Chords for Robert Long San Lorenzo
Tempo:
121.65 bpm
Chords used:
D
G
C
F
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[C] [F]
[Am]
[C] [F] Hij is aan het eind gekomen van een [A] prachtig leven.
[Dm] Hij sterft nog niet, maar [C] acht zijn krachten nemen [F] af.
Altijd gereisd heeft hij en heel [Am] veel opgeschreven
over [Bb] de landen die hij [C] zag, de mensen [F] waar hij wat om gaf.
Hij is [D] fysiek niet meer in staat om te vertrekken.
Toch reist hij nog wanneer hij zijn [G] notities leest
om [C] al die plaatsen van destijds weer [F] te ontdekken.
Hij maakt [Dm] zijn tochten [D] weer opnieuw nu in [G] zijn geest.
Hij neemt [D] vandaag de trein naar San [G] Lorenzo
waar [D] hij zijn hart verloor een [C] halve eeuw [G] terug.
Hij ruikt [D] en ziet het allemaal weer in [G] extenso.
Hij [D] voelt de hete middagzon weer [G] op zijn rug.
Hij [E] voelt die ogen weer die volgen waar hij heen gaat.
Hij ziet zichzelf weer als hij plotseling [A] blijft staan.
Hij hoort die [Gb] stem weer die hem vraagt [B] of hij alleen gaat
[Ab] of dat ze voortaan met zijn tweeën zullen [E] gaan.
En dan [A] dat eerste [D] contact [E] en hoe zijn hand wordt
[A] vastgepaard.
[D] [A]
[D] [Em] [D]
[E] [C] Vanaf die [F] dag deden ze voortaan [Dm] alles samen.
Ze trokken samen [F] op naar steeds een ander land.
In het begin kenden ze enkel [Am] elkaars namen,
leerden [Bb] elkaar hun [C] eigen taal en [F] deelden al hun proviant.
En op [D] den duur kenden ze ook elkaars geheimen.
Er was geen ander waar hij zo vertrouwd [G] mee was.
Het valt voor [C] hem dan ook nog altijd niet te [F] rijmen
wat [Dm] hij die ochtend [D] in dat [G] afscheidsbriefje las.
Ik neem [D] vandaag de trein naar San [G] Lorenzo.
Ik kan niet [D] verder met je [C] mee.
Ik moet [G] terug.
Ik [D] kan er niks aan doen.
Vergeef me, [G] maar ik ben zo.
[D] Bedankt voor alles.
Ik vergeet je niet zo [G] vlug.
Ik [E] heb je alles wat ik geven kon gegeven.
En jij gaf alles wat je geven [A] kon aan mij.
Maar ik [Gb] gehoorzaam aan de wetten [B] van het leven.
En één [Ab] daarvan luidt alles gaat een keer [E] voorbij.
[D] Ik draag [A] je mee in elke [D] cel.
[E]
Het gaat je goed, mijn vriend.
[A] Vaarwel.
[D] [Em] [D]
[E] [C] Hij zag wel [F] in dat het geen zin [D] had om te zoeken.
En [Bb] ging [F] teleurgesteld maar weer alleen op pad.
Hij trok de wereld door tot in de [Am] verste hoeken.
Naar [Bb] Buenos Aires, [C] Libanon, naar [F] Borneo en Stalingrad.
Hij [D] heeft zijn hart daarna nog dikwijls weggegeven.
Maar nooit zo argeloos meer, nooit meer zo [G] naïef.
[C] Toch kijkt hij terug op een gevuld en [F] zinvol leven.
Hij zag de [Dm] [D] wereld, werd bemind en [G] hij had lief.
[D]
[G]
[D]
[C] [G]
[D]
[G]
[D]
[G]
Hij heeft [E] het noorderlicht gezien en de Seychelles.
Toen daar het woord toerisme zelfs [A] nog niet bestond.
[A] Hij kan je [Gb] alles van Noord-Afrika vertellen.
[B] Maar San [Ab] Lorenzo brengt hem glimlach om zijn [E] mond.
Hij zoekt [A] geen troost of [D] medelijden.
[E] Want alles gaat een keer
[A] voorbij.
[Gbm]
[D] [E] [A]
[C] [F]
[Am]
[C] [F] Hij is aan het eind gekomen van een [A] prachtig leven.
