De Wandelclub Chords by Jasperina De Jong
Tempo:
124.45 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Eb
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bb]
[Fm]
[Eb]
[A] [F] [A]
[C] [F] [Bb] Wij zijn dal op de bossen, daar [F] kunnen [Eb] we [C] hossen, [Bb] daar kunnen we klossen.
Wij zijn dal op de heide, op [F] de [C] weide [F] en op de natuur.
[Eb] Geef ons [Em] de frisse weide, [Bb] want je kunt [E] er [F] zo genieten [E] zonder haar [F] heerlijk hunter.
[Gm] Wij willen geen nicotine, wij [B] willen de [E] mandoline [Bb] van je [F] pingelepingelepingelepong.
Piknikken is zo fijn, niks pieken voor de [E] lijn, [Eb]
[C] [F] ons overwoudig zijn.
[Gm] Jo met de banjo en Lien met [F] de mandoline, kaartje met de [Dm] mondharmonica.
[Bb] Truitje met de [D] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een [A] man, [Bb] dal op een man, we [C] zijn zo dal [F] op een [Bb]
mandoline.
[F] [A]
[Bb] [A] [F] [Bb] Wij zijn zonnig zussen, wij [F] zijn niet te kussen, wij [Bb] zijn niet te kussen.
Dat is anhygienisch, [Dm]
[C] anhygienisch [F] in de natuur.
[Eb] Wij zijn het [C] cbh der [Bb] slakke huizen, wij zijn dal op [C] hagedis en [F] waterluizen.
[Bb] Geen kaartje en geen wimpies, [Eb] we stappen in onze [Bb] geenties van je [B] [F] pingelepingelepingelepong.
Bij ons is alles puur, wij hebben nog figuur, [C] [Gb] wij [C] zijn een stuk [F] ongerucht natuur.
[Bb] Jo met [Cm] de banjo en Lien met de mandoline, kaartje met de [Gm] mondharmonica.
Truitje met de luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een man, [Cm] [C] dal op een man, we zijn zo dal op [F] een [Bb] mandoline.
[F] [Am]
[Fm] [Bb] Wij zijn dal op de meerals, we [F] motten geen kerels, we [Bb] motten geen kerels.
Wij beschermen de diertjes, de [F] meertjes, de [C] peertjes in de [F] natuur.
[Eb] Wij gaan soms veertien dagen lang [Gm] kamperen, zonder hi, [C] zonder ha, zonder [F] heren.
[Bb] Wij willen geen limousine, [Eb] wij willen de [Bb] mandoline van je [F] pingelepingelepingelepong.
Het klinkt naar alle kant, wanneer het zonnetje brandt, [C] wij zijn de ronden [A] van [F] Nederland.
[Bb] Jo met de banjo [Ab] en [F] Lien met de [Cm] mandoline, kaartje [Bb] met de mondharmonica.
Truitje, truitje met de [Fm] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
Dal op een man, [C] dal op een man, we zijn zo dal [F] op een [Bb] mandoline.
[Cm] [A]
[N]
[Fm]
[Eb]
[A] [F] [A]
[C] [F] [Bb] Wij zijn dal op de bossen, daar [F] kunnen [Eb] we [C] hossen, [Bb] daar kunnen we klossen.
Wij zijn dal op de heide, op [F] de [C] weide [F] en op de natuur.
[Eb] Geef ons [Em] de frisse weide, [Bb] want je kunt [E] er [F] zo genieten [E] zonder haar [F] heerlijk hunter.
[Gm] Wij willen geen nicotine, wij [B] willen de [E] mandoline [Bb] van je [F] pingelepingelepingelepong.
Piknikken is zo fijn, niks pieken voor de [E] lijn, [Eb]
[C] [F] ons overwoudig zijn.
[Gm] Jo met de banjo en Lien met [F] de mandoline, kaartje met de [Dm] mondharmonica.
[Bb] Truitje met de [D] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een [A] man, [Bb] dal op een man, we [C] zijn zo dal [F] op een [Bb]
mandoline.
[F] [A]
[Bb] [A] [F] [Bb] Wij zijn zonnig zussen, wij [F] zijn niet te kussen, wij [Bb] zijn niet te kussen.
