorp van toen is [D] nu voorbij, dit is wat er bleef voor mij, een aanzicht met [G]
herinneringen.
[Dm] [G] [C] Toen ik [Am] langs het tuinpad [Bm] van mijn vader.
[C]
[D] De hoge bomen [G] nog zag [C] staan.
Ik was een kind, hoe [Bm] kon ik weten, [C]
dat dat [D] voorgoed [Am] voorbij [G] zou gaan.
[C] [Am] [D]
Key:
G
C
D
Bm
Em
G
C
D
[G] Thuis heb ik nog een [Em] aanzichtkaart, maar op een kerk [G] een kar met paard, een slagerij,
Jevander [Em] Ven. _ _
_ [Am] Een kroeg, een juffrouw op de [D] fiets, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niet, maar het is waar
ik [G] geboren ben. _
Dit dorp, ik weet nog hoe het [Em] was, de boeren, kinderen uit de klas, een kar die ratelt op
de [Bm] keien.
_ [C] Het raadhuis met de pomperen voor, een [D] zandweg tussen Corredoor, het vee, de lage [G] _ _
_ _ [F] _ [G] boerderijen.
_ [C] En laat _ _ [Am] het tuinpad van [Bm] mijn vader.
_ _ _ _ [C] Zag ik [D] de hoge [G] bomen staan.
_ [C]
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, _ [C]
dan [Bm] dat het nooit voorbij [G] zou gaan. _ _
_ _ _ Wat leefden ze eenvoudig [Em] toen, in simpele huizen tussen groen, met boerenbloemen en een heg.
_ _ [C] Maar [Am] blijkbaar leefden ze [D] verkeerd, het dorp is gemoderniseerd, nu zijn ze op de [G] goede weg.
_ _ Want ziet hoe [Em] rijk het leven is, ze zien de televisie quiz en wonen in [Bm] betonnen dozen.
_ [C] Met flink veel glas, [D] dan kun je zien, hoeaf het bankstel staat bij Mien en de dressoir [G] met plastic rozen.
_ [F] _ _ [G] _ [C] En _ _ [F#] langs het tuinpad [Bm] van mijn _ vader.
_ _ _ _ [C]
Zag ik de [F#] hoge [G] bomen _ _ [C] staan.
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, _ [C]
dan dat [G] het nooit voorbij zou gaan. _ _ _
_ _ _ De dorpsjeugd klipt wat bij [Em] elkaar, in mini-rock met [G] bietelhaar, en joelt wat mee met [Em]
bietmuziek.
_ _ [Am] Ik weet wel, het is hun goede [D] recht, de nieuwe tijd net wat u zegt, maar het maakt me wat [G] melancholiek.
_ _ _ Ik heb hun vaders nog [Em] gekend, ze kochten zoet hout voor een cent, ik zag hun moeders [G] touwtjes _ [Bm] _ [C] springen.
Dat dorp van toen is [D] nu voorbij, dit is wat er bleef voor mij, een aanzicht met [G] _
herinneringen.
_ [Dm] _ _ [G] _ [C] Toen ik _ _ _ [Am] langs het tuinpad [Bm] van mijn _ vader.
_ _ _ _ [C] _
[D] De hoge bomen [G] nog zag _ _ [C] staan.
Ik was een kind, hoe [Bm] kon ik weten, _ [C]
dat dat [D] voorgoed _ [Am] voorbij [G] zou gaan.
_ _ _ [C] _ _ _ [Am] _ [D] _
Jevander [Em] Ven. _ _
_ [Am] Een kroeg, een juffrouw op de [D] fiets, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niet, maar het is waar
ik [G] geboren ben. _
Dit dorp, ik weet nog hoe het [Em] was, de boeren, kinderen uit de klas, een kar die ratelt op
de [Bm] keien.
_ [C] Het raadhuis met de pomperen voor, een [D] zandweg tussen Corredoor, het vee, de lage [G] _ _
_ _ [F] _ [G] boerderijen.
_ [C] En laat _ _ [Am] het tuinpad van [Bm] mijn vader.
_ _ _ _ [C] Zag ik [D] de hoge [G] bomen staan.
_ [C]
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, _ [C]
dan [Bm] dat het nooit voorbij [G] zou gaan. _ _
_ _ _ Wat leefden ze eenvoudig [Em] toen, in simpele huizen tussen groen, met boerenbloemen en een heg.
_ _ [C] Maar [Am] blijkbaar leefden ze [D] verkeerd, het dorp is gemoderniseerd, nu zijn ze op de [G] goede weg.
_ _ Want ziet hoe [Em] rijk het leven is, ze zien de televisie quiz en wonen in [Bm] betonnen dozen.
_ [C] Met flink veel glas, [D] dan kun je zien, hoeaf het bankstel staat bij Mien en de dressoir [G] met plastic rozen.
_ [F] _ _ [G] _ [C] En _ _ [F#] langs het tuinpad [Bm] van mijn _ vader.
_ _ _ _ [C]
Zag ik de [F#] hoge [G] bomen _ _ [C] staan.
Ik was een kind en [Bm] wist niet beter, _ [C]
dan dat [G] het nooit voorbij zou gaan. _ _ _
_ _ _ De dorpsjeugd klipt wat bij [Em] elkaar, in mini-rock met [G] bietelhaar, en joelt wat mee met [Em]
bietmuziek.
_ _ [Am] Ik weet wel, het is hun goede [D] recht, de nieuwe tijd net wat u zegt, maar het maakt me wat [G] melancholiek.
_ _ _ Ik heb hun vaders nog [Em] gekend, ze kochten zoet hout voor een cent, ik zag hun moeders [G] touwtjes _ [Bm] _ [C] springen.
Dat dorp van toen is [D] nu voorbij, dit is wat er bleef voor mij, een aanzicht met [G] _
herinneringen.
_ [Dm] _ _ [G] _ [C] Toen ik _ _ _ [Am] langs het tuinpad [Bm] van mijn _ vader.
_ _ _ _ [C] _
[D] De hoge bomen [G] nog zag _ _ [C] staan.
Ik was een kind, hoe [Bm] kon ik weten, _ [C]
dat dat [D] voorgoed _ [Am] voorbij [G] zou gaan.
_ _ _ [C] _ _ _ [Am] _ [D] _