[Dm] Hij sterft nog niet, maar [C] acht zijn krachten nemen [F] af.
Altijd gereisd heeft hij en heel [Am] veel opgeschreven
over [Bb] de landen die hij [C] zag, de mensen [F] waar hij wat om gaf.
Hij is [D] fysiek niet meer in staat om te vertrekken.
Toch reist hij nog wanneer hij zijn [G] notities leest
om [C] al die plaatsen van destijds weer [F] te ontdekken.
Hij maakt [Dm] zijn tochten [D] weer opnieuw nu in [G] zijn geest.
Hij neemt [D] vandaag de trein naar San [G] Lorenzo
waar [D] hij zijn hart verloor een [C] halve eeuw [G] terug.
Hij ruikt [D] en ziet het allemaal weer in [G] extenso.
Hij [D] voelt de hete middagzon weer [G] op zijn rug.
Hij [E] voelt die ogen weer die volgen waar hij heen gaat.
Hij ziet zichzelf weer als hij plotseling [A] blijft staan.
Hij hoort die [Gb] stem weer die hem vraagt [B] of hij alleen gaat
[Ab] of dat ze voortaan met zijn tweeën zullen [E] gaan.
En dan [A] dat eerste [D] contact [E] en hoe zijn hand wordt
[A] vastgepaard.
[D] [A]
[D] [Em] [D]
[E] [C] Vanaf die [F] dag deden ze voortaan [Dm] alles samen.
Ze trokken samen [F] op naar steeds een ander land.
In het begin kenden ze enkel [Am] elkaars namen,
leerden [Bb] elkaar hun [C] eigen taal en [F] deelden al hun proviant.
En op [D] den duur kenden ze ook elkaars geheimen.
Er was geen ander waar hij zo vertrouwd [G] mee was.
Het valt voor [C] hem dan ook nog altijd niet te [F] rijmen
wat [Dm] hij die ochtend [D] in dat [G] afscheidsbriefje las.
Ik neem [D] vandaag de trein naar San [G] Lorenzo.
Ik kan niet [D] verder met je [C] mee.
Ik moet [G] terug.
Ik [D] kan er niks aan doen.
Vergeef me, [G] maar ik ben zo.
[D] Bedankt voor alles.
Ik vergeet je niet zo [G] vlug.
Ik [E] heb je alles wat ik geven kon gegeven.
En jij gaf alles wat je geven [A] kon aan mij.
Maar ik [Gb] gehoorzaam aan de wetten [B] van het leven.
En één [Ab] daarvan luidt alles gaat een keer [E] voorbij.
[D] Ik draag [A] je mee in elke [D] cel.
[E]
Het gaat je goed, mijn vriend.
[A] Vaarwel.
[D] [Em] [D]
[E] [C] Hij zag wel [F] in dat het geen zin [D] had om te zoeken.
En [Bb] ging [F] teleurgesteld maar weer alleen op pad.
Hij trok de wereld door tot in de [Am] verste hoeken.
Naar [Bb] Buenos Aires, [C] Libanon, naar [F] Borneo en Stalingrad.
Hij [D] heeft zijn hart daarna nog dikwijls weggegeven.
Maar nooit zo argeloos meer, nooit meer zo [G] naïef.
[C] Toch kijkt hij terug op een gevuld en [F] zinvol leven.
Hij zag de [Dm] [D] wereld, werd bemind en [G] hij had lief.
[D]
[G]
[D]
[C] [G]
[D]
[G]
[D]
[G]
Hij heeft [E] het noorderlicht gezien en de Seychelles.
Toen daar het woord toerisme zelfs [A] nog niet bestond.
[A] Hij kan je [Gb] alles van Noord-Afrika vertellen.
[B] Maar San [Ab] Lorenzo brengt hem glimlach om zijn [E] mond.
Hij zoekt [A] geen troost of [D] medelijden.
[E] Want alles gaat een keer
[A] voorbij.
[Gbm]
[D] [E] [A]
Key:
D
G
C
F
A
D
G
C
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ [C] _ _ [F] _ _ Hij is aan het eind gekomen van een [A] prachtig leven.