Dat is anhygienisch, [Dm]
[C] anhygienisch [F] in de natuur.
[Eb] Wij zijn het [C] cbh der [Bb] slakke huizen, wij zijn dal op [C] hagedis en [F] waterluizen.
[Bb] Geen kaartje en geen wimpies, [Eb] we stappen in onze [Bb] geenties van je [B] [F] pingelepingelepingelepong.
Bij ons is alles puur, wij hebben nog figuur, [C] [Gb] wij [C] zijn een stuk [F] ongerucht natuur.
[Bb] Jo met [Cm] de banjo en Lien met de mandoline, kaartje met de [Gm] mondharmonica.
Truitje met de luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een man, [Cm] [C] dal op een man, we zijn zo dal op [F] een [Bb] mandoline.
[F] [Am]
[Fm] [Bb] Wij zijn dal op de meerals, we [F] motten geen kerels, we [Bb] motten geen kerels.
Wij beschermen de diertjes, de [F] meertjes, de [C] peertjes in de [F] natuur.
[Eb] Wij gaan soms veertien dagen lang [Gm] kamperen, zonder hi, [C] zonder ha, zonder [F] heren.
[Bb] Wij willen geen limousine, [Eb] wij willen de [Bb] mandoline van je [F] pingelepingelepingelepong.
Het klinkt naar alle kant, wanneer het zonnetje brandt, [C] wij zijn de ronden [A] van [F] Nederland.
[Bb] Jo met de banjo [Ab] en [F] Lien met de [Cm] mandoline, kaartje [Bb] met de mondharmonica.
Truitje, truitje met de [Fm] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
Dal op een man, [C] dal op een man, we zijn zo dal [F] op een [Bb] mandoline.
[Cm] [A]
[N]
Key:
F
Bb
C
Eb
A
F
Bb
C
[Bb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Fm] _
_ _ _ _ [Eb] _ _
[A] _ _ [F] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [Bb] Wij zijn dal op de bossen, daar [F] kunnen [Eb] we [C] hossen, [Bb] daar kunnen we klossen.
_ Wij zijn dal op de heide, op [F] de [C] weide [F] en op de natuur. _ _
[Eb] Geef ons [Em] de frisse weide, [Bb] want je kunt [E] er [F] zo genieten [E] zonder haar [F] heerlijk hunter.
[Gm] Wij willen geen nicotine, wij [B] willen de [E] mandoline [Bb] van je _ _ [F] _ pingelepingelepingelepong.
_ _ Piknikken is zo fijn, niks pieken voor de [E] lijn, [Eb] _
[C] _ [F] ons overwoudig zijn.
_ _ _ _ [Gm] Jo met de banjo en Lien met [F] de mandoline, kaartje met de _ [Dm] mondharmonica.
[Bb] _ _ Truitje met de [D] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een [A] man, [Bb] dal op een man, we [C] zijn zo dal [F] op een _ [Bb] _
mandoline.
_ [F] _ _ [A] _ _
[Bb] _ [A] _ [F] _ _ [Bb] Wij zijn zonnig zussen, wij [F] zijn niet te kussen, wij [Bb] zijn niet te kussen.
_ Dat is _ _ anhygienisch, _ _ [Dm]
[C] anhygienisch [F] in de natuur. _
[Eb] Wij zijn het [C] cbh der [Bb] slakke huizen, wij zijn dal op [C] hagedis en [F] _ waterluizen.
[Bb] Geen kaartje en geen wimpies, [Eb] we stappen in onze [Bb] geenties van je _ _ [B] _ [F] pingelepingelepingelepong.
_ Bij ons is alles puur, wij hebben nog figuur, [C] [Gb] wij [C] zijn een stuk [F] ongerucht natuur.
_ _ _ _ [Bb] Jo met [Cm] de banjo en Lien met de mandoline, kaartje met de [Gm] _ mondharmonica.
_ _ Truitje met de luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een man, [Cm] [C] dal op een man, we zijn zo dal op [F] een _ [Bb] mandoline.
_ _ [F] _ [Am] _ _ _
_ _ [Fm] _ _ [Bb] Wij zijn dal op de meerals, we [F] motten geen kerels, we [Bb] motten geen kerels.
