Chords for Hans de Booij - Annabel 1983
Tempo:
174.1 bpm
Chords used:
G
C
Bb
A
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Iemand zei dit is Annabel, ze moet [C] nog naar het station.
Neem jij je [G] wagen dan haalt ze het wel.
Ik zei dat is goed en reed zo stom als ik [A] kon.
We kwamen [C] aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit je niet [G] mee.
Heel in de verte ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei oké ik [Gbm] ga [Ab] met je mee.
[G]
[C] En later lagen we [G] samen zoals dat [C] heet, een beetje moe maar [G] voldaan.
[C] Er kwam al licht door de [G] ramen ze zei ik heb geen tijd voor [D] ontbijt ik moet gaan.
[C] Ik zei alleen nog tot [G] ziens Annabel en ik [C] dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C] Ik dacht ik draai me om [G] en slaap nog even door maar twee [Bb] uur later was ik nog [A] wakker en lag [Ab]
stil op [G] mijn rug.
[Cm] [C] Het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel,
[C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb] [G]
[C] En op een avond zag ik haar weer, ze stapte net op de [G] tram.
[C] Ze was [G] nog mooier dan de vorige keer, ik riep haar [A] naam en trapte hard [D] op mijn rem.
[Gm] Ik sprong de auto uit en greep haar vast, [C] ze stond stil en [G] keek om.
[C] Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks [Bb] verrast, ik zei hey waar moet ik nu [A] naartoe, ze [Ab] zei naar het [G] station.
[C] Ik bracht haar weg ze [G] kocht een kaartje Parijs, [C] ik zei ja nog [G] één erbij.
[C] De locaties gaf [G] twee maal enkele reis en [A] Annabel keek even [D] opzij.
[C] Ik zei ik heb je [G] gevonden vandaag, [C] ik laat je nooit meer [G] alleen.
[C] Al reis je door naar [G] Barcelona, al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld, [Ab] ik ga met je [G] mee.
[C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel,
[Cm] Annabel, [C] het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb] [G]
[Cm] Annabel, het wordt niets zonder
Neem jij je [G] wagen dan haalt ze het wel.
Ik zei dat is goed en reed zo stom als ik [A] kon.
We kwamen [C] aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit je niet [G] mee.
Heel in de verte ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei oké ik [Gbm] ga [Ab] met je mee.
[G]
[C] En later lagen we [G] samen zoals dat [C] heet, een beetje moe maar [G] voldaan.
[C] Er kwam al licht door de [G] ramen ze zei ik heb geen tijd voor [D] ontbijt ik moet gaan.
[C] Ik zei alleen nog tot [G] ziens Annabel en ik [C] dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C] Ik dacht ik draai me om [G] en slaap nog even door maar twee [Bb] uur later was ik nog [A] wakker en lag [Ab]
stil op [G] mijn rug.
[Cm] [C] Het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel,
[C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb] [G]
[C] En op een avond zag ik haar weer, ze stapte net op de [G] tram.
[C] Ze was [G] nog mooier dan de vorige keer, ik riep haar [A] naam en trapte hard [D] op mijn rem.
[Gm] Ik sprong de auto uit en greep haar vast, [C] ze stond stil en [G] keek om.
[C] Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks [Bb] verrast, ik zei hey waar moet ik nu [A] naartoe, ze [Ab] zei naar het [G] station.
[C] Ik bracht haar weg ze [G] kocht een kaartje Parijs, [C] ik zei ja nog [G] één erbij.
[C] De locaties gaf [G] twee maal enkele reis en [A] Annabel keek even [D] opzij.
[C] Ik zei ik heb je [G] gevonden vandaag, [C] ik laat je nooit meer [G] alleen.
[C] Al reis je door naar [G] Barcelona, al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld, [Ab] ik ga met je [G] mee.
[C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel,
[Cm] Annabel, [C] het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb] [G]
[Cm] Annabel, het wordt niets zonder
Key:
G
C
Bb
A
Ab
G
C
Bb
_ Iemand zei dit is Annabel, _ _ ze moet [C] nog naar het station. _ _
_ Neem jij je [G] wagen dan haalt ze het wel.
Ik zei dat is goed en reed zo stom als ik [A] kon. _ _
_ We kwamen [C] aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit je niet [G] mee. _ _
_ Heel in de verte ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei oké ik [Gbm] ga [Ab] met je mee.
_ [G] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] En later lagen we [G] samen zoals dat [C] heet, een beetje moe maar [G] voldaan. _ _
_ [C] Er kwam al licht door de [G] ramen ze zei ik heb geen tijd voor [D] ontbijt ik moet gaan. _ _
_ [C] Ik zei alleen nog tot [G] ziens Annabel en ik [C] dacht ik zie jou nooit meer [G] terug. _ _
_ [C] Ik dacht ik draai me om [G] en slaap nog even door maar twee [Bb] uur later was ik nog [A] wakker en lag [Ab]
stil op [G] mijn rug. _ _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ [C] Het wordt niets zonder jou _ [Bb] Annabel, _ _ _ _ _
_ [C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel. _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Ab] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [C] En op een avond zag ik haar weer, ze stapte net op de [G] tram. _ _
_ [C] Ze was [G] nog mooier dan de vorige keer, ik riep haar [A] naam en trapte hard [D] op mijn rem. _ _
_ [Gm] Ik sprong de auto uit en greep haar vast, [C] ze stond stil en [G] keek om. _
_ [C] Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks [Bb] verrast, ik zei hey waar moet ik nu [A] naartoe, ze [Ab] zei naar het [G] station. _ _ _ _ _ _
_ [C] Ik bracht haar weg ze [G] kocht een kaartje Parijs, [C] ik zei ja nog [G] één erbij. _
_ [C] De locaties gaf [G] twee maal enkele reis en [A] Annabel keek even [D] opzij. _
_ [C] Ik zei ik heb je [G] gevonden vandaag, [C] ik laat je nooit meer [G] alleen. _
_ [C] Al reis je door naar [G] Barcelona, al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld, [Ab] ik ga met je [G] mee. _ _ _ _ _ _
_ [C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel, _ _ _ _ _
_ [Cm] Annabel, [C] het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel. _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Ab] _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Cm] Annabel, het wordt niets zonder
_ Neem jij je [G] wagen dan haalt ze het wel.
Ik zei dat is goed en reed zo stom als ik [A] kon. _ _
_ We kwamen [C] aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit je niet [G] mee. _ _
_ Heel in de verte ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei oké ik [Gbm] ga [Ab] met je mee.
_ [G] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] En later lagen we [G] samen zoals dat [C] heet, een beetje moe maar [G] voldaan. _ _
_ [C] Er kwam al licht door de [G] ramen ze zei ik heb geen tijd voor [D] ontbijt ik moet gaan. _ _
_ [C] Ik zei alleen nog tot [G] ziens Annabel en ik [C] dacht ik zie jou nooit meer [G] terug. _ _
_ [C] Ik dacht ik draai me om [G] en slaap nog even door maar twee [Bb] uur later was ik nog [A] wakker en lag [Ab]
stil op [G] mijn rug. _ _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ [C] Het wordt niets zonder jou _ [Bb] Annabel, _ _ _ _ _
_ [C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel. _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Ab] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [C] En op een avond zag ik haar weer, ze stapte net op de [G] tram. _ _
_ [C] Ze was [G] nog mooier dan de vorige keer, ik riep haar [A] naam en trapte hard [D] op mijn rem. _ _
_ [Gm] Ik sprong de auto uit en greep haar vast, [C] ze stond stil en [G] keek om. _
_ [C] Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks [Bb] verrast, ik zei hey waar moet ik nu [A] naartoe, ze [Ab] zei naar het [G] station. _ _ _ _ _ _
_ [C] Ik bracht haar weg ze [G] kocht een kaartje Parijs, [C] ik zei ja nog [G] één erbij. _
_ [C] De locaties gaf [G] twee maal enkele reis en [A] Annabel keek even [D] opzij. _
_ [C] Ik zei ik heb je [G] gevonden vandaag, [C] ik laat je nooit meer [G] alleen. _
_ [C] Al reis je door naar [G] Barcelona, al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld, [Ab] ik ga met je [G] mee. _ _ _ _ _ _
_ [C] Annabel, het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel, _ _ _ _ _
_ [Cm] Annabel, [C] het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel. _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Ab] _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Cm] Annabel, het wordt niets zonder