[Dm] Hij sterft nog niet, maar [C] acht zijn krachten nemen [F] af. _ _
Altijd gereisd heeft hij en heel [Am] veel opgeschreven
over [Bb] de landen die hij [C] zag, de mensen [F] waar hij wat om gaf.
Hij is [D] fysiek niet meer in staat om te vertrekken.
Toch reist hij nog wanneer hij zijn [G] notities leest
om [C] al die plaatsen van destijds weer [F] te ontdekken.
Hij maakt [Dm] zijn tochten [D] weer opnieuw nu in [G] zijn geest. _
_ Hij neemt _ [D] vandaag de trein naar San [G] _ Lorenzo _
_ waar [D] hij zijn hart verloor een [C] halve eeuw [G] terug. _ _
Hij ruikt [D] en ziet het allemaal weer in [G] extenso.
_ _ Hij [D] voelt de hete middagzon weer _ [G] op zijn rug.
_ _ Hij [E] voelt die ogen weer die volgen waar hij heen gaat.
Hij ziet zichzelf weer als hij plotseling [A] blijft staan.
Hij hoort die [Gb] stem weer die hem vraagt [B] of hij alleen gaat
[Ab] of dat ze voortaan met zijn tweeën zullen [E] gaan.
_ En dan [A] dat eerste _ [D] contact _ _ [E] en hoe zijn hand wordt _ _ _
[A] _ vastgepaard.
_ [D] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [D] _
_ _ [E] _ _ [C] _ _ Vanaf die [F] dag deden ze voortaan [Dm] alles samen.
Ze trokken samen [F] op naar steeds een ander land.
In het begin kenden ze enkel [Am] elkaars namen,
leerden [Bb] elkaar hun [C] eigen taal en [F] deelden al hun proviant.
En op [D] den duur kenden ze ook elkaars geheimen.
Er was geen ander waar hij zo vertrouwd [G] mee was.
Het valt voor [C] hem dan ook nog altijd niet te [F] rijmen
wat [Dm] hij die ochtend [D] in dat _ [G] afscheidsbriefje las. _ _
_ Ik neem _ [D] vandaag de trein naar San [G] _ Lorenzo. _
_ Ik kan niet [D] verder met je [C] mee.
Ik moet [G] terug. _ _ _
Ik [D] kan er niks aan doen.
_ Vergeef me, _ [G] maar ik ben zo. _ _ _ _
[D] Bedankt voor alles.
Ik vergeet je niet zo [G] vlug.
_ _ _ Ik [E] heb je alles wat ik geven kon gegeven.
En jij gaf alles wat je geven [A] kon aan mij.
Maar ik [Gb] gehoorzaam aan de wetten [B] van het leven.
En één [Ab] daarvan luidt alles gaat een keer [E] voorbij.
[D] Ik draag [A] je mee in elke [D] cel.
_ _ [E] _
Het gaat je goed, mijn vriend. _ _ _
[A] Vaarwel. _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ [Em] _ _ [D] _ _ _
_ _ [E] _ _ [C] _ _ Hij zag wel [F] in dat het geen zin [D] had om te zoeken.
En [Bb] ging [F] teleurgesteld maar weer alleen op pad.
Hij trok de wereld door tot in de [Am] verste hoeken.
Naar [Bb] Buenos Aires, [C] Libanon, naar [F] Borneo en Stalingrad.
Hij [D] heeft zijn hart daarna nog dikwijls weggegeven.
Maar nooit zo argeloos meer, nooit meer zo [G] naïef.
_ [C] Toch kijkt hij terug op een gevuld en [F] zinvol leven.
Hij zag de [Dm] [D] wereld, werd bemind en [G] hij had lief. _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _
Hij heeft [E] het noorderlicht gezien en de Seychelles.
Toen daar het woord toerisme zelfs [A] nog niet bestond.
[A] Hij kan je [Gb] alles van Noord-Afrika vertellen.
[B] Maar San [Ab] Lorenzo brengt hem glimlach om zijn [E] mond.
Hij zoekt [A] geen troost of [D] _ _ _ medelijden.
[E] Want alles gaat een keer _
[A] voorbij. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Gbm] _ _ _ _
[D] _ _ [E] _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ [C] _ _ [F] _ _ Hij is aan het eind gekomen van een [A] prachtig leven.