_ Wij _ beschermen de diertjes, de [F] meertjes, de [C] peertjes in de [F] natuur. _
[Eb] Wij gaan soms veertien dagen lang [Gm] kamperen, zonder hi, [C] zonder ha, zonder [F] heren.
[Bb] Wij willen geen limousine, [Eb] wij willen de [Bb] mandoline van je _ _ [F] _ pingelepingelepingelepong. _
Het klinkt naar alle kant, _ wanneer het zonnetje brandt, [C] wij zijn de ronden [A] van [F] Nederland. _ _
_ _ _ [Bb] Jo met de banjo [Ab] en [F] Lien met de [Cm] mandoline, kaartje [Bb] met de _ mondharmonica. _
Truitje, truitje met de [Fm] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
Dal op een man, [C] dal op een man, we zijn zo dal [F] op een [Bb] mandoline. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ [Fm] _
_ _ _ _ [Eb] _ _
[A] _ _ [F] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [Bb] Wij zijn dal op de bossen, daar [F] kunnen [Eb] we [C] hossen, [Bb] daar kunnen we klossen.
_ Wij zijn dal op de heide, op [F] de [C] weide [F] en op de natuur. _ _
[Eb] Geef ons [Em] de frisse weide, [Bb] want je kunt [E] er [F] zo genieten [E] zonder haar [F] heerlijk hunter.
[Gm] Wij willen geen nicotine, wij [B] willen de [E] mandoline [Bb] van je _ _ [F] _ pingelepingelepingelepong.
_ _ Piknikken is zo fijn, niks pieken voor de [E] lijn, [Eb] _
[C] _ [F] ons overwoudig zijn.
_ _ _ _ [Gm] Jo met de banjo en Lien met [F] de mandoline, kaartje met de _ [Dm] mondharmonica.
[Bb] _ _ Truitje met de [D] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een [A] man, [Bb] dal op een man, we [C] zijn zo dal [F] op een _ [Bb] _
mandoline.
_ [F] _ _ [A] _ _
[Bb] _ [A] _ [F] _ _ [Bb] Wij zijn zonnig zussen, wij [F] zijn niet te kussen, wij [Bb] zijn niet te kussen.
_ Dat is _ _ anhygienisch, _ _ [Dm]
[C] anhygienisch [F] in de natuur. _
[Eb] Wij zijn het [C] cbh der [Bb] slakke huizen, wij zijn dal op [C] hagedis en [F] _ waterluizen.
[Bb] Geen kaartje en geen wimpies, [Eb] we stappen in onze [Bb] geenties van je _ _ [B] _ [F] pingelepingelepingelepong.
_ Bij ons is alles puur, wij hebben nog figuur, [C] [Gb] wij [C] zijn een stuk [F] ongerucht natuur.
_ _ _ _ [Bb] Jo met [Cm] de banjo en Lien met de mandoline, kaartje met de [Gm] _ mondharmonica.
_ _ Truitje met de luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
[G] Dal op een man, [Cm] [C] dal op een man, we zijn zo dal op [F] een _ [Bb] mandoline.
_ _ [F] _ [Am] _ _ _
_ _ [Fm] _ _ [Bb] Wij zijn dal op de meerals, we [F] motten geen kerels, we [Bb] motten geen kerels.
_ Wij _ beschermen de diertjes, de [F] meertjes, de [C] peertjes in de [F] natuur. _
[Eb] Wij gaan soms veertien dagen lang [Gm] kamperen, zonder hi, [C] zonder ha, zonder [F] heren.
[Bb] Wij willen geen limousine, [Eb] wij willen de [Bb] mandoline van je _ _ [F] _ pingelepingelepingelepong. _
Het klinkt naar alle kant, _ wanneer het zonnetje brandt, [C] wij zijn de ronden [A] van [F] Nederland. _ _
_ _ _ [Bb] Jo met de banjo [Ab] en [F] Lien met de [Cm] mandoline, kaartje [Bb] met de _ mondharmonica. _
Truitje, truitje met de [Fm] luidje, [Eb] je moet dat kluppie zien.
Dal op een man, [C] dal op een man, we zijn zo dal [F] op een [Bb] mandoline. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _