Chords for Rommy - En Steeds Weer Huil Je (R.I.P. Rommy)
Tempo:
81.975 bpm
Chords used:
Ab
Eb
Db
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab]
Elke dag ga ik vol goede moed, weer de deur uit de zicht, ga je goed.
Nog een glimlange kus en dan moet ik je [Eb] weer verlaten.
[Db] Maar ik ken de gedachten van jou, [Ab] ook al weet je ik kom toch weer gauw.
Maar die ogen die [Eb] vragen hoe lang blijft je [Ab] mij nog draag.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Je kijkt dagenlang stil voor je heen, en je bent met de kinderen alleen.
Je vertelt van mijn werk en je zegt dat ik [Eb] gauw zal komen.
[Db] Ik bel op, het is al kwart over acht, [Ab] kus de kinderen van mij goedenacht.
Dan breng jij ze naar [Eb] bed en ik weet dat je [Ab] op me wacht.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Als ik thuis kom zie ik je weer vrij, maar je kunt eindelijk praten met mij.
Maar helaas ben ik moe, ik wil naar bed, ook een [Eb] man moet slapen.
[Db] Je praat maar door, maar ik luister niet meer.
[Ab] Huis, geloof me, ook mij doet het zeer.
Ik ga slapen, maar jij draait je [Eb] om en je [Ab] pikt het weer.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
[Db]
[Ab] [Eb]
[Ab] [Db]
[Ab]
[Eb] [Ab] En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Elke dag ga ik vol goede moed, weer de deur uit de zicht, ga je goed.
Nog een glimlange kus en dan moet ik je [Eb] weer verlaten.
[Db] Maar ik ken de gedachten van jou, [Ab] ook al weet je ik kom toch weer gauw.
Maar die ogen die [Eb] vragen hoe lang blijft je [Ab] mij nog draag.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Je kijkt dagenlang stil voor je heen, en je bent met de kinderen alleen.
Je vertelt van mijn werk en je zegt dat ik [Eb] gauw zal komen.
[Db] Ik bel op, het is al kwart over acht, [Ab] kus de kinderen van mij goedenacht.
Dan breng jij ze naar [Eb] bed en ik weet dat je [Ab] op me wacht.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Als ik thuis kom zie ik je weer vrij, maar je kunt eindelijk praten met mij.
Maar helaas ben ik moe, ik wil naar bed, ook een [Eb] man moet slapen.
[Db] Je praat maar door, maar ik luister niet meer.
[Ab] Huis, geloof me, ook mij doet het zeer.
Ik ga slapen, maar jij draait je [Eb] om en je [Ab] pikt het weer.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
[Db]
[Ab] [Eb]
[Ab] [Db]
[Ab]
[Eb] [Ab] En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou.
Key:
Ab
Eb
Db
Ab
Eb
Db
Ab
Eb
[Ab] _ _ _ _ _ _ _
Elke dag ga ik vol goede moed, weer de deur uit de zicht, ga je goed.
Nog een glimlange kus en dan moet ik je [Eb] weer verlaten. _
[Db] Maar ik ken de gedachten van jou, [Ab] ook al weet je ik kom toch weer gauw.
Maar die ogen die [Eb] vragen hoe lang blijft je [Ab] mij nog draag.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _
Je kijkt dagenlang stil voor je heen, en je bent met de kinderen alleen.
Je vertelt van mijn werk en je zegt dat ik [Eb] gauw zal komen. _
[Db] Ik bel op, het is al kwart over acht, [Ab] kus de kinderen van mij goedenacht.
Dan breng jij ze naar [Eb] bed en ik weet dat je [Ab] op me wacht.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _
Als ik thuis kom zie ik je weer vrij, maar je kunt eindelijk praten met mij.
Maar helaas ben ik moe, ik wil naar bed, ook een [Eb] man moet slapen. _
[Db] Je praat maar door, maar ik luister niet meer.
[Ab] Huis, geloof me, ook mij doet het zeer.
Ik ga slapen, maar jij draait je [Eb] om en je [Ab] pikt het weer.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _ _
[Db] _ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ [Db] _ _ _ _
_ _ _ _ [Ab] _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Ab] _ _ En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
_ Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _ _
Elke dag ga ik vol goede moed, weer de deur uit de zicht, ga je goed.
Nog een glimlange kus en dan moet ik je [Eb] weer verlaten. _
[Db] Maar ik ken de gedachten van jou, [Ab] ook al weet je ik kom toch weer gauw.
Maar die ogen die [Eb] vragen hoe lang blijft je [Ab] mij nog draag.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _
Je kijkt dagenlang stil voor je heen, en je bent met de kinderen alleen.
Je vertelt van mijn werk en je zegt dat ik [Eb] gauw zal komen. _
[Db] Ik bel op, het is al kwart over acht, [Ab] kus de kinderen van mij goedenacht.
Dan breng jij ze naar [Eb] bed en ik weet dat je [Ab] op me wacht.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _
Als ik thuis kom zie ik je weer vrij, maar je kunt eindelijk praten met mij.
Maar helaas ben ik moe, ik wil naar bed, ook een [Eb] man moet slapen. _
[Db] Je praat maar door, maar ik luister niet meer.
[Ab] Huis, geloof me, ook mij doet het zeer.
Ik ga slapen, maar jij draait je [Eb] om en je [Ab] pikt het weer.
En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _ _
[Db] _ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ [Db] _ _ _ _
_ _ _ _ [Ab] _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Ab] _ _ En steeds weer huil je, dan zie [Db] ik je tranen.
Jij zegt niet wat je voelt, maar je denkt we zijn [Ab] niet meer samen.
Ja dat [Eb] doet je pijn, en [Ab] steeds weer denk je, hij [Db] heeft een ander.
_ Dat ik jou niet meer zie, niet meer wil en niet [Ab] meer vertrouw.
Maar [Eb] geloof me nou, ik hou [Ab] alleen van jou. _ _ _ _ _ _