[Dm] Hij sterft nog niet, maar [C] acht zijn krachten nemen [F] af. _ _
Altijd gereisd heeft hij en heel [Am] veel opgeschreven
over [Bb] de landen die hij [C] zag, de mensen [F] waar hij wat om gaf.
Hij is [D] fysiek niet meer in staat om te vertrekken.
Toch reist hij nog wanneer hij zijn [G] notities leest
om [C] al die plaatsen van destijds weer [F] te ontdekken.
Hij maakt [Dm] zijn tochten [D] weer opnieuw nu in [G] zijn geest. _
_ Hij neemt _ [D] vandaag de trein naar San [G] _ Lorenzo _
_ waar [D] hij zijn hart verloor een [C] halve eeuw [G] terug. _ _
Hij ruikt [D] en ziet het allemaal weer in [G] extenso.
_ _ Hij [D] voelt de hete middagzon weer _ [G] op zijn rug.
_ _ Hij [E] voelt die ogen weer die volgen waar hij heen gaat.
Hij ziet zichzelf weer als hij plotseling [A] blijft staan.
Hij hoort die [Gb] stem weer die hem vraagt [B] of hij alleen gaat
[Ab] of dat ze voortaan met zijn tweeën zullen [E] gaan.
_ En dan [A] dat eerste _ [D] contact _ _ [E] en hoe zijn hand wordt _ _ _
[A] _ vastgepaard.
_ [D] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [D] _
_ _ [E] _ _ [C] _ _ Vanaf die [F] dag deden ze voortaan [Dm] alles samen.
Ze trokken samen [F] op naar steeds een ander land.
In het begin kenden ze enkel [Am] elkaars namen,
leerden [Bb] elkaar hun [C] eigen taal en [F] deelden al hun proviant.
En op [D] den duur kenden ze ook elkaars geheimen.
Er was geen ander waar hij zo vertrouwd [G] mee was.
Het valt voor [C] hem dan ook nog altijd niet te [F] rijmen
wat [Dm] hij die ochtend [D] in dat _ [G] afscheidsbriefje las. _ _
_ Ik neem _ [D] vandaag de trein naar San [G] _ Lorenzo. _
_ Ik kan niet [D] verder met je [C] mee.
Ik moet [G] terug. _ _ _
Ik [D] kan er niks aan doen.
_ Vergeef me, _ [G] maar ik ben zo. _ _ _ _
[D] Bedankt voor alles.
Ik vergeet je niet zo [G] vlug.
_ _ _ Ik [E] heb je alles wat ik geven kon gegeven.
En jij gaf alles wat je geven [A] kon aan mij.
Maar ik [Gb] gehoorzaam aan de wetten [B] van het leven.
En één [Ab] daarvan luidt alles gaat een keer [E] voorbij.
[D] Ik draag [A] je mee in elke [D] cel.
_ _ [E] _
Het gaat je goed, mijn vriend. _ _ _
[A] Vaarwel. _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ [Em] _ _ [D] _ _ _
_ _ [E] _ _ [C] _ _ Hij zag wel [F] in dat het geen zin [D] had om te zoeken.
En [Bb] ging [F] teleurgesteld maar weer alleen op pad.
Hij trok de wereld door tot in de [Am] verste hoeken.
Naar [Bb] Buenos Aires, [C] Libanon, naar [F] Borneo en Stalingrad.
Hij [D] heeft zijn hart daarna nog dikwijls weggegeven.
Maar nooit zo argeloos meer, nooit meer zo [G] naïef.
_ [C] Toch kijkt hij terug op een gevuld en [F] zinvol leven.
Hij zag de [Dm] [D] wereld, werd bemind en [G] hij had lief. _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _
Hij heeft [E] het noorderlicht gezien en de Seychelles.
Toen daar het woord toerisme zelfs [A] nog niet bestond.
[A] Hij kan je [Gb] alles van Noord-Afrika vertellen.
[B] Maar San [Ab] Lorenzo brengt hem glimlach om zijn [E] mond.
Hij zoekt [A] geen troost of [D] _ _ _ medelijden.
[E] Want alles gaat een keer _
[A] voorbij. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Gbm] _ _ _ _
[D] _ _ [E] _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _