Chords for Daar bij die molen - original song Willy Derby
Tempo:
97.75 bpm
Chords used:
D
G
A
Em
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[A] [D] Oh, ik weet een heerlijk plechtje grond, daar waar [G] die [Em] molen staat,
[A] waar ik mijn allerliefde vond, waar voor mijn [D] hart het slaag.
Ik sprak haar voor de eerste keer [B] aan de oever [Em] van de vlieg
[G] En sinds die [C#] tijd [D] kom [Bm] ik daar meer, [E] die plek [A] vergeet ik niet.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar wil ik [D] wonen [A] als wijzwarte, [D] mevrouw.
Als in den stelen [D] avondstond de [G] zon ten [Em] onder ging,
En ik haar bij de [A] molen kon in zoete [F#m] [D] mijmering,
Luisterde ze mij [G] in het [B] oor, o heerlijk [Em] waam te zijn.
[G] De molen draaide [D] lustig [A] door en ik [E] zei [A] liefde mij.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar woont [A] het meisje waar ik [D] zoveel van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[Em] Daar wil [G] ik [D] wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
Ik zie de molen al versierd per ere van [G] het [Em] jonge paard.
Het hele dorp [A] dat juist tentiert zijn [F] lieve [D] menigjaar.
En zie ik [G] er op de [D] molen staan, dan [B] zweer ik in [Em] die tong,
Nooit [G#] ga ik van die [D] plek [G] vandaan [E] waar ik mijn [A] vrouwtje [D] vond.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[C#] Daar [D] wil ik wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
[A] [D] Oh, ik weet een heerlijk plechtje grond, daar waar [G] die [Em] molen staat,
[A] waar ik mijn allerliefde vond, waar voor mijn [D] hart het slaag.
Ik sprak haar voor de eerste keer [B] aan de oever [Em] van de vlieg
[G] En sinds die [C#] tijd [D] kom [Bm] ik daar meer, [E] die plek [A] vergeet ik niet.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar wil ik [D] wonen [A] als wijzwarte, [D] mevrouw.
Als in den stelen [D] avondstond de [G] zon ten [Em] onder ging,
En ik haar bij de [A] molen kon in zoete [F#m] [D] mijmering,
Luisterde ze mij [G] in het [B] oor, o heerlijk [Em] waam te zijn.
[G] De molen draaide [D] lustig [A] door en ik [E] zei [A] liefde mij.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar woont [A] het meisje waar ik [D] zoveel van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[Em] Daar wil [G] ik [D] wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
Ik zie de molen al versierd per ere van [G] het [Em] jonge paard.
Het hele dorp [A] dat juist tentiert zijn [F] lieve [D] menigjaar.
En zie ik [G] er op de [D] molen staan, dan [B] zweer ik in [Em] die tong,
Nooit [G#] ga ik van die [D] plek [G] vandaan [E] waar ik mijn [A] vrouwtje [D] vond.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[C#] Daar [D] wil ik wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
Key:
D
G
A
Em
B
D
G
A
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
[A] _ _ [D] Oh, ik weet een heerlijk plechtje grond, daar waar [G] die [Em] molen staat,
[A] waar ik mijn _ allerliefde vond, waar voor mijn [D] hart het slaag.
Ik sprak haar voor de eerste keer [B] aan de oever [Em] van de vlieg
[G] En sinds die [C#] tijd [D] kom [Bm] ik daar meer, [E] die plek [A] vergeet ik niet.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar wil ik [D] wonen [A] als wijzwarte, [D] mevrouw.
Als in den stelen [D] avondstond de [G] zon ten [Em] onder ging,
En ik haar bij de [A] molen kon in zoete [F#m] _ [D] mijmering,
_ Luisterde ze mij [G] in het [B] oor, o heerlijk [Em] waam te zijn.
[G] De molen draaide [D] lustig [A] door en ik [E] zei [A] liefde mij.
[D] Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
Daar woont [A] het meisje waar ik [D] zoveel van hou.
Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
[Em] Daar wil [G] ik [D] wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
Ik zie de molen al versierd per ere van [G] het [Em] jonge paard.
Het hele dorp [A] dat juist tentiert zijn [F] lieve [D] _ menigjaar.
En zie ik [G] er op de [D] molen staan, dan [B] zweer ik in [Em] die tong,
Nooit [G#] ga ik van die [D] plek [G] vandaan [E] waar ik mijn [A] vrouwtje _ [D] vond.
Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[C#] Daar [D] wil ik wonen [A] als _ [D] wijzwarte, _ mevrouw. _
[A] _ _ [D] Oh, ik weet een heerlijk plechtje grond, daar waar [G] die [Em] molen staat,
[A] waar ik mijn _ allerliefde vond, waar voor mijn [D] hart het slaag.
Ik sprak haar voor de eerste keer [B] aan de oever [Em] van de vlieg
[G] En sinds die [C#] tijd [D] kom [Bm] ik daar meer, [E] die plek [A] vergeet ik niet.
[D] Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
Daar wil ik [D] wonen [A] als wijzwarte, [D] mevrouw.
Als in den stelen [D] avondstond de [G] zon ten [Em] onder ging,
En ik haar bij de [A] molen kon in zoete [F#m] _ [D] mijmering,
_ Luisterde ze mij [G] in het [B] oor, o heerlijk [Em] waam te zijn.
[G] De molen draaide [D] lustig [A] door en ik [E] zei [A] liefde mij.
[D] Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
Daar woont [A] het meisje waar ik [D] zoveel van hou.
Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
[Em] Daar wil [G] ik [D] wonen [A] als [D] wijzwarte, mevrouw.
Ik zie de molen al versierd per ere van [G] het [Em] jonge paard.
Het hele dorp [A] dat juist tentiert zijn [F] lieve [D] _ menigjaar.
En zie ik [G] er op de [D] molen staan, dan [B] zweer ik in [Em] die tong,
Nooit [G#] ga ik van die [D] plek [G] vandaan [E] waar ik mijn [A] vrouwtje _ [D] vond.
Daar bij die _ molen, die [G] mooie _ molen,
Daar [A] woont het meisje waar ik zoveel [D] van hou.
Daar bij die molen, die [G] mooie molen,
[C#] Daar [D] wil ik wonen [A] als _ [D] wijzwarte, _ mevrouw. _